De belangrijkste aftrekposten voor de aangifte over 2020 op een rij

Met handige checklist

Getty Images

Het is misschien wel de meest uitgestelde klus van het jaar: de belastingaangifte. Met deze tips en onze handige checklist haal je in een mum van tijd alles eruit wat erin zit.

Tips bij de aangifte


Als je digitaal aangifte doet:

  • De DigiD-inlogcode. Kwijt, nog niet aangevraagd of vergeten? Je kunt een nieuwe aanvragen via www.digid.nl.

Voor het inkomen en vermogen:

  • Jaaropgaven van het jaar waarover je aangifte doet.
  • Overzicht van ontvangen partneralimentatie.

Als je spaargeld of beleggingen hebt:

  • Afschriften van alle bank- en spaarrekeningen van het betreffende jaar.

Voor gemaakte kosten:

  • Reiskosten woning-werk: openbaar-vervoerverklaring.
  • Alimentatie voor ex-partner of kind: betalingsbewijzen.
  • Ziektekosten: betalingsbewijzen, nota’s of bankafschriften.
  • Voorgeschreven dieet: dieetverklaring arts of diëtist.
  • Scholings- of studiekosten: betalingsbewijzen, nota’s of bankafschriften.
  • Giften: betalingsbewijzen, nota’s of bankafschriften.

Voor het huis:

  • Hypotheekoverzicht van het jaar waarover je aangifte doet.
  • Bij aan- of verkoop woning in jaar van aangifte: notarisafschrift.
  • Eventueel betaalde boeterente.
  • Subsidieoverzicht eigen woning.
  • WOZ-beschikking van de gemeente.

Voor verzekeringen en extra pensioen:

  • Lijfrentepremie of lijfrentespaarrekening: lijfrentepolis, clausuleblad, betalingsbewijzen, verklaring pensioenaangroei (factor A) en inkomensgegevens van het jaar voorafgaand aan het jaar van aangifte.
  • Verzekeringen ANW of WAO: polis en betalingsbewijzen.

Tips vooraf

Vraag op tijd uitstel aan

Je moet in principe aangifte doen vóór 1 mei 2021. Vraag om uitstel als je van tevoren al weet dat 1 mei lastig wordt. Doe die aanvraag in elk geval vóór 1 mei. Als je uitstel hebt gekregen, moet je voor 1 september 2021 aangifte doen. Je kunt online om uitstel vragen door in te loggen op www.belastingdienst.nl of door te bellen met de Belastingtelefoon 0800-0543. De Belastingdienst verleent bijna altijd uitstel.

Doe altijd aangifte

Veel mensen doen geen aangifte omdat ze geen uitnodigingsbrief van de Belastingdienst hebben gekregen. Het klopt dat lang niet iedereen belastingaangifte hoeft te doen. Toch is het altijd de moeite waard om de aangifte in te vullen, omdat je misschien belasting terugkrijgt. Bijvoorbeeld omdat je bepaalde aftrekposten kunt opvoeren, zodat je belasting terugkrijgt in plaats van te moeten betalen. Geen aangiftebrief ontvangen en toch aangifte doen? Dat kan eenvoudig door (met een DigiD) in te loggen op mijn.belastingdienst.nl. Je kunt daar de aangifte invullen en direct zien wat de gevolgen zijn.

Aangifte doen is namelijk niet alleen belangrijk voor ,het belastinggeld dat je misschien terugkrijgt of moet betalen, het is ook nodig om in aanmerking te komen voor toeslagen zoals de huur- en zorgtoeslag. Veel ouderen lopen deze extraatjes mis, omdat ze ten onrechte denken daar niet voor in aanmerking te komen.

Een papieren aangifteformulier aanvragen kan via de Belastingtelefoon 0800-0543.

Fout in de aangifte? Zo corrigeer je het

Je kunt een aangifte achteraf corrigeren – bijvoorbeeld als je iets bent vergeten – door alleen het onjuiste getal te veranderen en de aangifte opnieuw te verzenden. Dit kan altijd zolang je nog geen definitieve aanslag hebt ontvangen en tot zes weken na de datum die op de definitieve aanslag staat. De definitieve aanslag krijg je meestal in de zomer of in het najaar. Als je daarna nog zaken wilt veranderen, kun je de bezwaarcheck doen op de website van de Belastingdienst. Meestal kun je ook dan nog de aangifte online corrigeren, maar in sommige gevallen kan het alleen per papieren brief. Je kunt in principe niet e-mailen met de Belastingdienst.

Voorkom een hoge aanslag

Als je gepensioneerd bent en elk jaar belasting moet bijbetalen, komt dat waarschijnlijk doordat je uit meerdere bronnen inkomen krijgt. Naast AOW bijvoorbeeld een of meer aanvullende pensioenen. Alle pensioenfondsen, verzekeraars en andere uitkerende instellingen gaan ervan uit dat je geen andere inkomsten hebt. Dat betekent dat zij altijd beginnen met heffen in de laagste belastingschijf. Maar de Belastingdienst houdt uiteindelijk rekening met al je inkomsten. Als die bij elkaar opgeteld deels in een hogere belastingschijf vallen, houden de pensioenuitvoerders eigenlijk te weinig belasting in (zie ook het artikel op pagina 10).

Kijk ook naar de toeslagen

We noemden ze eerder al: de toeslagen. Die staan in principe los van de belastingaangifte, ze zijn onbelast. Maar met je belastingaangifte kun je wel invloed hebben op de hoogte van de toeslagen. Zo kunnen giften aan goede doelen je toetsingsinkomen verlagen, zodat je recht krijgt op hogere toeslagen.

Controleer vooraf ingevulde gegevens

De Belastingdienst vult een groot deel van de aangifte automatisch in. Controleer aan de hand van de eigen gegevens of de informatie die de fiscus heeft klopt. Je blijft zelf aansprakelijk voor de aangifte, ook als de Belastingdienst onjuiste gegevens in de vooraf ingevulde aangifte heeft opgenomen.

Realiseer je dat in de vooraf ingevulde aangifte sommige gegevens ontbreken. Aftrekposten als giften en zorgkosten staan er niet in, zodat het ook in je eigen voordeel is om de aangifte goed in te vullen en te controleren. 

Schuiven met aftrekposten en inkomsten

Sommige posten mag je naar eigen keuze toedelen aan jezelf of aan je fiscaal partner. Het is niet van belang bij wie deze posten in werkelijkheid horen. Door deze posten toe te delen aan degene die het hoogste belastingtarief betaalt, kun je misschien belasting besparen. Het gaat onder meer om de volgende aftrekposten:

  • Hypotheekrente.
  • Giften.
  • Zorgkosten.
  • Studiekosten.
  • Betaalde partneralimentatie.

Let erop dat dit schuiven gevolgen kan hebben voor de heffingskortingen en toeslagen. Eventuele gevolgen voor toeslagen kun je niet zien in het aangifteformulier. Maak daarom, als je toeslagen krijgt, een proef-berekening op de website voor de toeslagen: www.belastingdienst.nl/rekenhulpen/toeslagen/

€46 cadeau

Als je een fiscaal partner hebt, kun je proberen zodanig met aftrekposten te schuiven dat een van de fiscale partners €46 of minder hoeft te betalen. Als je €46 of minder moet
betalen, scheldt de Belastingdienst dit automatisch kwijt.

Lijfrente

Steeds meer mensen bouwen zelf een pensioen op met een lijfrente. De inleg is aftrekbaar. Hoeveel je jaarlijks maximaal mag inleggen, wordt bepaald door de jaarruimte. Die wordt weer bepaald door onder meer je inkomen in het afgelopen jaar. De jaarruimte over 2020 wordt dus bepaald door je inkomen in 2019.

Bereken elk jaar opnieuw de jaarruimte. Daarvoor staan tools online, zoals op www.berekenhet.nl. Als je meer inlegt dan is toegestaan, is het meerdere niet aftrekbaar, maar je betaalt er wel belasting over in
de uitkeringsfase. Niet doen dus!

Om het nog ingewikkelder te maken: naast de jaarruimte is er ook de inhaal- of reserveringsruimte. Dat is de niet gebruikte jaarruimte uit eerdere jaren.

Bereken de jaarruimte over 2021 meteen nadat je de belastingaangifte hebt afgerond. Dan weet je immers je inkomen in 2020, en daarmee voorkom je dat je te veel of te weinig inlegt.

Eigen huis

Kosten die te maken hebben met de hypotheek zijn meestal aftrekbaar. De voornaamste zijn:

  • Hypotheekrente.
  • Erfpacht.
  • Boeterente.
  • Afsluitkosten.

Deze kosten zijn aftrekbaar, maar alleen voor zover ze uitkomen boven het eigenwoningforfait. In 2020 bedroeg het eigenwoningforfait 0,6% van de WOZ-waarde. Bij de aangifte over 2020 geef je de WOZ-waarde 2020 op, die heeft als peildatum 1 januari 2019. Dat is niet de WOZ-waarde die je begin dit jaar hebt gekregen. Die is pas nodig bij de aangifte over 2021.

Boeterente

Als je je hypotheek in 2020 hebt overgesloten naar een lening met een lagere rente, heb je mogelijk een boeterente betaald. Deze boeterente is aftrekbaar van je inkomen in het jaar waarin je deze hebt betaald. Je vult de boeterente op je aangifte in bij het onderdeel ‘Eigen woning’ en dan onder ‘Aftrekbare financieringskosten’. Naast de boeterente zijn nog meer eenmalige kosten die je maakt bij het af- of oversluiten van een hypotheek aftrekbaar. Het gaat om de volgende kosten: 

  • Advies- en afsluitkosten van de bank of hypotheekadviseur.
  • Kosten van een NHG-garantie.
  • Notariskosten voor de hypotheekakte.
  • Taxatiekosten voor de hypotheek.

Kosten die geen verband houden met de hypotheek, maar met de aankoop van een huis, zoals de notariskosten die je hebt betaald voor de koopakte of de overdrachtsbelasting, zijn niet aftrekbaar. Ook is de afkoopsom van erfpacht niet aftrekbaar. De rentelasten van een krediet- of overwaardehypotheek zijn ook niet aftrekbaar.

LET OP! Een attente lezer wijst ons erop dat de aftrekbaarheid van de boeterente natuurlijk afhangt van het inkomen en eventuele andere aftrekposten. Dat kan betekenen dat slechts een deel van de boeterente fiscaal voordeel oplevert en de boeterente dus niet helemaal aftrekbaar is. 

Bezittingen en vermogen

Bankrekeningen, beleggingen en andere bezittingen (behalve de eigen woning) worden belast in box 3 tegen de waarde op 1 januari 2020. 

Bezittingen die nog weleens worden vergeten, maar die je wel moet opgeven, zijn: 

  • Geld dat je hebt uitgeleend, bijvoorbeeld een lening aan een kind of ander familielid.
  • Aandeel in een nog niet verdeelde erfenis. Voorbeeld: als iemand in november 2019 is overleden en je bent een van de erfgenamen, dan valt jouw erfdeel op 1 januari 2020 in box 3, ook al heb je nog niets van die erfenis ontvangen. 

Dividend belasting terugvragen

Als je beleggingen hebt waarover je dividend hebt ontvangen, kun je de dividendbelasting die daarover is betaald vaak terugvragen. Je vindt deze dividendbelasting in het jaaroverzicht van je beleggingen. 

Schulden

Schulden, met uitzondering van de meeste hypotheken, vallen in box 3. Je mag deze schulden aftrekken van je spaargeld en ander vermogen in box 3, zodat je minder vermogensbelasting betaalt. Er is een aftrekdrempel van €3100: alleen schulden boven dit bedrag mag je aftrekken. Schulden die nog weleens worden vergeten, maar die je wel mag opgeven, zijn onder meer:

  • Roodstand op je betaalrekening.
  • Consumptief krediet of persoonlijke lening.
  • Creditcardschuld.
  • Hypotheek waarvan de rente niet aftrekbaar is.

Niet aftrekbaar in box 3 zijn belastingschulden, met uitzondering van te betalen erfbelasting.

Verlaag vermogen met overwaardehypotheek

Een hypotheek waarvan de rente niet aftrekbaar is, zoals een opeet- of overwaardehypotheek, valt in box 3. Vergeet die niet op te geven, want daarmee verlaag je je belastbare vermogen in box 3.

Goede doelen

Giften aan goede doelen zijn aftrekbaar voor zover je totale donaties uitkomen boven de 1% van je drempelinkomen*, met een minimum van €60 en een maximum van 10% van het drempelinkomen. Als je een fiscaal partner hebt, gaat het om het gezamenlijke drempelinkomen. Een voorwaarde is dat het goede doel bij de Belastingdienst geregistreerd staat als ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling). Giften aan culturele doelen zijn voor 125% aftrekbaar.

* Het drempelinkomen is het totale inkomen in box 1 (inkomen uit werk, pensioen en andere uitkeringen, na aftrek van aftrekposten als hypotheekrente en zorgkosten), box 2 (inkomen uit de BV) en box 3 (inkomen uit vermogen).

Regelmatig geven = meer aftrekken

Vaak kun je belasting besparen door periodiek te schenken. Periodiek schenken wil zeggen dat je gedurende minimaal vijf jaar elk jaar een bepaald bedrag doneert. Dan geldt de aftrekdrempel van 1% niet en is de gift volledig aftrekbaar. Als je een periodieke gift wilt doen, moet je dat vastleggen in een schriftelijke overeenkomst met het goede doel. Veel goede doelen hebben op hun website een formulier staan waarmee je de periodieke gift kunt vastleggen. Ook op de website van de Belastingdienst staat zo’n formulier. Geef je elk jaar aan dezelfde goede doelen? Dan is het vaak de moeite waard daar een periodieke gift van te maken. Dan zijn de giften volledig aftrekbaar.

Zorgkosten

Sommige zorgkosten zijn aftrekbaar. Voorwaarde is dat ze niet door je zorgverzekeraar worden vergoed. Verder moeten de kosten voorkomen op een lijst van aftrekbare zorgkosten die op de website van de Belastingdienst staat. Enkele belangrijke zorgkosten die in 2020 nog aftrekbaar zijn, mits ze niet op een andere manier worden vergoed:

  • Verpleging in een ziekenhuis of een andere instelling.
  • Kosten van tandarts, fysiotherapie of specialist.
  • Behandelingen op voorschrift en onder begeleiding van een arts door een paramedicus zoals een optometrist of een tandprotheticus.

Vaak wordt vergeten dat de reiskosten van en naar een ziekenhuis of arts aftrekbaar zijn. Het gaat om de werkelijk gemaakte reiskosten per auto, taxi of openbaar vervoer. Twijfel je over bepaalde zorgkosten? De volledige lijst staat op www.belastingdienst.nl of je kunt bellen met de Belastingtelefoon 0800-0543.

Zorgkosten zijn pas aftrekbaar boven een bepaalde drempel. Deze drempel is inkomensafhankelijk en wordt berekend met een ingewikkelde formule. Het aangifteprogramma berekent automatisch hoeveel je kunt aftrekken. Let daarbij vooral op in het jaar dat je recht krijgt op AOW, want dat is van invloed op de manier waarop de kosten worden berekend. Had je eerst geen AOW en geen recht op aftrek, dan kan dat dus veranderen en is het zinvol daar nog eens naar te kijken. 

Als je een laag inkomen hebt en geen of weinig belasting betaalt, kun je de zorgkosten misschien niet of slechts deels aftrekken. Je komt dan mogelijk in aanmerking voor de TSZ: tegemoetkoming specifieke zorgkosten. Je krijgt dan alsnog een deel van de betaalde zorgkosten terug. Hiervoor hoef je niets extra’s te doen, als je aangifte doet, houdt de Belastingdienst hier automatisch rekening mee.  

Dit artikel verscheen eerder in Plus Magazine maart 2021.