Zelf uw bloeddruk meten

Hoe doet u dat goed?

Getty Images

Heeft u ooit gehoord van het witte jassensyndroom? Dit syndroom hangt samen met de nerveuze spanning die iemand krijgt bij de dokter. Met een verhoogde bloeddruk en een vertekende bloeddrukmeting als resultaat. Gelukkig kunt u ook thuis de bloeddruk meten.

Voor mensen met een hoog risico op hart- en vaatziekten kan het zinvol zijn om thuis de bloeddruk te meten. Zo kunt u uw bloeddruk goed in de gaten houden. Dit geldt ook als u al een hart- of vaatziekte hebt of medicijnen slikt voor een hoge bloeddruk. Bij sommige mensen is de bloeddruk tijdens het meten in de huisartsenpraktijk erg wisselend. Vaak kan de huisarts goed inschatten of het voor u nuttig is om uw bloeddruk zelf te meten.

Onder en boven

De bloeddruk bestaat uit twee waarden: de bovendruk en de onderdruk. De bovendruk is de druk die ontstaat wanneer het hart het bloed de slagaderen inpompt en de druk in de bloedvaten dus stijgt.  Dit wordt ook wel systolische bloeddruk genoemd. De bovendruk meet u tijdens het samentrekken van de linker hartkamer.

De onderdruk, of diastolische druk is de druk die ontstaat tussen twee samentrekking van het hart in. Het hart vult zich dan weer met bloed, waardoor de druk in de slagaders daalt.

Bloeddruk meten

Het meten van de bloeddruk kan op verschillende manieren. De meest gebruikte manier thuis is een digitale bloeddrukmeter. De klassieke bloeddrukmeter is met een rubberen slang verbonden aan een dikke band. De band bindt u om je bovenarm en die wordt vervolgens opgepompt. De slagaders worden door het pompen volledig afgesloten; de polsslag is daardoor ook niet meer voelbaar.

De band loopt daarna langzaam leeg. Op het moment dat de polsslag weer gevoeld wordt en het bloed dus weer door de aderen loopt, meet het apparaat de bovendruk. Als het bloed weer vrij kan stromen wordt de onderdruk gemeten.

Wat voor bloeddrukmeter?

Natuurlijk is het belangrijk dat een bloeddrukmeter nauwkeurig weergeeft wat uw bloeddruk is. Verschillende instituten bekijken de betrouwbaarheid van bloeddrukmeters. De Nederlandse Hartstichting beoordeelt bijvoorbeeld ieder jaar de lijst van het Dabl-instituut. Die laatste testen volgens internationale protocollen de betrouwbaarheid van bloeddrukmeters.

Een bovenarm bloeddrukmeter verdient de voorkeur boven een polsbloeddrukbeter. Een polsbloeddrukmeter moet u altijd ter hoogte van het hart houden. U kunt dan lastig uw arm stil houden en dit heeft weer invloed op de bloeddrukmeting. Meten via de pols is dus gevoeliger voor fouten.

Thuis meten

Voor het meten van de bloeddruk is het belangrijk dat u zeker een half uur rustig aan doet. Vermijd extreme activiteiten als sporten, werken of koud douchen. Ook kunt u beter geen koffie drinken of roken. Trek eventueel knellende bovenkleding uit en ga rechtop zitten op een hoge stoel met de benen naast elkaar. Zorg dat uw arm zich op harthoogte bevindt en leg de onderarm ontspannen op tafel. Blijf zeker vijf minuten zo zitten zonder te praten en meet daarna uw bloeddruk.

Noteer vervolgens de boven- en onderdruk en meet de bloeddruk na twee minuten nog een keer. Schrijf ook die waarde op. Probeer altijd dezelfde arm te meten. In principe maakt het niet uit of uw links of rechts doet. Normaal gesproken zou het verschil tussen de armen niet meer dan tien punten mogen zijn. Is dit wel het geval, dan kan dit wijzen op een afwijking.

Wanneer te hoog?

De bloeddrukmeting is een momentopname. Een bloeddruk rond de 120/80 mmHg (millimeter kwikdruk) is normaal. De waarden die u meet kunnen schommelen en dat is heel normaal. Als uw bloeddruk af en toe wat hoger is, hoeft u zich ook echt niet direct zorgen te maken. Wel kunt u de situatie van het moment opschrijven, misschien valt daar uiteindelijk een patroon in te ontdekken.

Normaal gesproken is een bloeddruk verhoogd als deze na meerdere keren meten boven de 140/90 mmHg uitkomt. We kijken hierbij vooral naar de bovendruk. Omdat de bloeddruk thuis vaak iets lager is geldt voor een thuismeting gemiddeld 135/90 mmHg. Voor mensen met diabetes geldt een lagere streefwaarde van 130 mmHg, bij 80-plussers wordt 150 tot 160 mmHg als verhoogde bloeddruk gezien.

Naar de dokter

Zelf uw bloeddruk meten kan prettig en nodig zijn, maar het is zeker geen vervanging van een arts of verpleegkundige. Een meting door een van hen is nog altijd de gouden standaard. Thuis meten kan wel een mooie aanvulling zijn, zeker als u het regelmatig doet. Alleen door regelmatig de bloeddruk te meten op hetzelfde tijdstip krijgt u vergelijkbare waarden. Bij een veel te hoge bloeddruk of bij twijfel, moet u altijd contact zoeken met een arts.

Bron 
  • Nederlands Huisartsen Genootschap
  • Nederlandse Hartstichting
  • Nationaal Kompas Volksgezondheid