Van crêpes naar cream tea

Fietsen langs de Kanaalkust

Getty Images

Vuurtorens wijzen fietsers de weg langs de Kanaalkust. De Tour de Manche brengt Engeland en Frankrijk een stukje dichter bij elkaar. Flip van Doorn hopte van vasteland naar eiland en weer terug.

Het geluid van de branding zweeft naar binnen door de open balkondeur van mijn hotel­kamer. Als ik overeind kom en het slaapzand uit mijn ogen wrijf, vraag ik me even af waar ik ben. Is dit ­Engeland, Frankrijk, of ergens halverwege? Heel veel zal het niet uitmaken. Of ik nu uitkijk over de ­granietkust van Bretagne, op de haven van Cherbourg, over een baai op Jersey of op Chisel Beach bij Portland, ik ontwaak hoe dan ook aan de Kanaalkust. The English Channel, zo noemen de Engelsen de zeearm die hen scheidt van Frankrijk.

Dat ze akkoord zijn gegaan met een Franse naam voor de fietsroute die hun Kanaal omspant, bevestigt meteen het Europese ­karakter van dat rondje. De Tour de Manche. Een beetje tegen wil en dank zijn Normandië, Bretagne, ­Jersey, Dorset, Devon en Cornwall de samenwerking aangegaan, op gang geholpen met een flinke zak Europees subsidiegeld. Gaandeweg zullen ze gemerkt hebben dat ze veel meer op elkaar lijken dan ze denken, dan ze misschien wel zouden willen. Het resultaat van hun samenwerking is een fietsroute die enkele van Europa’s mooiste kustgebieden aaneenrijgt.

Getty Images
Getty Images

Linksboven: Flip van Doorn fietst het ene moment in Engeland, het andere in Frankrijk.
Rechtsboven: De vuurtoren van Kaap Fréhel aan de Bretonse kust is ook een baken voor fietsers.

Smalle landtong

Ik weet het weer. Dit is Poole. Een enorme veerboot zette mij er gisteravond af. De duisternis hing al over het water, overal zag ik rode en groene kustlichten, schijnsels van vuurtorens. Bij daglicht kijk ik vanaf mijn balkon uit over een grote baai, een uitnodigend strand, witte kliffen aan de horizon. Na een stevig ­Engels ontbijt stap ik op de fiets voor het meest afwisselende stuk van mijn Tour de Manche. De bescheiden ferry zet me over van de smalle landtong vol hotels en luxe optrekjes naar de stille en uitgestrekte stranden van Shell Bay. In de verte zet een grote veerboot koers terug naar Cherbourg. Een strookje kustbos, golvende heidevelden, weilanden waar ik over een smal paadje tussen de koeien door fiets: binnen zeven Engelse mijlen krijg ik zeven totaal verschillende landschappen te zien.

Allemaal uniek

In de verte lonkt de machtige ruïne van Corfe Castle. Mocht ik me nog afvragen waar ik beland ben, in het dorpje aan de voet van de ruïne verdwijnt elke twijfel. Dit kan niet anders dan Engeland zijn. Een nostalgisch boekwinkeltje, The Greyhound Pub, The Village Bakery en een station waar een paar keer per dag de stoomtrein halt houdt. “Op het station van Corfe Castle is alles nog zoals het zestig jaar geleden was”, drukt de prachtig uitgedoste kruier me op het hart. “Dat was de tijd waarin mensen nog met elkaar praatten.” Nog langer geleden, tijdens de laatste ijstijd, maakten de Britse eilanden deel uit van het Europese vasteland. Met het stijgen van de temperatuur en het terugtrekken van de gletsjers steeg ook de zeespiegel.

De Noordzee ontstond, een riviertje groeide uit tot het Kanaal. De geologische overeenkomsten aan weerszijden bleven. Natuurlijk, de graafschappen Devon en Dorset hebben de 150 kilometer lange Jurassic Coast, waar prehistorische aardlagen compleet met fossielen aan de ­oppervlakte komen. Bretagne en Normandië zetten daar de spectaculaire getijdenverschillen van de baai van de Mont Saint-Michel tegenover, met de kloosterberg als stralend middelpunt. Allemaal Unesco Werelderfgoed, allemaal uniek. Maar de haventjes, de rotsen en kliffen, het golvende achterland: het doet allemaal op een prettige manier aan elkaar denken.

Getty Images
Getty Images

Linksboven: De ruïnes van Corfe Castle rijzen boven het gelijknamige stadje uit.
Rechtsboven: De Petit Tour de Manche telt 440 bewegwijzerde kilometers.

Niet al te ingewikkeld

Het binnenland van Normandië – appelboomgaarden en weilanden vol koeien – verschilt niet wezenlijk van het binnenland van Dorset. Zelfs boerderijen, gebouwd met blokken graniet, zouden aan beide kanten van het Kanaal kunnen staan. Ook zijn overal na de opkomst van de auto lokale spoorlijnen in verval geraakt. En aan beide kanten van het Kanaal worden die nu omgetoverd tot comfortabele vrij liggende fietspaden. Wanneer ik over een voormalige spoorlijn het Engelse kustplaatsje Weymouth uit fiets, komen meteen de herinneringen terug. In Normandië volgde ik een oude spoorlijn naar Cherbourg, en bij het Bretonse kustplaatsje Erquy leidden prachtig gerestaureerde spoorbruggen me over riviermondingen.

Met al het hoppen van vasteland naar eiland en terug weet ik soms niet helemaal zeker of ik links of rechts van de weg moet gaan fietsen. Op Jersey zijn ze op dergelijke verwarring voorbereid. ‘Look left’ staat met grote letters op het plaveisel bij het eerste zebrapad na de veersteiger, op weg naar het fietsverhuurbedrijf. De vele kilometers vrij liggend fietspad op het eiland maken het daarna niet al te ingewikkeld. Langs delen van de Bretonse kust zijn houten steigers aangelegd die de bijzondere kustvegetatie in stand houden en tegelijkertijd fietsers een veilig pad bieden. Ze liggen links van de weg, maar iedereen houdt als vanzelfsprekend rechts. Ook in Engeland krijgen fietsers ruim baan.

Cider de bindende factor

De Exe Estuary Trail is zelfs pure luxe met meer dan dertig strekkende kilometer fietsgenot langs de riviermonding. Het fietspontje tussen The Turf Locks en Topsham verbindt beide oevers. Op de mooiste plekken kunnen zelfs geen auto’s komen, vogels spotten doe ik hier gewoon vanuit het zadel. En mocht ik toch af willen stappen: fietsenrekken hebben de vorm van een kievit of de kop van een wulp. Mark Lohan heeft zijn schildersezel uitgeklapt bij het haventje van Lympstone. Op zijn doek zijn de contouren van een vissersbootje, een kade en een paar gebouwen al te zien. Hij is net begonnen de kleur in zijn compositie te brengen.

Ik weet zeker dat aan het uiteindelijke schilderij nauwelijks te zien zal zijn of het aan de Franse of de Engelse kant van het Kanaal gemaakt is. Naast de ezel van Lohan ligt een fietshelm op de grond. “Ik woon hier niet zo ver vandaan.” Zijn penseel laat hij losjes over het doek dansen. “Ik neem altijd de fiets wanneer ik wil gaan schilderen, want dan zie ik veel meer.” En dat is precies een van die leuke voordelen van de Tour de Manche. De routes ontsluiten moeilijk toegankelijke gebieden en ook de lokale bevolking krijgt de kans de omgeving te ontdekken. Zowel in Engeland, in Frankrijk als op de Kanaaleilanden. De Tour de Manche is een Europees feestje en iedereen is uitgenodigd om mee te feesten en mee te fietsen.

Getty Images

De haven van Weymouth.

Rode en groene schijnsels

Desondanks zullen er altijd verschillen blijven. De Bretonnen presenteren trots hun crêpes als regionale specialiteit. Pubs in Devon serveren hun onovertroffen cream tea en Jersey verleidt met het romigste ijs. Toch zijn er ook op culinair gebied opvallend veel overeenkomsten. Het spreekt voor zich dat kustbewoners overal rond het Kanaal wel raad weten met oesters, schelpdieren, krab en visspecialiteiten. Wat ik niet verwacht had, was de Engelse kaas. De ­Somerset brie, de Dorset blue vinney of de Godminster cheddar kunnen moeiteloos de competitie aan met hun veel bekendere Franse soortgenoten.

En al houden de Engelsen het veelal op bier terwijl de Fransen liever wijn schenken, aan de oevers van het Kanaal is de cider de bindende factor. Als de avond valt over de baai van Saint-Malo, verklappen de kustlichten waar de dorpen, de havens, de eilanden liggen. De lichtbakens verstrooien hun rode en groene schijnsels over het water in een eindeloos ­repeterend ritme. Zeelieden zullen de lichten herkennen, precies weten in welke haven ze zijn. Voor een fietsende landrot lijken in het nachtelijk duister alle kusten op elkaar. Normandië of Bretagne, ­Devon of Dorset, Cornwall of Jersey, dit is de Kanaalkust. Niet voor niets siert een vuurtoren het logo van de Tour de Manche. In de nacht spinnen al die vuurtorens en bakens lange draden van licht die de kusten beetje bij beetje, centimeter voor centimeter naar elkaar toe trekken. Want uiteindelijk zijn de verschillen niet zo groot. De zee kan het weten.

Tour de Manche praktisch

De Petit Tour de Manche telt 440 bewegwijzerde ­kilometers en voert door Normandië en Bretagne, over Jersey en door het Engelse graafschap Dorset. De volle lengte van de Tour de Manche is 1200 kilo­meter, met routes door het graafschap Devon en langs een groot deel van de Bretonse noordkust. Dankzij de vele veerverbindingen zijn varianten mogelijk. Hoewel er geen steile beklimmingen op de route l­iggen, zullen e-bikes voor veel fietsers geen over­bodige luxe zijn. Kijk voor routes, gps-tracks, toeristische informatie en georganiseerde reizen langs delen van het traject op www.tourdemanche.com (Frans-/Engelstalige site).

Bekijk de prachtige video van de Tour de Manche op www.fietsen123.nl/manche

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine