Woning in vruchtgebruik

Getty Images

Ik heb mijn woning verkocht aan mijn dochter met behoud van het recht van vruchtgebruik. De notaris had het over gevolgen voor box 3, welke zijn dat?

Omdat het vruchtgebruik van de woning anders is verkregen dan door erven moeten zowel de vruchtgebruiker als de bloot eigenaar de waarde van hun bezit opgeven in box 3. De op te geven waarde hangt samen met de leeftijd van de vruchtgebruiker. Deze factor hangt samen met de kans op overlijden. Hierdoor is deze  hoger wanneer u jonger bent en lager op oudere leeftijd. Onder andere op de site van de belastingdienst kunt u het schema vruchtgebruikfactor vinden dat in dergelijke gevallen gehanteerd wordt.

Is het vruchtgebruik afhankelijk van één leven en betreft het een man, dan neemt u de vruchtgebruikfactor uit dit schema. Betreft het een vrouw, dan mag er bij het bepalen van de factor vijf jaar van de leeftijd worden afgetrokken van de leeftijd van de betreffende vrouw. Bijvoorbeeld bij een vrouw van 68 jaar is de factor dan geen 9, maar 11. Wanneer het vruchtgebruik afhankelijk is van twee levens  mag u tien jaar aftrekken van de leeftijd van de jongste partner bij het bepalen van de vruchtgebruikfactor.  In uw situatie geldt het volgende: U bent een man en tussen de 65 en 70 jaar en het vruchtgebruik stopt bij uw overlijden; de vruchtgebruikfactor is afhankelijk van één leven en bedraagt  9.
 
Voor box 3 van de inkomstenbelasting moet u de waarde van de woning nemen in het economisch verkeer (dus niet de WOZ-waarde), maal 4 procent, maal de betreffende factor. Voor u geldt dus: de verkoopwaarde van de woning € 250.000 maal 4 procent, maal factor 9. De waarde van de bloot eigendom is het verschil tussen de waarde economisch verkeer en de berekende vruchtgebruikswaarde. Dan is de waarde van het vruchtgebruik bij € 90.000 en de waarde van het bloot eigendom € 160.000. Voor een vrouw van dezelfde leeftijd zou de waarde van het vruchtgebruik € 110.000 en de waarde van het bloot eigendom € 140.000 bedragen. De vruchtgebruikfactor verschuift steeds per 5 jaar, dus tussen de 50 en 55 jaar en 60 en 65 jaar. Bij het opgeven van de waarde van de woning in box 3 moet dus steeds rekening worden gehouden met de leeftijd van de vruchtgebruiker.

Bron 
  • Geld & Recht