De veiligheid van zoetstoffen

Gezond snoepen een sprookje?

Over de veiligheid van intensieve zoetstoffen is veel te doen. Berichten over de ongezonde effecten bij een grote inname van bepaalde zoetstoffen zijn hardnekkig. Maar in de praktijk hoeft u zich bij een normaal voedingspatroon helemaal geen zorgen te maken.

Vooral aspartaam heeft een slechte naam. Het bevat een zogenaamd methyl, waaruit het lichaam een giftige stof kan vormen. Aspartaam zit in producten als light frisdrank, vruchtenyoghurt, suikervrije kauwgom, toetjes en sappen.

Slechte zoetstoffen
Ook de zoetstof sacharine is omstreden. Grote hoeveelheden van deze suikervervanger zouden kankerverwekkend zijn. Maar dit geeft een vertekend beeld: alleen uitzonderlijk grote hoeveelheden zouden schadelijk zijn.

Acceptabele Dagelijkse Inname
Intensieve zoetstoffen worden voordat ze op de markt komen eerst onderzocht, net als geneesmiddelen. Zoetstoffen die toegelaten worden zijn veilig als u ze normaal gebruikt.

Voor alle zoetstoffen is een zogenaamde Acceptabele Dagelijkse Inname (ADI) vastgesteld. Dit is de dosis zoetstof die u dagelijks mag gebruiken zonder gezondheidsrisico's te lopen. Van aspartaam mag u bijvoorbeeld 40 milligram per kilogram lichaamsgewicht gebruiken.[PAGEBREAK]Dit betekent dat een volwassene met een normaal gewicht dagelijks maximaal 150 (!) zoetjes zou mogen gebruiken. Bij een normaal voedingspatroon hoeft u zich dus helemaal geen zorgen te maken over zoetstoffen als aspartaam.

E-nummers
Om te weten hoeveel u van een bepaalde stof binnenkrijgt, kijkt u op de verpakking. Daarop staan de toevoegingen met of zonder E ervoor.
Toevoegingen die op de E-lijst voorkomen, zijn toegelaten volgens de Europese norm.

E-nummers zijn bijvoorbeeld aspartaam E951 en sorbitol E420. Een toevoeging zonder E betekent dat de stof in sommige landen wel gebruikt wordt, maar dat er nog geen eenduidige Europese normen voor gebruik zijn opgesteld. Producten mét E-nummers zijn dus veiliger dan andere.

Auteur