9 op de 10 Pluslezers mijden vakantielanden om terreurdreiging

Getty Images

Bijna 90 procent van de bezoekers op onze website gaat niet naar vakantielanden waar terreurdreiging is. Dat blijkt uit onze wekelijkse stelling.

Met de stelling ‘ik ga niet meer overal op vakantie’ was in totaal 89 procent het eens. 38 procent daarvan was al voor de toegenomen terreurdreiging voorzichtig, terwijl het grootste deel (51 procent) bepaalde plekken pas is gaan vermijden na de recente aanslagen in onder meer Istanboel, Parijs en Brussel.

‘Overal dreiging’

Een op de tien bezoekers op PlusOnline is helemaal niet bezig met de kans op een aanslag op vakantie. “Er kan altijd iets gebeuren”, schrijft Mees. “Wij backpacken nog regelmatig richting Azië, of we gaan een aantal weken rondreizen met de tent. Er zijn landen waar we niet heen gaan, maar om andere reden dan terreur.”

Daar is Waldo het mee eens: “Wij gaan al jaren, ieder jaar naar Egypte. Nog nooit iets meegemaakt. Het is er veilig, alleen Caïro moet je mijden. Mijn zoons raden het ons af, maar dan geef ik als commentaar: is het beter en veiliger om een terrasje te pakken in Parijs?
Met andere woorden, overal kan er iets gebeuren. Ook Nederland moet zijn veiligheid versterken.

‘Geen gevoel van rust’

Toch zijn de meeste bezoekers van onze website dus wel degelijk voorzichtiger geworden. “Er kan je overal wat gebeuren, zelfs als je de deur uitstapt”, geeft P. Pruijssen toe. “Maar om mijn vakantie door te brengen in een land waar terreur hoogtij viert, daar pas ik voor.
Als ik met vakantie ga dan hoop ik een weekje rust te hebben en niet in de spanning te hoeven leven.”

E/A. Cramer herkent dat. “Ik ga beslist niet naar landen waar oorlogsdreiging bestaat of een groot risico op terreur is. Ook islamitische landen sla ik over, ondanks dat de cultuur mij interesseert. Tijdens een vakantie wil ik rust.”

‘Alleen Istanboel’

“Het enige wat wij mijden is Istanboel”, zegt A. Pelen tot slot. “De rest van Turkije blijven we wel bezoeken. Jammer dat Nederlandse reisorganisaties dit land nauwelijks aanbieden in de winter. Wij doen het via de Duitse, aanbod genoeg.”