Heroverweeg afschaffing partnertoeslag-AOW

Een ieder die na 31 december 1949 is geboren krijgt voor zijn weinig of niet verdienende jongere partner geen partnertoeslag-AOW meer, als hij of zij zelf de eerste AOW ontvangt. Door het verschuiven van de AOW-leeftijd zullen de problemen pas echt zichtbaar worden als de jarigen in januari dit jaar over drie maanden de eerste AOW ontvangen. Zij ontvangen dan ruim €700 bruto minder AOW dan hun bijna-leeftijdsgenoten die een maand eerder de eerste AOW ontvingen. Juist die harde lijn van 1 januari steekt ouderenorganisatie Unie KBO, die bij de invoering van de wet twintig jaar geleden al pleitte voor een overgangsregeling.

 

Alleen al in 2015 gaat het om tienduizenden mensen. “In 1996 is tot deze maatregel besloten met de gedachte: tegen die tijd - in 2015 - zijn alle vrouwen economisch zelfstandig. Maar dat is dus een misvatting", zegt directeur Manon Vanderkaa in een radio-interview met de NOS. "Als je kijkt naar de grote groep tot en met 64 jaar, daarvan is net een krappe meerderheid economisch zelfstandig. Maar van de oudere vrouwen is dat aantal veel lager.” De Unie KBO lobbyt voor herstel van de toeslag totdat de beoogde zelfstandigheid van vrouwen het niveau heeft bereikt dat men in 1996 verwachtte.

 

Het ministerie van Sociale Zaken ziet echter geen bezwaar in de afschaffing van de partnertoeslag-AOW voor nieuwe gevallen per 1 januari 2015. Burgers hebben twintig jaar de tijd gehad om zich voor te bereiden op het wegvallen van een stuk inkomen als de jongere partner geen of geringe eigen inkomsten heeft. Als dat niet gedaan is, jammer, maar de schuld ligt niet bij de overheid. Helemaal waar is dat niet, door het opschuiven van de AOW-leeftijd is het gat groter geworden dan eerder gedacht. Tot wel twee jaar groter, ofwel in totaal €17.760 bruto. Netto zal dat een stuk lager uitvallen, maar vaak zal het gat toch ruim €500 per maand zijn.