In 2002 stopte men gemiddeld nog met 61-jarige leeftijd, maar vorig jaar was dat 64 jaar en tien maanden. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
In 2004 werd de VUT, vervroegde uittreding, de nek omgedraaid. Onder die regeling konden gepensioneerden van voor 1950 nog stoppen met 62 jaar. Ze kregen AOW en pensioen.
Toen kwamen er andere regels om langer doorwerken te stimuleren. De AOW-leeftijd wordt sinds 2013 stapsgewijs verhoogd. In 2022 zal de leeftijd liggen op 67 jaar en 9 maanden. Vanaf 2022 is de leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
Het aantal mensen dat voor 65 met pensioen gaat, slinkt rap. In 2006 betrof het 88% van e mensen, in 2017 nog maar 38%. Het aantal 55-plussers met loon als voornaamste inkomensbron steeg tussen 2005 en 2016 met 80%.
Ondanks het feit dat ze gemiddeld langer leven, gaan vrouwen nog altijd eerder met pensioen dan mannen. Het verschil bedroeg in 2017 9 maanden. Ook hoogopgeleiden hebben het privilege eerder af te zwaaien: in 2017 gemiddeld met 64 jaar, 5 maanden. Laagopgeleiden stoppen meestal pas 10 maanden later.
Bron: RTL nieuws
