De verzekeraars hoeven reeds arbeidsongeschikten niet tot de eerste AOW een uitkering te geven, maar mogen die conform de polisvoorwaarden stoppen als de verzekerde 65 jaar wordt.
Gisteren deed het Klachten Instituut Financiële Dienstverlening (KIFID) uitspraak in een geschil tussen een arbeidsongeschikte vrouw en haar verzekeraar. De vrouw kreeg drie maanden geen uitkering meer omdat die stopte toen ze 65 jaar werd, terwijl de eerste AOW pas drie maanden later door haar werd ontvangen. De vrouw eiste van de verzekering ook de gemiste drie maanden. Het KIFID oordeelde echter dat de verzekeringsmaatschappij in haar recht staat en de extra maanden niet hoeft uit te keren. De verzekeraar eindigt de uitkeringen omdat in de polis staat dat de uitkering stopt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd. Omdat de eerste AOW pas veel later wordt ontvangen, komen de arbeidsongeschikte vrouw en veel andere arbeidsongeschikten met een verzekering die een (aanvullende) uitkering verschaft, in de problemen.
Onzekerheidsbeginsel
Het probleem is ontstaan dor het verhogen van de AOW-leeftijd sinds 2013. Ze kunnen voor de periode dat ze geen uitkering krijgen wel een overbruggingsregeling aanvragen. Door de vele regels (bijvoorbeeld niet teveel spaargeld) kom je voor de overbruggingsregeling niet snel in aanmerking. Bijverzekeren tot de eerste AOW kan alleen zolang je nog niet arbeidsongeschikt bent, anders voldoet de verzekering niet aan het onzekerheidsbeginsel. Werkenden die zich willen bijverzekeren tot de eerste AOW, betalen een hogere premie. De ouderenorganisatie Unie KBO wil een oplossing voor het AOW-gat voor reeds arbeidsongeschikten . De Unie KBO wil daarover graag in gesprek met staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken.
- Proud to be Senior
