'Slaapwandelen lijkt in genen te zitten'

Getty Images

Tweederde van de kinderen met slaapwandelende ouders ontwikkelen de gewoonten zelf ook. Dat blijkt uit een onderzoek aan het Sacre-Coeur ziekenhuis in Montreal Canada.

"Onze bevindingen laten een sterke genetische invloed zien bij slaapwandelen en ook bij nachtangsten", aldus onderzoeker Jacques Montplaisir. "Ouders die in het verleden slaapwandelaars waren, zekers als ze alle twee slaapwandelden, kunnen er vanuit gaan dat hun kind ook gaat slaapwandelen. Het is dus belangrijk om voorbereidingen te treffen."

Wandelen of angst

Slaapwandelen dat begint in de kindertijd, verdwijnt vaak weer tijdens de adolescentie. Er zijn echter ook volwassenen die nog slaapwandelen. Soms begint het pas op latere leeftijd. Nachtangst doet zich ook het vaakst voor in de kindertijd. Deze slaapstoornis kenmerkt zich door schreeuwen en slaan of schoppen. Er is geen sprake van een nachtmerrie en je lijkt wakker, maar dit is niet of nauwelijks het geval.

Onderzoek

Voor het onderzoek bestudeerde Montplaisir samen met zijn collega's de gegevens van bijna 2000 kinderen die geboren zijn in Quebec. Uit het onderzoek bleek dat 56 procent van de kinderen (tussen de 1,5 en 13 jaar) af en toe nachtangsten had. Bij jonge kinderen kwam dit meer voor. Slaapwandelen gebeurde bij 29 procent van de kinderen, echter beduidend minder vaak bij jonge kinderen.

De kans op slaapwandelen nam toe als de ouders van de kinderen dit ook deden. Slechts 23 procent van de kinderen kreeg de slaapstoornis als de ouders niet slaapwandelden. Bij een slaapwandelende ouder was dit 47 procent en wanneer beiden ouders het deden of gedaan hadden 62 procent.

De resultaten zijn gepubliceerd in het tijdschrift JAMA Pediatrics.

Bron 
  • WebMD