Ooit kwam ik als vluchteling naar Nederland - en ik maakte mijn dromen waar

Getty Images

Dat asielzoekers niet kansloos zijn in de Nederlandse samenleving, bewijzen deze drie ex-vluchtelingen. Ze moesten er harder voor werken dan wie ook, maar slaagden erin hun droom waar te maken.

Nawzad Sulaiman

Nawzad Sulaiman (45) is actief in de gemeenteraad in Zoetermeer, en is tolk en vertaler. Hij ontvluchtte Iraaks-Koerdistan en woont 24 jaar in Nederland.

Getty Images
'Het rook naar bloemen toen ik voor het eerst wakker werd in Nederland. De nacht ervoor was ik met het vliegtuig aangekomen als vluchteling, begeleid door de Verenigde Naties. Bijna twee jaar had ik in een tentenkamp in Turkije gewoond met vele andere Koerdische vluchtelingen, na de Iraakse genocide op de Koerden. Ik sliep voor het eerst weer op een matras, in plaats van op een deken op de grond en ik keek uit op een mooi groen park. Na een aantal weken werd ik gekoppeld aan een vrijwilliger van VluchtelingenWerk, Wim. Nog steeds zijn we vrienden. Hij hielp met het kopen van spullen voor mijn woning. Ik kwam bij hem thuis en keek toe. Als er een schaal koekjes op tafel kwam, kon je dan gewoon pakken of moest je om een tweede koekje vragen?'

Vol energie om kansen te benutten

'Door de oorlog had ik in mijn eigen land veel gemist. Ik had daar bijvoorbeeld niet de kans om te studeren; die kans kreeg ik nu wel en ik zat vol energie om die te benutten. Om het Nederlands goed te leren, had ik in mijn huis overal gele post-it papiertjes opgeplakt. Mijn grote ideaal was om journalist te worden, om te schrijven over de misstanden in dictatoriale landen. Maar mijn taalachterstand verhinderde dat. Omdat ik iets voor mensen wilde betekenen, heb ik toen gekozen voor maatschappelijk werk. Later combineerde ik dat met mijn werk in de gemeentepolitiek. Inmiddels ben ik fulltime tolk en vertaler van Nederlands naar Arabisch en Koerdisch, en andersom.'

Veel positieve Nederlanders

'Dagelijks werk ik met vluchtelingen, bij de IND, de politie, opvangcentra. Mensen praten nu harder over vluchtelingen. ‘Ze nemen onze banen weg.’ Ik begrijp dat het bedreigend is, maar toch doet het me pijn als zulke dingen gezegd worden. Maar er zijn gelukkig ook veel positieve Nederlanders. Laatst moest ik om zeven uur ’s morgens bij een noodopvang met driehonderd vluchtelingen zijn. Het was er al vol met vrijwilligers die ontbijt aan het maken waren. En toen was ik zo trots op ons land.'

Dit vind ik typisch Nederlands

“Ieder voor zich en God voor ons allen. Waar ik vandaan kom, is het groepsgevoel groter. Misschien weer te groot. Ik probeer een midden te vinden. Naarmate ik meer geïntegreerd raakte, ben ik zelf ook individualistischer geworden.”

Dit vind ik het lekkerste eten

“Patat met mayonaise.”

Dit vind ik onbegrijpelijk

“Waar ik nog steeds moeite mee heb, is het plannen op de lange termijn. Kijk, ik ben geboren in de bergen van Koerdistan terwijl mijn ouders aan het vluchten waren. Dat het leven onvoorspelbaar is, heb ik aan den lijve ondervonden. Dat zit heel diep. Hoe kan ik beslissen waar ik volgend jaar op vakantie ga als morgen alles veranderd kan zijn?”

Guity Mohebbi

Guity Mohebbi (50) is politicologe, schrijfster en gastdocente. Ze bekleedt diverse bestuursfuncties. Mohebbi ontvluchtte Iran en woont ruim dertig jaar in Nederland.

Getty Images
'Na een zware selectie was ik in Iran toegelaten als student medicijnen. Ik was 19, mijn leven zou gaan beginnen. Het was na de revolutie waarbij Khomeini de macht had overgenomen. Mensen werden massaal opgepakt. Nadat twee vriendinnen van me werden geëxecuteerd, heeft mijn vader zo snel mogelijk een vlucht voor me geregeld. Nederland? Nooit van gehoord. Er stond een klein stukje in ons geschiedenisboek. Nederland is een tulpenland, met een foto van bloemenvelden. Met alleen de kleren die ik aanhad, kwam ik aan op Schiphol. Daar stond Albert, een vrijwilliger van VluchtelingenWerk, die me verwelkomde. ‘Waar zijn de tulpen?’, vroeg ik toen we van Schiphol naar Amsterdam reden.'

'Ook deze mensen ben ik dankbaar'

'Aanvankelijk wilde ik studeren voor verloskundige, maar daar was ik niet welkom. Ik zie de dame van het toelatingsexamen nog zitten met haar armen over elkaar: ‘Onze eigen meisjes hebben hier al moeite mee, dus jij helemaal.’ Heel vernederend. Met mijn propedeuse politicologie kwam ik dat vooroordeel weer tegen en zelfs nog toen ik ging promoveren. Maar ook deze mensen ben ik dankbaar. Door hen ben ik me bewust geworden van mijn eigen kracht en weet ik dat ik nooit opgeef. De eerste jaren dat ik hier was, werkte ik om Nederlands te leren in de weekenden in een verpleeghuis. Door de week maakte ik huizen schoon. Met het weinige geld dat ik had, kocht ik lappen op de markt en naaide rokken met elastiek.'

Eenzaamheid

'Soms voelde ik me eenzaam, maar de echte eenzaamheid kwam later, op momenten als afstuderen of bij het tekenen van een contract voor mijn eerste boek. De zaal zat vol lieve vrienden en buren. Maar het allerliefst had ik de blik van mijn ouders gevoeld. Ik heb een missie. Als gastspreker, docent of dagvoorzitter werk ik voor opdrachtgevers als het ministerie van Sociale Zaken, NPO Radio 1 en VluchtelingenWerk. Ik draag uit hoe belangrijk democratie is. Het gaat niet om wat de meerderheid wil, maar juist om de bescherming van de minderheid. Ik geef ook gastcolleges aan jongeren. Aan hen vertel ik hoe nodig het is om de keten van haat en wrok te doorbreken. Door mensen niet uit te sluiten, maar juist nieuwsgierig naar elkaar te zijn.'

Dit vind ik typisch Nederlands

“Gezelligheid. Toen ik net in Nederland was en bezig met de taal, koppelde ik die term aan het drinken van alcohol. Als ik met studiegenoten uitging, zeiden ze namelijk: ‘Ah, neem nog een drankje, doe gezellig mee.’”

Dit vind ik het lekkerste eten

“Ik eet en drink alles. Van karnemelk tot spruitjes. Alleen haring… het is me nooit gelukt dat lekker te vinden. Tegen mijn dochter van 20 zeg ik: ‘Eet het maar in je eigen huis, ik kan het niet aanzien.’”

Dit vind ik de mooiste plek

“Zelf woon ik in het groene hart van Nederland. ’s Morgens vanuit de auto zie ik soms mist boven de weilanden hangen, van de koeien zie je dan alleen nog de poten en de kop. Dat beeld ontroert me.”

Dit vind ik onbegrijpelijk

“Dat hier mensen dagenlang dood in hun huis kunnen liggen en de buren er pas achter komen door de stank. Als je in Nederland ’s avonds door de straten loopt, zijn de gordijnen open, maar die openheid betekent niet dat mensen echt contact met elkaar hebben.”

Parweez Koehestanie

Parweez Koehestanie (33) is algemeen arts in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch. Hij ontvluchtte Afghanistan en woont zeventien jaar in Nederland.

Getty Images
'Als kind speelde ik altijd dat ik de dokter was. Mensen beter maken was mijn droom. Ik ben geboren en opgegroeid in oorlogen met de Russen en de Taliban. Dagelijks zagen wij raketten overvliegen en hoorden we bombardementen. Van de Taliban mocht je geen boeken lezen, niet naar muziek luisteren, niet naar school. Vrienden zag ik voor mijn ogen doodgeschoten worden. Toen ik 16 was, wilden mijn ouders mij het land laten ontvluchten. Liever hadden ze me ver weg maar in veiligheid, dan dat ze me in hun nabijheid neergeschoten zouden zien worden. Het moet voor hen een haast onmogelijke beslissing zijn geweest. Toen ik afscheid nam en mijn vader voor het eerst zag huilen, dacht ik dat ik ze nooit meer zou zien.'

De eerste periode was het overleven

'Met behulp van een mensensmokkelaar ben ik het land uit gevlucht. In 1998 kreeg ik als minderjarige asielzoeker een status in Nederland. Ook die eerste periode hier was het overleven. Maar ik wilde niet als een zielig vogeltje in een hoekje gaan zitten. Langzaam kwam de diepe wens om dokter te worden terug. Toen ik in de internationale schakelklas zat, vroeg de docente Nederlands wat wij wilden worden. De een zei ‘loodgieter’, de volgende ‘conducteur’. Ik antwoordde ‘dokter’. Veel te hoog gegrepen, vond ze. Natuurlijk vond ik dit pijnlijk, maar mijn droom was sterk genoeg. Terwijl anderen sliepen, studeerde ik Nederlands. Daardoor mocht ik binnen acht maanden door naar de tweede van de mavo, waar ik als 17-jarige tussen allemaal 13-jarigen zat. Al heel snel mocht ik daarna naar de havo.'

'Mijn achtergrond helpt me in de spreekkamer'

'De hogeschool en universiteit volgden, al ging dat niet vanzelf. Mijn studie betaalde ik door ’s ochtends twee krantenwijken te doen en ik werkte in de thuiszorg. Op de universiteit waren mijn boeken allemaal in het Engels, een taal die ik ook niet beheerste. Ik maakte mijn huiswerk met het woordenboek naast me. Nu ben ik bezig met mijn specialisatie als maag-, darm- en leverarts. Mijn achtergrond helpt me in de spreekkamer. Ik kan snel schakelen tussen Nederlandse en multi-etnische patiënten, omdat ik beide manieren van denken ken. En mijn ouders? Die kwamen drie jaar later naar Nederland. Hen weer te zien was een van de mooiste momenten in mijn leven.'

Dit vind ik typisch Nederlands

“Directheid. Nederlanders zeggen gemakkelijk iets als: ‘Nu komt het niet uit.’ In veel andere culturen is dat onbeleefd. Ik vind het fijn. Je weet waar je aan toe bent.”

Dit vind ik het lekkerste eten

“Haring en stroopwafels. En dropjes. De zachte, niet de harde.”

Dit vind ik de mooiste plek

“Sommige mensen vinden het Limburgse Blerick misschien een gat. Maar mijn eerste dagen als minderjarige asielzoeker in Nederland keek ik door mijn raam uit op de kerktoren van Blerick. Het zal altijd een plek van mijn hart zijn.”

Dit vind ik onbegrijpelijk

“Misschien had je me dit kort na aankomst moeten vragen. Na zeventien jaar hier ben ik daarvoor te Nederlands.”

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine