Partnerpensioen: waarom zo'n lage afkoopsom?

Mijn nabestaandenpensioen is afgekocht door de pensioenuitvoerder. Maar de afkoopsom lijkt me veel te laag!

Getty Images

Ik heb recht op een levenslang partnerpensioen van minder dan €400 euro per jaar. De pensioenuitvoerder wil het afkopen, en laat weten dat zij uitgaat van van een uitkeringstermijn van 23,5 jaar. Maar als ik het afkoopbedrag deel door de uitkering, kom ik op maar 13 jaar!

Pensioenuitvoerders mogen pensioenen van minder dan €406 per jaar in een keer uitkeren. Soms mag u kiezen of u dat wilt, soms heeft u daarin geen keuze. Het afkoopbedrag dat u ontvangt is de contante waarde van de toekomstige uitkeringen. Met andere woorden, in de berekening van het afkoopbedrag wordt rekening gehouden met toekomstige rentevergoeding.

Bijvoorbeeld: de rente is nu 5% en u zet €245 op een spaarrekening. Na tien jaar is dit bedrag door de renteaangroei gestegen naar € 400,-. We zeggen dan: de contante waarde van €400 over 10 jaar bedraagt €245.

In het geval van een periodieke uitkering is het iets ingewikkelder. Laten we aannemen dat u recht heeft op een klein pensioen van €100 per jaar en dat uw levensverwachting 23 jaar is. Dan zou u kunnen denken: 23 keer €100 is €2300, dus als de uitvoerder dat pensioen direct wil uitkeren krijg ik €2300. In werkelijkheid zijn uitkeringen in de toekomst minder waard: de contante waarde zou iets in de buurt van de €1300 kunnen bedragen (de uitkomst is afhankelijk van de gehanteerde rekenrente). U krijgt dan dus uitgekeerd €1300.

Dat betekent niet dat u 10 jaar door de neus wordt geboord. Dat kunt u ook zo zien: u kunt dat bedrag van €1300 op een spaarrekening zetten en daar ieder jaar €100 vanaf halen. Door rentebijschrijving kunt u dat zo’n 23 jaar (afhankelijk van de rentestand) volhouden.

Uitgangspunten opvragen

U kunt bij de verschillende pensioenuitvoerders de uitgangspunten opvragen waarmee ze de contante waarde van de uitkeringen hebben berekend. Als het goed is stemmen die overeen met bovenstaande uitleg. U krijgt dan ook de rekenrentes te horen die zijn gehanteerd.

Als het goed is, hoeft u niet zelf achter uw nabestaandenpensioen aan te gaan. Pensioenfondsen zijn aangesloten op de gemeentelijke basisadministratie (GBA). Het GBA-systeem bevat informatie over de nieuwste adreswijzigingen en overlijdensgevallen. Wanneer er zich een wijziging voordoet, vindt automatisch een aanpassing in het GBA-systeem plaats. Adreswijzigingen en sterfgevallen zijn dus bekend bij een pensioenfonds. Er is geen haalplicht: u hoort vanzelf van de uitvoerder. De enige uitzondering is als u na een uitschrijving in een gemeente niet wordt ingeschreven bij een andere gemeente, zoals bij emigratie.

Antwoord met dank aan Corey Dekkers, pensioenspecialist bij de afdeling Fiscaal-juridische zaken van Pensioendesk Nederland. E-mail fjz@pd.nl.

Auteur