Ouderenmishandeling: nu is het genoeg

Getty Images

Jaarlijks worden naar schatting 200.000 65-plussers het slachtoffer van ouderenmishandeling. Zeker weten doen we dat niet, want zowel de pleger als het slachtoffer hult zich in stilzwijgen. Twee hulpverleners vertellen wat ze meemaken in de praktij

Anneke Vegter (58) werkt als sociaal-psychiatrisch verpleegkundige ouderenzorg bij Mediant in Twente.

Anneke de Ruijter (53) is maatschappelijk werker bij het steunpunt Huiselijk Geweld in Amsterdam en gespecialiseerd in ouderenmishandeling.

Wat verstaan we onder ouderenmishandeling?

Anneke de Ruijter: ''We bedoelen daar niet een beroving op straat mee of een geweldsdelict van een anonomieme dader. Ouderenmishandeling is mishandeling door familieleden, mantelzorgers, of andere verzorgenden. Het gaat om een heel scala aan zaken, van knijpen tot geld pikken, en van schelden tot verwaarlozing. Simpel gezegd is het al het gedrag van een verzorger dat een oudere schade toebrengt.''
Anneke Vegter: ''Bij ouderenmishandeling is de oudere geheel of gedeeltelijk afhankelijk van degene die mishandelt. Bijvoorbeeld omdat die boodschappen doet, of simpelweg voor het gezeldschap.

Komt het veel voor?

Anneke Vegter: ''Heel veel. We schatten dat jaarlijks 200.000 65-plussers met mishandeling te maken krijgen. Dat is een op de veertien.''
Anneke de Ruijter: ''Bij regionale Steunpunten Huiselijk Geweld werden afgelopen jaar 1027 meldingen van ouderenmishandeling gedaan. Dat was 3 procent meer dan het jaar daarvoor, maar het blijft het topje van de ijsberg. Ouderenmishandeling is nog altijd een taboe.''

Wie worden vooral slachtoffer?

Anneke Vegter: 'In het algemeen kun je zeggen: hoe brozer en afhankelijker de oudere, hoe groter de kans dat het misgaat. Oudere vrouwen worden iets vaker mishandeld dan mannen, net als ouderen die samenwonen en ouderen met een chronische ziekte.''
Anneke de Ruijter: ''Een alleenstaande oudere vrouw die slecht ter been is, vraag haar buurman om wekelijks boodschappen voor haar te doen. Hij vindt hij als tegenprestatie best een paar van zijn eigen inkopen met haar geld mag afrekenen. De vrouw komt daar pas achter als ze steeds vaker teweinig wisselgeld terugkrijgt. Maar ze durft er niets van te zeggen, uit angst dat hij haar niet meer wil helpen.''

Klopt het dat de plegers meestal familieleden zijn?

Anneke Vegter: ''Ja. Van de 1027 meldingen in 2012 was bij 35 procent een (klein) kind de pleger. In 27 procent van de gevallen ging het om een (ex) partner en bijna even vaak ging het om andere familieleden. De restgroep waren andere naasten, zoals buren of vrienden. Professionals en zorgvrijwilligers bleken zelden, slechts 1 procent van de plegers te zijn.'' 
Anneke de Ruijter:Dat laatste cijfer kan overigens vertekend zijn. Mishandeling door zorgprofessionals valt namelijk niet onder huiselijk geweld, en moet bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg worden gemeld.''

Getty Images


Waarom doen familieleden elkaar zoveel narigheid aan?

Anneke de Ruijter: ''Overbelastingen van de mantelzorger is een belangrijke oorzaak. Neem een dochter die zich heel verantwoordelijk voelt voor haar eigen gezin en voor de zorg van haar dementerende moeder. Misschien vindt ze het ongemakkelijk dat zij nu opeens de ouderrol heeft. De aftakeling van haar moeder maakt haar tegelijk geïrriteerd en verdrietig. Dan kunnen grenzen gemakkelijk verschuiven. De eerste keer dat de dochter haar moeder hardhandig vastpakt om haar te laten luisteren, schrikt ze van haar eigen gedrag. Maar gaandeweg wordt dat 'gewoner' en neemt het geweld toe.''
Anneke Vegter: ''Het hoeft niet altijd met opzet te gebeuren. Neem een man die zijn echtgenote opsluit omdat ze anders gaat dwalen. Of een zoon die zijn vader wat extra kalmerende medicijnen geeft omdat hij gedurende de dag minder onrustig is. Dat kan goedbedoeld zijn, maar het mag niet.''

Ouderenmishandeling gebeurt ook regelmatig wel opzettelijk

Anneke Vegter: 'Daar kan van alles achter zitten. Ik had eens een geval van een dochter die besloot een tweede hypotheek op het huis van haar vader te nemen om haar gokschulden af te betalen. Door zijn leeftijd en zijn psychische problemen besefte die man niet goed waarvoor hij had getekend. Vervolgens kwam hij in de financiële problemen.''
Anneke de Ruijter: ''Bij financiële uitbuiting blijkt de pleger vaak zelf schulden te hebben. Kinderen denken dan bijvoorbeeld: mijn ouders hebben de morele verplichting om me uit de brand te helpen. Of: mijn moeder heeft dat geld toch niet meer nodig. Iets anders is dat kinderen soms wraak nemen voor het leed dat hun ouders hun naar eigen zeggen hebben aangedaan. Bijvoorbeeld door steeds denigrerende opmerkingen te maken of iemand zijn favoriete spulletjes te onthouden.''
Anneke Vegter: ''Als de mantelzorger alcohol of drugsproblemen heeft of psychiatrisch patiënt is, is er ook een grotere kans op ouderenmishandeling. En een cultuur van geweld in het gezin verlaagt de drempel eveneens.

Waarom pikken slachtoffers dat allemaal?

Anneke de Ruijter: ''Die afhankelijkheid waar we het eerder over hadden, speelt een heel belangrijke rol. Ouderen zijn bang dat als ze melding van mishandeling maken, er straks helemaal niemand meer voor ze zorgt en ze dan naar een tehuis moeten. Ze schamen zich ook dat ze het zich laten aandoen. En ze zijn vaak bang dat de dader in de problemen komt, zeker als het een (klein) kind is. Soms zijn ouderen letterlijk niet in staat zich te uiten, bijvoorbeeld omdat ze niet goed meer kunnen praten.
Anneke Vegter: ''De cultuur in het gezin is ook belangrijk. Veel ouderen zijn nog opgevoed met het idee dat je de vuile was nooit buiten moet hangen. Al dat soort zaken dragen bij aan het lage aantal meldingen van ouderenmishandeling. Bovendien zijn ouderen minder geneigd om mishandeling te melden dan de rest van de bevolking. Verder merk ik dat ik veel omstanders de signalen niet herkennen. Of als ze die wel opmerken, weten ze niet wat ze ermee moeten doen. Dan is wegkijken ogenschijnlijk de makkelijkste oplossing.''

Hoe worden dit soort problemen meestal opgelost?

Anneke de Ruijter: ''Ouderenmishandeling stop nooit vanzelf. Sterker nog, als je er niets aan doet, neemt de mishandeling alleen maar toe. De eerste stap naar een oplossing is erover praten. Voor professionele hulpverleners geldt sinds 1 juili de wet Meldcode huiselijke geweld en kindermishandeling waar onder andere in staat dat zij bij signalen van mishandeling met een collega moeten bespreken wat eraan te doen. Maar ook omstanders en slachtoffers zouden vaker aan de bel moeten trekken, hoe lastig dat ook is. Als je het gevoel hebt dat er iets niet pluis is, bespreek dat dan op een rustig moment met iemand die je vertrouwt, bijvoorbeeld een vriend, buurvrouw, iemand van de thuiszorg of de huisarts. Je kunt altijd voor advies bellen naar het Steunpunt Huiselijk Geweld: T 0900-126 26 26 (€0,05 pm). Plegers die iets aan hun gedrag willen doen, kunnen daar trouwens ook terecht.”
Anneke Vegter: ''Wat je bij een vermoeden van ouderenmishandeling in ieder geval niet moet doen, is het erbij laten zitten. Hulp in dit soort lastige situaties vraagt veel geduld. Ik had eens een cliënt die constant door haar man werd gekleineerd en uitgescholden. Hoewel hij nog niet sloeg, dreigde hij wel met geweld. De vrouw wilde absoluut niet dat ik iets ondernam. Ik heb haar vervolgens iedere maand opgebeld om te vragen hoe het ging, en te zeggen dat ze altijd bij mij kon aankloppen. Na een halfjaar deed ze dat en konden we een hulptraject starten. Overigens zoeken we altijd naar een oplossing voor het slachtoffer en de pleger. Een mantelzorger met financiële problemen verwijzen we bijvoorbeeld naar de schuldhulpverlening. Het doel is immers niet om een boeman aan te wijzen, maar om een structurele oplossing voor iedereen te zoeken.''


Auteur