Sparen voor de kleinkinderen: zo haalt u de hoogste rente

Het is fijn om voor je kleinkind een spaarrekening te openen, als je je dat kunt permitteren. Banken hebben speciale (klein)kinder-spaarrekeningen, maar die bieden meestal niet het beste rendement.

Wie het zelf goed heeft, gunt zijn kleinkinderen graag een deel van zijn welvaart. Niet voor nu, maar voor later, zodat ze als jongvolwassene een goede start kunnen maken.

Vruchten plukken
Gulle grootouders zijn voor banken aantrekkelijke klanten. Banken bieden spaarrekeningen aan met namen als Optimist Spaarrekening en SchatKids Sparen. Die sluiten aan op de gevoelens die je als opa of oma hebt bij je kleinkind. En het kind krijgt ook nog eens een leuk cadeautje bij het afsluiten van de rekening. Zo laat de Oog­appelrekening van Triodosbank het kleinkind jaarlijks appels plukken van een biologische appelboom.

Hoe leuk het idee van het vruchten plukken ook is: het zegt niets over de renteoogst, wat bij sparen toch een ­belangrijke doelstelling is.

Wat levert het op?

Maar wie kijkt naar de kale cijfers, kan zien dat kinderspaarrekeningen in het algemeen minder opleveren dan gewone spaarrekeningen. Een rente van meer dan 2 procent op een kinderspaarrekening is een uitzondering, terwijl veel ‘gewone’ spaarrekeningen tegen vaak tegen betere voorwaarden een (iets) hogere rente bieden.

Die mindere voorwaarden zijn soms een startinleg met een bepaald minimum tot soms honderden euro’s. Anderen hebben hebben bijvoorbeeld een minimale looptijd of een verplichte maandelijkse inleg. Daardoor kunt u de betalingen niet tussentijds stoppen, of kunt u niet eerder dan bijvoorbeeld de 18de verjaardag van het kind bij het geld. Soms kunt u tussentijds wel bij het geld, maar wordt boeterente in rekening gebracht bij een geldopname.

Een late bonus

Sommige kinderspaarrekeningen geven pas na langdurig sparen een bonus, bijvoorbeeld op de 15de, 16de en 18de verjaardag van het (klein)kind. Alleen als die bonus wordt gehaald, kan het eindresultaat van een kinderspaarrekening in de buurt komen van een gewone spaarrekening met een hogere rente. De banken keren die bonussen pas zo laat uit om u als spaarder vast te houden.

Daarin schuilt een gevaar. Wanneer u een spaarrekening voor uw kleinkind opent, bent u vast van plan tot de 18de verjaardag door te sparen. Maar de omstandigheden kunnen in de loop der jaren veranderen. Misschien verminderen uw financiële mogelijkheden. Of komen er meer kleinkinderen dan u had gedacht, en kunt u niet voor hen allemaal sparen. Of is het geld al eerder hard nodig voor een noodzakelijke uitgave. Dan is het toch prettiger om flexibel te kunnen zijn.

Een aardigheid van sommige kinderspaarrekeningen is dat er een betaal­rekening aan is gekoppeld, waarmee het kind op termijn zelf kan leren bankieren. Maar dit kan juist ook een nadeel blijken, als het kind het bij elkaar gespaarde geld vroegtijdig wil gaan uitgeven aan zaken waar u het als grootouder toch echt niet voor bedoeld had.

Een kinderspaarrekening biedt behalve een leuk welkomstcadeau eigenlijk geen voordelen boven een gewone spaarrekening. De vraag is dus waarom u als sparende grootouder genoegen zou nemen met een lagere rente en het beknotten van uw vrijheid.

Sparend arm worden
Spaarders die genoegen nemen met een rente van 2,5 procent zijn een dief van hun eigen portemonnee. De inflatie is namelijk zo hoog dat de werkelijke waarde van het geld gelijk blijft of zelfs daalt. Komt het tegoed boven het vrijgestelde bedrag voor de belasting uit (€20.661 in 2010), dan wil de fiscus incasseren: 1,2 procent van het niet vrijgestelde gedeelte. In dat geval is de kans groot dat het spaarvarken van uw kleinkind langzaam dunner wordt wanneer u genoegen neemt met 2,5 procent. Zo wordt u dus sparend arm.

Is het voor u belangrijk dat het spaargeld van uw kleinkind zo snel mogelijk aangroeit, dan is een gewone spaarrekening met de hoogste rente bijna altijd het gunstigst. U mist dan de leuke ­namen zoals Sneltreinsparen of de ­Pardoes spaarrekening, maar een slimme oma of opa verzint de naam van het cadeau wel zelf.

Allerlei voorwaarden

Op zoek naar de hoogste rente kunt u uw eigen bank vragen om het aanbod, maar de kans is groot dat u een matige rente krijgt of beperkende voorwaarden moet accepteren, zoals een minimuminleg of een verplichte stijging van het saldo.

Gaat u voor de hoogste rente, kijk dan eens verder, op het internet bijvoorbeeld. Op  www.vanspaarbankveranderen.nl of www.geldenrecht.nl

Wellicht prijken er gen vertrouwde namen bovenaan, maar ze hebben allemaal een vergunning van De Nederlandsche Bank. Dat betekent dat de spaarder een inleg van maximaal €100.000 volledig terugkrijgt mocht de bank failliet gaan.

Een andere mogelijkheid is een deposito waarop spaargeld een jaar of langer vaststaat tegen een vast rentepercentage, bijvoorbeeld tussen de 3 en 4 procent. Die zekerheid is een voordeel. Het nadeel is dat het niet vrij op te nemen is, ook niet als de rente op een andere spaarrekening stijgt.

Pas echter op voor een zogeheten ‘achtergesteld’ deposito. Daarvan is de rente in de regel nog hoger, maar ‘achtergesteld’ betekent dat het garantiestelsel niet van toepassing is. Gaat de bank onverhoopt failliet, dan bent u uw geld kwijt.

Wie beheert het geld?

Het openen van een nieuwe spaarrekening is meestal niet moeilijk. Het kan vaak via internet en anders schriftelijk of op het bankkantoor. Als de rekening op naam van het kind komt te staan, hebt u hiervoor toestemming van de ouders nodig. Zij beheren formeel ook de spaarrekening. Het is raadzaam van tijd tot tijd te controleren of de rente nog steeds gunstig is. Banken attenderen klanten niet uit eigen beweging op een dalende rente. In het geval van rentedaling zou u kunnen overwegen naar een andere bank over te stappen. Als de rekening op naam van het kind staat, hebt u hiervoor de toestemming van de ouders nodig.

Als grootouder moet u ook bedenken dat de ouders vrij zijn om met het door u gestorte bedrag te doen wat ze willen. Moreel verwerpelijk misschien, maar ­juridisch volledig in de haak. En neem het ouders die het financieel tegenzit eens kwalijk dat ze de spaarrekening van hun kind gebruiken om noodzakelijke uitgaven te doen.

Degene die het geld beheert, rekent ook af met de fiscus. Als de rekening op naam van uw kleinkind staat, valt het tegoed onder het vermogen van de ­ouders. Iedere volwassene heeft een vrijstelling van  €20.661, dus twee ­ouders samen hebben €41.322 (als ze fiscale partners zijn). Ieder kind heeft een vrijstelling van €2762, die bij de vrijstelling van de ouders wordt opgeteld. Het hangt dus af van het overige vermogen van de ouders of er belasting moet worden betaald over het spaar­tegoed van het kleinkind.

Onder uw eigen naam?

Een andere mogelijkheid is het spaarpotje onder uw eigen naam op te ­bouwen. Het tegoed valt dan onder uw eigen vermogen, waarvoor de genoemde vrijsteling geldt. Als u uw belastingvrije bedrag nog niet hebt benut en de ouders van uw kleinkind wel, kan het dus gunstig zijn onder uw eigen naam te sparen.

Die constructie vereist wel wat regelwerk, want u zult in uw testament ­moeten verklaren dat dit geld naar het betreffende kleinkind moet. Als er meer kleinkinderen zijn waarvoor u dezelfde constructie wilt toepassen, moet u voor ­ieder kleinkind een aparte bepaling in uw testament opnemen.

Als de spaarrekening op naam van uw kleinkind staat, kunt u bij het sparen gebruik maken van de jaarlijkse schenkingsvrijstellingen. U kunt ieder jaar €2000 (2010) aan kleinkinderen schenken zonder dat de fiscus hiervan zijn deel eist.

Spaart u in eigen beheer voor uw kleinkind, dan vindt er formeel geen schenking plaats. U kunt nog over het geld beschikken, dus het valt onder uw eigen vermogen. Pas als u het hele tegoed overdraagt, bijvoorbeeld bij de 18de verjaardag van uw kleinkind, dan wordt het een schenking. Nadeel van deze constructie is dat dit bedrag dan de schenkingsrechtvrijstelling.

 
Auteur