Onlangs maakte de SVB de eerste AOW-bedragen voor 2023 over. Maar waar veel AOW'ers op een plus van tien procent rekenden, valt dat in de praktijk vaak tegen.
Dat schrijft de Telegraaf. Volgens de krant zijn veel gepensioneerden teleurgesteld omdat de verhoging van de AOW lager uitvalt. Meestal is het niet meer dan een procent of 8, afhankelijk van de gezinssamenstelling.
En dat merken ze bij de Sociale Verzekeringbank (SVB), de organisatie die verantwoordelijk is voor het uitkeren van de AOW aan 3,5 miljoen pensioengerechtigden. Daar zou de telefoon inmiddels roodgloeiend staan.
Ouderenbond ANBO wijt dit vooral aan de wat versimpelde berichtgeving in de media waarin werd gesteld dat de AOW samen met het minimumloon, 10 procent zou stijgen. "Het minimumloon is met tien procent verhoogd en de AOW is gekoppeld aan het netto minimumloon. Door diverse (sociale) media is gemeld dat de AOW daarmee in zijn geheel met tien procent omhoog zou gaan, terwijl vanaf het begin duidelijk was dat dit niet zo zou zijn”, aldus ANBO.
De SVB stelt dat het ’ingewikkelde materie’ is:
„De koppeling van de AOW aan het minimumloon is niet gebaseerd op het brutominimumloon, maar op het nettominimumloon. Daarnaast heeft het kabinet een extraatje (de IOAOW) verlaagd van 26,38 euro naar 5 euro per maand. Dat betekent dat het netto AOW-bedrag (inclusief loonheffingskorting) voor een alleenstaande is gestegen van 1261,52 euro naar 1353,11. Het netto AOW-bedrag voor een gehuwde en/of samenwonende is gestegen van 863,88 euro naar 920,98.”
Een overzicht van alle AOW bedragen en het netto-verschil met vorig jaar vindt u hier.