Al zolang ik weet heb ik een hekel aan kinderen en dan vooral tussen zes en zestien jaar. Ik ben zelfs een beetje bang voor ze. Ik vind ze onberekenbaar en eng, omdat ze ondanks dat ze verstandelijk onvolgroeid zijn, toch al behoorlijk sterk kunnen zijn.
Afgelopen jaar fietste ik heen en terug naar mijn werk over een lang fietspad. Hier kwam ik altijd zwermen scholieren tegen en ik merkte dat ik mijzelf dan weer kind voelde. Ik ben als kind veel gepest en ik was bang dat zij mij ook iets aan zouden doen. Dat ze me van het fietspad zouden duwen of mijn tas van de bagagedrager zouden trekken. Natuurlijk gebeurt dat niet. Ik ben een volwassene, maar dat vergeet ik dan.
Ik besefte laatst dat mijn pestperiode ook liep van mijn zesde (na een verhuizing) tot mijn zestiende jaar. En dat dat waarschijnlijk de reden is voor mijn hekel.
Nu ben ik begin dertig en ik merk dat dit mijn keuze om wel of geen kinderen te krijgen in de weg staat. Het lijkt me fijn om een baby te hebben of later volwassen kinderen, maar ik moet er niet aan denken om voor kinderen of pubers te moeten zorgen. En als ze van jezelf zijn is nog één, maar ze komen natuurlijk ook met vriendjes en vriendinnetjes thuis. En de kinderen van mijn vrienden worden ook langzaamaan groter. Hoe zorg ik dat ik mijn nare ervaringen loskoppel van de kinderen van nu?
L. Vink
Anne van der Veen, psycholoog
Je verwoordt het heel goed: je eigen nare ervaringen koppel je aan de kinderen die je nu ook tegenkomt. De angst voor de kinderen vroeger, die goed te begrijpen is, voel je weer als je nu ook kinderen tegenkomt. Helemaal in herkenbare situaties als een groep fietsende kinderen.
Daarnaast zie je erg goed dat je nu een dertiger bent, een volwassen vrouw die niet meer bang hoeft te zijn. Maar de gedachten zijn er nog wel! En je lichaam reageert hierop!
Ik zal je een beetje op weg helpen om je angst van toen los te koppelen van de kinderen van nu. Loskoppeling kun je bereiken door nieuwe gedachten te vormen en te voelen. Tegelijkertijd laten oude gedachten je los.
Het volgende komt uit het werk van Byron Katie. Dit is een goede manier (zelfonderzoek) waarin je concreet, snel en niet al te moeilijk tot heel nieuwe gedachten kunt komen en die direct ook kunt voelen. Iets wat erg belangrijk is bij het ontwikkelen van nieuwe gedachten.
Lees het aandachtig.
Vraag je af:
Wat gaat er door je hoofd als je kinderen tegenkomt tussen 6 en 16?
Waarschijnlijk zal dit zijn: als ik kinderen tegenkom in de leeftijd van 6 tot 16, dan doen ze mij iets aan. Voel de spanning die dit oproept.
Stel jezelf dan de volgende vraag:
Is dat waar dat de kinderen me iets aandoen?
Geef jezelf antwoord. Uit je brief kan ik opmaken dat je hier waarschijnlijk 'nee' op zegt. Voel in je lichaam wat deze 'nee' met je doet.
Vraag jezelf het volgende:
Hoe reageer ik als ik de gedachte heb, ze doen me iets aan?
Zie in gedachten de kinderen tussen 6 en 16 (die op het fietspad, die van je vrienden, je toekomstige eigen kinderen) en beantwoord de vraag. Waarschijnlijk zal het zijn: gespannen, angstig, boos, vermijdend, ik vind ze stom. Voel het in je lichaam.
Stel jezelf dan de volgende vraag:
Wie zou ik zijn zonder de gedachte: ze doen me iets aan? Beantwoord de vraag.
Waarschijnlijk: een jong volwassen vrouw die relaxed op haar fiets naar het werk rijdt. Voel hoe je lichaam reageert.
Dan: Keer de gedachte om, ofwel:
- Denk de gedachte: 'ze doen me niets aan...' En geef minstens drie voorbeelden waaruit blijkt dat ze je niets aan doen. Voel het in je lichaam.
-Denk de gedachte: 'ik doe hen iets aan...' En geef voorbeelden van hoe je hen iets aandoet: dat is misschien wat moeilijk, maar bijvoorbeeld een hekel hebben aan de kinderen, ze stom vinden, zal ook effect hebben als je er eentje tegenkomt, toch? In die zin doe je ook de kinderen iets aan.
-Denk de gedachte: 'ik doe mezelf iets aan...' En geef voorbeelden. Hier zijn er best enkele te vinden, bijvoorbeeld veel erover nadenken, angst om te beslissen of je zelf kinderen wilt, vriendschap vermijden omdat er kinderen rondlopen.
-Denk de gedachte: 'in mijn gedachten doen ze me iets aan...' Dat is vast zo. Want in gedachten ben je op het fietspad al vele malen aangevallen, maar in het echt is het niet gebeurd.
En ten slotte: letterlijk omkeren.
- Denk de gedachte: 'ze brengen me iets leuks!' Bedenk hier ook voorbeelden van. Want ongetwijfeld zullen kinderen je ook iets leuks te bieden hebben (vooral die je zelf gaat krijgen).
Bij iedere gedachte is het belangrijk te voelen hoe je lichaam reageert.
En bij elke gedachte is het belangrijk je af te vragen: welke gedachte is meer waar: de oorspronkelijke gedachte (ze doen me iets aan) of de nieuwe gedachte?
Ik hoop van harte dat deze manier van uitdagen je een stuk op weg helpt. Graag zou ik dat van je vernemen, aarzel niet een mailtje te sturen.
Heb jij ook een gezondheidsvraag? Klik hier en stel je vraag aan een expert!