Een gemeentelijke parkeervergunning om in de buurt van het huis te parkeren is het duurst in de Utrechts binnenstad, 578 euro per jaar. Dat is een paar euro meer dan de 574 euro die de gemeente Amsterdam rekent. De afgelopen jaren was de hoofdstad steeds de duurste.
Dit blijkt uit een onderzoek van de Vereniging Eigen Huis, naar de prijs voor een gemeentelijke parkeervergunning in stadscentra. Het Utrechtse tarief is dit jaar veertien procent hoger dan vorig jaar. De prijsverschillen tussen de vier grote steden zijn enorm: een bewoner in het centrum van Utrecht of Amsterdam betaalt bijna zes keer zoveel als een Hagenaar of Rotterdammer die in het centrum woont. In Hellendoorn is een vergunning het goedkoopst met 18,90 euro.
Gemiddeld zijn de parkeervergunningen met 3,7 procent gestegen. In grote gemeenten iets meer. In acht gemeenten stijgen de kosten met meer dan tien procent: Utrecht, Maastricht, Venlo, Ede, Nijkerk, Den Haag, Haarlemmermeer, Lelystad, In Rotterdam en Schiedam werden de vergunningen juist goedkoper.
Autoluw
Veel grote steden willen met het vergunningsbeleid de binnenstad autoluw of autovrij maken. Middelgrote gemeenten gebruiken een parkeervergunning om de parkeerdruk te verlagen, bijvoorbeeld door forenzen te weren in woongebieden rondom een station. Utrecht wil in de hele stad betaald parkeren invoeren om de leefbaarheid te vergroten. Oldenzaal wil, met de hogere inkomsten uit de rode cijfers komen.
Bron: Eigenhuis
