In theorie zou een huishouden in een woning met energielabel A veel minder energie verbruiken dan in een woning met label G. In de praktijk pakt dit echter anders uit en is het verschil tussen beide huishoudens veel kleiner dan verwacht. Dit komt onder andere door het gedrag van de bewoners.
Dat blijkt uit een onderzoek van Rabobank. Het gemiddelde feitelijk gemeten verschil in gasverbruik is vaak minder dan de helft van het theoretisch berekende verschil. Bij woningen met een slecht label ligt het feitelijke verbruik lager dan het theoretische verbruik, terwijl dat bij een woning met een gunstig label juist andersom is. Daar ligt het gemeten verbruik hoger dan het berekende.
De onderzoekers hebben drie verklaringen voor het grote verschil tussen theorie en praktijk. Op de eerste plaats komt het gedrag. Huishoudens in een energiezuinige woning gaan gemiddeld minder zuinig om met energie omdat ze minder geld besparen door de thermostaat een graadje lager te zetten. Huishoudens in een woning met een slecht energielabel zetten de thermostaat minder hoog en in kamers die ze niet gebruiken zetten ze de thermostaat flink lager.
Door dit menselijke gedrag wordt de theoretische besparing van verduurzaming voor een deel teniet gedaan. Tegenover die lagere energiebesparing staat wél meer comfort in de vorm van een warmer huis.
Techniek
Tweede verklaring voor het verschil tussen theorie en praktijk is de techniek. Door bouwfouten, slechte installaties of onvoorziene naden en kieren ontsnapt er meer warmte dan gedacht. Ook verkeerd verbruik of onvoldoende onderhoud aan installaties in energiezuinige woningen dragen bij aan de afwijking tussen theorie en praktijk.
Derde verklaring is dat het meten van energieprestaties niet volledig overeenkomt met de manier waarop mensen in werkelijkheid hun huis verwarmen. Als mensen hun slaapkamer bijvoorbeeld niet verwarmen, heeft dakisolatie een kleiner effect dan in de berekeningen.
De belangrijkste uitkomst van het onderzoek is daarom dat het gedrag van huishoudens veel invloed heeft op het energieverbruik en de maandelijkse energierekening. Huishoudens die hun huis niet op korte termijn kunnen verduurzamen, kunnen toch besparen door hun gedrag aan te passen.
Bron: Rabobank
