Diabetes

Getty Images

Bij diabetes (suikerziekte) wordt glucose niet goed door de cellen opgenomen uit het bloed.

Tijdens het spijsverteringsproces wordt veel van ons voedsel omgezet in glucose, oftewel bloedsuiker. Glucose wordt in de bloedsomloop opgenomen en dient als voedingsmiddel voor de cellen van het lichaam. Maar de cellen kunnen de glucose niet zelfstandig tot zich nemen. Als hulpmiddel moet zich eerst insuline aan het celoppervlak hechten. Insuline is een hormoon dat in de alvleesklier (of pancreas) wordt aangemaakt. Daardoor worden de cellen geactiveerd en kunnen zij glucose opnemen. Door dit proces blijft het bloedsuikergehalte in het lichaam en in het bloed in evenwicht.

Diabetes mellitus is een ziekte waardoor een efficiënt verbruik van glucose in het lichaam wordt bemoeilijkt. Bij diabetes type 1 produceert de alvleesklier niet genoeg insuline. Daardoor kan de glucose niet goed als voedingsstof in de cellen worden opgenomen. Bij diabetes type 2 wordt er wel insuline aangemaakt, maar het hormoon werkt dan niet goed en de glucose wordt niet gelijkmatig in de cellen opgenomen. Deze twee diabetestypes hebben dezelfde gevolgen: de glucose wordt niet goed in de cellen opgenomen. Daardoor hebben mensen met diabetes een hoog gehalte suiker in het bloed. Doordat ze de bloedglucose niet goed kunnen absorberen, hebben de cellen een schreeuwende behoefte aan voedsel.

Ongeacht welk type diabetes iemand heeft, mensen met diabetes moeten hun bloedsuikergehalte in de gaten houden. Diabetes kan met een dieet of met medicijnen worden behandeld, afhankelijk van het type en de ernst van de ziekte.

Auteur