Pluslezers vertellen: 'Mijn moeder is mijn alles'

Ouderen
Getty Images

De band tussen moeders en zonen is speciaal. Twee zoons vertellen waarom zij zo verknocht zijn aan hun moeder. De moeders op hun beurt vertellen hoe blij dat ze maakt. “We raken nooit uitgepraat.”

Corry Klouwer (88) uit Volendam is weduwe en heeft twee zoons, Nico (58) en Martin (52). Met haar jongste heeft ze van kleins af aan een speciale band.

Martin: “Elke zondag ga ik bij mijn moeder langs, dan doen we samen meteen de zware boodschappen. Regelmatig ga ik een keertje extra langs. Mijn moeder houdt enorm van het strand, dus bij mooi weer vind ik het leuk om haar te verrassen. Dan rij ik bij haar langs en vraag of ze nog plannen heeft voor die dag.”

Corry: “Mijn zoons zijn me even lief, maar met Martin doe ik meer samen. Logisch want Nico heeft een gezin. Toen mijn man stierf, heeft Martin tien maanden bij me gewoond. Dat was heel fijn. We lijken qua karakter erg op elkaar en raken nooit uitgepraat. Als hij ’s avonds bij me langskomt, wordt het ongemerkt zo één uur ’s nachts. We hebben erg veel lol, nooit onenigheid of gedoe. Elk voorjaar gaan we samen op vakantie, meestal naar Spanje. We hebben zelfs een paar keer een camper gehuurd en zijn daar samen mee op pad gegaan.”

Martin: “Dat wilde zij altijd zo graag, maar papa hield dat een beetje af. Toen hij 23 jaar geleden veel te vroeg overleed, wilde ik graag haar droom laten uitkomen. Het plan was naar Frankrijk te rijden, maar daar was het zulk noodweer dat we naar Noorwegen zijn gegaan.”

Corry: “Hij doet altijd zoveel voor mij, dat vind ik erg lief. Maar als ik hem dat zeg, wuift hij het weg en zegt hij dat ik veel meer voor hem heb gedaan en dat we nog lang niet quitte staan.”

Martin: “Dat is ook zo. Zij heeft altijd voor mij klaar gestaan en nu kan ik dat voor haar doen. Mijn oudste broer Nico doet ook veel. Hij brengt haar bijvoorbeeld elke dinsdagavond naar yoga. En hij regelt haar financiën en papierwerk. Ik ben meer van de klusjes en gezellige dingen. Als er iets is, kan ze het ons altijd vragen, we geven zelf wel aan als het niet uitkomt. Ik neem haar ook vaak mee naar huis, vindt ze gezellig. Blijft ze lekker een paar dagen slapen.”

Corry: “Bij Martin en zijn partner kom ik altijd tot rust. Ik ben Volendams en wil het graag spic en span hebben, maar bij hen hoef ik niets te doen. Dat is zo heerlijk. Het maakt helemaal niet uit als ze beiden moeten werken. Thuis zit ik ook alleen. Ik vermaak me wel. Ik bemoei me niet met hoe zij hun huishouden runnen. Daarin moet je iedereen vrijlaten, dan krijg je ook geen irritaties.”

Martin: “Mijn moeder zeurt nooit. We ­verwachten niets van elkaar, daarom gaat het tussen ons misschien wel zo goed. We zijn beiden makkelijk en flexibel. Als we iets niet leuk ­vinden, zeggen we dat gewoon, maar meestal is dat niet nodig en zien we het aan elkaar. Ik moet er niet aan denken dat zij er niet meer zou zijn, dan zal ik in een behoorlijk gat vallen.”

Merel van Schaik (69) uit Amsterdam is getrouwd met John en moeder van Brigitte (45) en Hans (43). Zij en haar zoon trekken veel met elkaar op.

Hans: “Mijn moeder is altijd belangrijk geweest in mijn leven, ik bel haar zeker om de dag. Ik kan bij haar met alles terecht, alles is bespreekbaar. Hoewel ik veel waarde aan haar mening hecht, ben ik het niet altijd met haar eens. Dat hoef ik niet te verbergen. Af en toe een kleine botsing houdt het spannend.”

Merel: “Dat ben ik met je eens. Ik vind het ook fijn om te merken dat je bij het ouder ­worden steeds meer naar je zus trekt. Toen jij je partner leerde kennen, wist zij dat bijvoorbeeld eerder dan wij.”

Hans: “Maar je was wel een van de eersten, hoor!”

Merel: “Onze band is altijd hecht geweest, al van kleins af aan. Dat is nu eenmaal zo gelopen, we weten niet anders. Met mijn dochter heb ik het ook heel fijn, maar zij heeft altijd meer naar haar vader getrokken. Die zijn net zo’n twee-eenheid als Hans en ik.”

Hans: “Toch ben ik geen typisch moederkindje, ik zocht niet de hele tijd mijn moeder op. Pas op latere leeftijd werd ik me meer bewust van onze sterke band. We lijken veel op elkaar, ­hebben meestal aan een half woord genoeg.”

Merel: “Hans ging voor zijn studie vrij jong het huis uit en dat heeft onze band verstevigd. Ook al wist ik dat hij zich prima kon redden, toch ging ik regelmatig bij hem langs. Op die leeftijd heb je andere gesprekken en we werden steeds hechter. We zijn allebei zorgzaam. Hans is net als ik een gezelligheidsmens en heeft voor de hotelwereld gekozen. Ik kom uit een gezin dat van bijzonder eten houdt, daarin hebben we elkaar ook gevonden.”

Hans: “We houden van winkelen en gaan ­regelmatig samen de stad in. Zo’n dag sluiten we natuurlijk af met een etentje in een goed restaurant. Samen gaan we alle bekende ­restaurants af. Of we gaan naar een mooie ­voorstelling en nemen daarna een hotel. Er is altijd wel een reden om iets te vieren. In het ­leven moet je zelf de slingers ophangen.”

Merel: “Sinds Hans samenwoont, kom ik vaker bij hem langs dan hij bij mij. Ik kom graag bij ze thuis, ze wonen op een heerlijke plek.”

Hans: “Als ik mijn kasten wil opruimen, bel ik haar. Dat is ons vaste ritueel; samen ­opruimen.”

Merel: “Dan haalt hij alles leeg en bepalen we in ons eigen tempo wat weg kan of mag blijven. Ondertussen drinken we een kop koffie, eten we daarna een broodje en trekken we nog wat later een fles rosé open. Het kan zomaar zijn dat ik daarna blijf slapen. Dat soort spontane invallen zijn voor ons vanzelfsprekend.”