
Klopt de boeterente wel?
In de informatie geeft het Kifid uitleg over de algemene regels. Uitgangspunt is dat banken bij een vervroegde aflossing alleen het werkelijk geleden financiële nadeel bij de klant in rekening mogen brengen. Meer mag niet. Dat nadeel is simpel gezegd het verschil tussen de rente die de klant betaalt en de rente waartegen de bank het geld opnieuw kan uitlenen. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft hiervoor een richtlijn opgesteld. Interessant punt hierbij is het boetevrij aflossen. Afhankelijk van de voorwaarden mag een klant 10, 15 of 20 procent per jaar boetevrij aflossen. Bij de berekening van de boeterente hoeft de bank maar één keer rekening te houden met het boetevrij aflossen. De bank hoeft geen rekening te houden met boetevrije aflossingen in de toekomst, zo blijkt uit verschillende uitspraken van de Geschillencommissie. Naast deze algemene uitleg geeft het Kifid ook drie uitspraken van de Geschillencommissie. In twee ervan moet de bank de boeterente opnieuw berekenen. De derde gaat over toekomstige boetevrije aflossen. Zoals in de algemene is uitgelegd, hoeft daar geen rekening mee te houden. De klager krijgt dus geen gelijk.