Goede voornemens: een week zonder...

Karin van Leuveren
Cees Rutten

Januari is de maand van de goede voornemens, vooral om te stoppen of minderen met verslavende gewoontes. Soms is in één klap afkicken de beste manier. Drie Pluslezers gingen de uitdaging aan: een week zonder mobiele telefoon, zonder alcohol en zonder auto. Hoe is het hen vergaan?

Foto’s Cees Rutten 

Een week zonder mobieltje

Karin van Leuveren (60) uit Zeddam wordt onrustig van haar mobiele telefoon, want ze laat zich er steeds door afleiden. Tijd om in te grijpen.

DAG 1. Zodra ik wakker word, wil ik mijn telefoon pakken. Die ligt er niet. Help, ik kan het nieuws niet lezen! Zie je nou wel? Die telefoon is een soort verlengstuk van mezelf geworden. Blij dat ik het een weekje zonder ga proberen. Ik word ­onrustig van dat ding. Ik wil graag het goede voorbeeld geven. Als ik met mijn zoon Thommy uit eten ga, legt hij zijn mobiel naast zijn bord. Die neemt hij op ­zodra hij overgaat. Mijn man Marcel heeft ook die ­neiging. Door die telefoon neem je niet echt de tijd voor elkaar; je laat je steeds afleiden.  

DAG 2. Gisteravond begon het koor weer te repe­teren.­ Zoals altijd ging ik rond 19.45 uur van huis. Maar bij aankomst bij de kerk zag ik ­niemand. Pas na een kwartier kwam de eerste zang-collega aan. In de groepsapp stond dat we later ­begonnen. Dat bericht had ik natuurlijk gemist. Ik merk nu pas hoe vaak ik met een vriendin app. ­Omdat we het misten, kwam ze vanmiddag naar me toe. Samen op de bank zitten praten is natuurlijk veel gezelliger dan via de telefoon. Op een gegeven ­moment pakten we er een paar fotoalbums bij. Er is niets heerlijkers dan uitgebreid door fotoboeken ­bladeren. Al die herinneringen die boven komen!   Bij de post zat een brief van mijn dochter Eva. Ze schrijft: “Dacht je even een weekje rust van je kinderen te hebben? Nou, dacht het niet!” Onderaan heeft ze wat van haar parfum gespoten en daarbij geschreven: “Zodat je me niet vergeet!” Wat geweldig leuk! Wanneer krijg je tegenwoordig nou nog een echte brief?

DAG 3. Ik word me ervan bewust dat de mobiele ­telefoon voor mij hét contactmiddel is met onze kinderen. Dat mis ik nu wel: af en toe even een vraag stellen, een mededeling, een fotootje. Marcel kreeg een berichtje dat het eerste kleinkind van mijn zwager en schoonzus vandaag is geboren: Sam. Normaal gesproken had ik haar allang geappt of ­gebeld. Nu stuur ik twee leuke kaarten, een voor de blije ouders en een voor de kersverse opa en oma. Zo kan het natuurlijk ook.

DAG 6. Op visite geweest bij koorcollega Truus. Als ik thuiskom, wil ik iets regelen op mijn ­laptop. DigiD vraagt om een koppelcode. Daar heb ik mijn telefoon voor nodig. Kan dus niet. Even later wil ik medicijnen bestellen via mijn digitale medicijnkluisje. Onmogelijk, zonder code kom ik er niet in. Gefrustreerd wil ik een vriendin appen. Kan niet. Dan loop ik maar even naar haar toe. Kan ik meteen even langs het Centrum voor Fysiotherapie, checken of mijn volgende afspraak klopt. Die staat in mijn digitale agenda, maar daar kan ik niet bij. Onhandig hoor, ­zonder mobieltje!  

DAG 7. Morgen mag ik weer op mijn telefoon. Blij dat het erop zit, al voel ik wel dat ik er iets rustiger door ben geworden. Ik wil vanaf nu ook niet meer altijd bereikbaar zijn, ook niet als ik met de hond ga wandelen. Foto’s maken doe ik voortaan met mijn gewone camera. Dan ga ik weer ouderwets foto­albums maken. Heerlijk!  

Karin van Leuveren
Cees Rutten

Een week zonder alcohol

Nel Wijnoogst (75) uit Rotterdam is dol op rode wijn. Gaat het haar lukken om een week lang de wijntjes te laten staan?

DAG 1. Ik ben dol op rode wijn en het is héél makkelijk­ om te veel te drinken. Vooral als het gezellig is. Als ik samen met buur­vrouwen ben, neem ik al gauw drie of vier glazen. Ik heb er nooit last van, maar ik weet dat het slecht is voor mijn gezondheid. Vandaar een weekje zonder alcohol. Tot lunchtijd zal het geen probleem zijn. Maar daarna: naar de golfbaan. Als ik niet zelf hoef te rijden, neem ik na afloop altijd twee glazen rode wijn. Wat zal ik ze ­vertellen? Dat ik niet drink omdat ik hoofdpijn heb? Anders hoor ik het commentaar al: “Wat mankeert jóu?” 23.00 uur. Niet te geloven hoe vaak de gedachte aan een alcoholisch drankje vandaag voorbijkwam. Ik mis niet alleen het wijntje, maar ook het portje voorafgaand aan het avondeten, samen met Rob. Wat een gewoontedier ben ik toch. 

DAG 3. ’s Middags het wekelijkse potje scrabbelen met de buurvrouw. Zij neemt zelf altijd een half flesje wit, ik een half flesje rood. Als ik haar vertel dat ik voorlopig niet meer drink, zegt zij: “Dan neem ik ook een colaatje.” Gelukkig, ik hoef me niet te verdedigen! Ik vertel haar hoeveel discipline het vergt om gezonder te leven. Maar ik ben indertijd ook op eigen kracht met roken gestopt, dus dit moet ook lukken. 

DAG 4. Vanmiddag komt mijn hulp. Eerst flink ­opruimen. Rob en ik hebben zitten te knoeien met apparaten die het niet deden. Door al dat gedoe hebben we er een rommeltje van gemaakt. Om 12.00 uur samen thee drinken en kletsen over de vakantie. Daarna een paar uurtjes aan de slag.

DAG 5. Tegen vijven denk ik: nu even lekker zitten. Het valt me tegen dat ik weer aan dat rode wijntje denk. Ik merk trouwens nog niet dat ik me nu fitter of helderder voel. Hoewel, misschien heb ik toch wel wat meer energie.  Tegen zessen wacht ik op Rob met een glaasje tonic. Hij komt om half acht thuis; ik heb het eten voorbereid. Dan belt hij op: hij kan met een paar mensen mee die ergens gaan eten. Leuk voor hem! Ik zie wel wanneer hij thuiskomt.Dan wordt het opeens moeilijk in mijn hoofd. Zal ik dan toch maar een lekker wijntje nemen, met een toastje erbij, om de tijd te doden? Het blijft maar malen. Ik kijk naar een documentaire en daarna maak ik een ommetje. Als ik terug ben, neem ik een glaasje water. Rob kan nu ieder moment thuiskomen. 

DAG 6. Veel afleiding vandaag. Boodschappen, sportschool, vriendin gezien, enzovoort. Over eten hoef ik niet na te denken; ik heb alles nog over van gisteren. Ik zit niet te snakken naar een glas wijn, maar het schoot net wel door mijn hoofd: volgende week ‘mag’ ik weer drinken. Ik ben benieuwd of ik me kan blijven matigen. Misschien vind ik het wel heel prettig. En aan de andere kant: misschien is minderen nog wel moeilijker dan helemaal stoppen. We gaan het zien. 

Nel Wijnoogst
Cees Rutten

Een week zonder auto

Voor Wouter Verkleij (74) uit Zaandam is autorijden veel te duur geworden. Hij gaat ontdekken of hij zonder auto óók komt waar hij wil wezen.

DAG 1. Vorige week gaf onze auto voor de zoveelste keer problemen. We werden met pech opgehaald door een sleepdienst. De auto was de kosten voor een reparatie niet meer waard. Wij leven van een AOW-uitkering en een klein pensioentje, dus waarom zouden we het niet zonder auto proberen? Om te beginnen voor een week, om te kijken hoe het ons bevalt? Mijn vrouw Guuk vond het meteen een goed idee. Dus gaan we vanmiddag met het openbaar vervoer naar een theatervoorstelling in Soest. Eerst met de fiets naar station Zaandam. Daar nemen we de trein naar Utrecht en vandaar naar Soest: eerst een hapje eten en dan naar het theater. Iets na middernacht zijn we weer thuis. Dat viel tegen! Er bleken drie stations te zijn in Soest. We stapten bij het verkeerde station uit, dus moesten we met de eerstvolgende trein weer terug naar station Zuid. Daar was echter nergens een eetgelegenheid te vinden. Een vriendelijke dame bood aan om ons met haar auto naar het centrum te brengen. Daar zijn inderdaad ­restaurants, maar het theater bleek vier kilometer ­verderop. Met een bus en een OV-fiets kwamen we uiteindelijk op onze bestemming, maar wat een ­gedoe! De terugreis verliep iets vlotter, hoewel we op het nippertje de laatste bus haalden. Volgende keer toch maar beter plannen. Openbaar vervoer is leuk, maar je moet er wel de tijd voor hebben. Of nemen. 

DAG 4. Ik heb vandaag echt een auto nodig. Als ­geluidstechnicus (vrijwilliger) heb ik een klus in ­Wormer­veer en er moet apparatuur mee. Die past niet in mijn mand of in de fiets­tassen. Geen probleem, ik doe die klus voor een zanger en die haalt me met mijn spullen op. Afhankelijk zijn van ­iemand vind ik niet prettig. Ik ben gewend alles zelf te regelen. Maar niet zeuren, we gáán ervoor. Guuk heeft een afspraak met een vriendin in Purmerend. Normaal gesproken breng ik haar met de auto naar het station. Nu gaat ze op de fiets. Niet naar het station, maar naar Purmerend! Drie kwartier rijden. Met een elektrische fiets is dat wel te doen. En het is gratis.   

DAG 5. Vanmiddag werden we gebeld door onze dochter, die met haar fiets ergens tussen Zaandam en Beverwijk met pech stond. Spaken geblokkeerd. Haar eerste reactie: Wouter bellen, die komt me wel helpen. Ik bedenk een oplossing. Ik heb haar huissleutel voor calamiteiten. Ik spring op mijn fiets richting haar huis, pak daar haar auto en rijd naar haar toe. Ik kan de fiets niet maken, maar we ­nemen hem mee en brengen hem naar de fietsen­maker. Toch weer het gevoel van: wat mis ik die auto! 

DAG 7. Het is zeker te doen, maar er zijn ook ­momenten waarop je even de auto wilt pakken en dan bedenkt: o nee, die hebben we niet. Maar we zijn absoluut van plan het voorlopig vol te houden. Voordelen: we zijn nu veel meer in ­beweging, de vervoerskosten zijn minimaal vergeleken met de maandlasten van een auto en er zijn altijd mensen die je spontaan willen helpen. Je komt voor de leukste ontmoetingen te staan! 

Op Plusonline.nl bieden we iedereen de kans gratis kennis te maken met Plus Magazine. Hét maandblad bomvol informatie en inspiratie. Maar deze artikelen, dossiers en columns maken kost veel tijd en geld. Wilt u meer? Overweeg dan ook een abonnement op Plus Magazine.

Wouter Verkleij
Cees Rutten
Auteur