Opnieuw weet de huismus de eerste positie te bemachtigen in de voorlopige uitslag van de Nationale Vogeltelling. Al jaren staat de mus aan kop in de jaarlijkse tuinvogeltelling van Vogelbescherming Nederland.
De mus wordt gevolgd door de koolmees en de vink. De vierde plek wordt in beslag genomen door de merel.
Volgens Vogelbescherming Nederland is er sprake van een recordaantal deelnemers. Ruim 70.000 mensen telden dit weekend de vogels in hun tuin of op hun balkon. Gedurende drie dagen doen de deelnemers dit een half uur lang, met zondag als slotdag.
De meest getelde soort was zonder twijfel de huismus. Minder dan de helft van deze vogels werd in de tuinen waargenomen. Doordat deze vogels in groepen leven, zijn ze qua absolute aantallen het vaakst gezien. Een groep mussen in de tuin bestond gemiddeld uit acht exemplaren.
Na usutu-virus keert de merel terug
Door het usutu-virus was de merel sinds 2016 minder gezien, maar hij lijkt terug te keren. Dit heeft mogelijk te maken met de recente sneeuwval. Hierdoor is het voor de merel lastiger om voedsel op de grond te vinden, wat leidt tot meer voedselzoekende merels in de tuinen.
Na de merel sluit de pimpelmees de top vijf af. Daarna volgt de kauw, Turkse tortel, houtduif, roodborst en ekster.
Vogelbescherming ziet grote regionale verschillen
Grote regionale verschillen waren te zien tussen het zuiden en de rest van het land, volgens Vogelbescherming Nederland. Het aantal merels blijft in Limburg en Noord-Brabant achter.
Volgens de organisatie klopt dat ook met de ontwikkeling van het usutu-virus, dat in de zuidelijke provincies het langst rondwaart.
Tot maandag 12:00 uur kunnen deelnemers hun telling van zondag nog insturen. Daarna wordt de definitieve uitslag openbaar gemaakt.
- Nu.nl