Zo gezond is zingen

'Zingen is een soort vitamine voor je lijf''

Getty Images

Of je het samen doet of in je eentje, toonvast of vals: zingen is gezond. Het is goed voor je longen, je hart en je humeur. Geen wonder dat steeds meer mensen het doen.

Peter van Heemst (61) zingt thuis, op de fiets, in de auto, op het werk, overal eigenlijk, en graag waar het galmt.
Vroeger vond ik zingen niks: kinderachtig. En iets wat je in de kerk moest doen. Maar thuis zong mijn moeder tijdens het strijken uit volle borst Nederlandstalige liedjes. Zo heb ik een enorm arsenaal aan ­liedjes opgebouwd. Op de gekste ­momenten ploppen ze in mijn hoofd op. ­Gisteren nog. Ik zie een meisje op een terras een latte ­macchiato drinken, met een rietje, en daar was Sophietje. Het hele lied van voor tot achteren! Ik zing eigenlijk overal, het liefst in een ruimte met een mooie galm, want daar klinkt vals minder vals, haha. Als gemeenteraadslid in ­Rotterdam zong ik altijd als we ’s avonds na een vergadering naar buiten liepen. Die enorme lege hal kon ik niet weerstaan. Eerst keken mensen er raar van op, maar later waren ze teleurgesteld als ik het niet deed. En toen ik Kamerlid was, zette ik in die grote hal van de Tweede Kamer weleens een ­gereformeerd gezang in als ik twee SGP’ers voor me zag lopen. Grote verbazing natuurlijk, als een ­PvdA’er dat doet! Maar ook op de fiets, in de auto of thuis zing ik. Zingen is echt een soort vitamine voor je lijf. Het geeft energie, je komt erdoor in een soort positieve flow. Meteen als ik wakker word, gaat er een cd aan en zing ik onder de douche keihard mee. Here’s to the love van Di-rect is nu favoriet.

Inloopkoor Intervocaal

Njétzvoda Njétzvoda, voeroe ivanííítski!” zingen bijna tweehonderd mannen en vrouwen enthou­siast in nep-Russisch in de Spuikerk in Amsterdam. Vandaag wordt de kerk gebruikt voor het maandelijkse inloopkoor Intervocaal. Vooraan staat dirigente en zangeres Rinske van der Meer. “Wel een beetje oosters kijken!”, roept ze vrolijk. De zangers en zangeressen, het merendeel rond de 50, zijn ingedeeld per zangstem: bassen, tenoren, alten en sopranen staan bij elkaar. Voor in de zaal zijn teksten en ­bladmuziek geprojecteerd; er kan niets misgaan. Een valse noot valt in de massa niet direct op en met z’n allen klink je al snel prachtig. De een zingt uit volle borst, de ander zet aarzelend de eerste toon in.

Hersentraining

Waarom doen ze dit? Al die mensen die elkaar niet kennen, maar samen zingen alsof ze al jaren bij elkaar horen? Omdat het lekker is. Én gezond. Dat weten niet alleen de 600.000 Nederlanders die zijn aangesloten bij een koor(tje), maar ook al die mensen die dagelijks een aria of ballade inzetten onder de douche. Wie een uurtje heeft gezongen, heeft een sportieve work-out achter de rug, of het nou een beetje zuiver geklonken heeft of niet. Verschillende spieren in het bovenlijf, zoals die van buik en rug, zijn daarna getraind. En de longen en ademhalingsspieren zijn beter in vorm geraakt door ademhaling vanuit de buik. Daarnaast is de hoeveelheid antistress-hormonen en endorfinen toegenomen. Dat geeft een gelukkig gevoel en kan pijnstillend werken. Mensen die chronisch pijn hebben, vergeten de pijn tijdens het zingen vaak even. Na een uurtje zingen heb je ook meer afweerstoffen in je bloed, wat het immuunsysteem een boost geeft. Dat alles blijkt uit onderzoeken van onder andere de universiteiten in Göteborg en Frankfurt.

Zingen in een koor is nog gezonder. Dat traint je hersenen, want dat vergt concentratie: je moet wijs kunnen houden, de juiste tekst zingen en een beetje synchroon met de anderen zingen. Onderzoek uit 2013 van de Zweed Björn Vickhoff toonde zelfs aan dat de hartslag van koorleden synchroon gaat lopen tijdens het zingen, en dat zou goed zijn voor het hart. Nader onderzoek moet nog aantonen hoe goed precies.

Zo vals als een kraai

Zingen in een koor heeft een belangrijk sociaal aspect. Je hoort bij een groep, bent nodig en moet dus regelmatig op pad. Dat is goed voor je. Maar ook als je liever in de auto meezingt met je favoriete rockband of als je onder de douche geregeld zo vals als een kraai een aria uit je geliefde opera ten gehore brengt, ben je gezond bezig. Toch bestaat er volgens het Nederlands Huisartsen Genootschap geen richtlijn voor huisartsen om patiënten bij bepaalde aandoeningen zingen of zelfs zangles te adviseren. Toosje Valkenburg, huisarts in een groepspraktijk in De Bilt: “Ik heb het nagevraagd, maar niemand van ons heeft zingen ooit aangeraden om puur fysieke redenen; alleen om sociale of psychologische redenen. Misschien moeten we dat toch gaan doen.”

Het Longfonds noemt op de website zingen als een van de middelen om de longen in goede conditie te houden. Maar als die conditie al niet meer zo best is, heeft het dan nog zin om te gaan zingen? Berna van der Linden is COPD-patiënt. “Meteen toen ik de ­diagnose kreeg, ben ik gaan kijken wat ik kon doen om mijn ademhalingsspieren te trainen.” Ze deed toen al de achtergrondzang in een band, maar is ook op zangles gegaan. “De combinatie van de ontspanning en de kick die je krijgt als je zingt, zorgt er volgens mij voor dat je je ademhalingsspieren optimaal gebruikt. Na een zangsessie ben ik echt minder benauwd.” Dokter Folkert Brijker is longarts in het Diakonessenhuis in Utrecht en Zeist. “In het niet-medicamenteuze behandelplan bij COPD en astma zit ademhalings­therapie, en daar hoort ook zang bij. En bij slaap­apneu raden we het echt aan; daarop blijkt zingen duidelijk effect te hebben.”

Dokter Lennart Conemans is longarts in opleiding in het UMC in Utrecht en heeft (nog) nooit iemand expliciet aangeraden te gaan zingen. Maar dat het voor iedereen gezond is, is volgens hem wel duidelijk, longpatiënt of niet. “Zingen doe je vanuit je buik als het goed is, en als je met je buik ademt, gaat je middenrif naar beneden. Dat geeft niet alleen de longen meer ruimte, je maakt je middenrifspier er sterker mee. Dat is de belangrijkste ademhalingsspier, die bij mensen met COPD meestal ernstig verzwakt is. Maar het moet wel kunnen; er zijn longpatiënten die bij wijze van spreken geen twee noten meer halen.”

 

Getty Images

Weer vol energie

Zingen is populairder dan ooit. Dat blijkt niet alleen uit talentenjachten voor zangers op televisie of de populaire karaokebars tijdens vakanties. Het aantal koren in Nederland is hoog en lijkt toe te nemen. Volgens Frits van Schaik, secretaris van de Vereniging Nederlandse Korenorganisaties, zijn er in Nederland 15.000 koren; dat is drie keer zoveel als voetbalclubs. Terwijl er steeds minder klassieke mannenkoren en kerkkoren zijn, komen er volgens hem steeds meer koren en koortjes met lichte muziek zoals de shantykoren (met zeemansliederen), de swingende barbershopkoren (zonder muziek) of smartlappen­koren. Toch zijn er veel mensen die denken: niks voor mij, dat kan ik niet. Rinske van der Meer: “Natuurlijk zingt de een mooier dan de ander, maar ook mensen die in hun eentje onzuiver zingen, blijken in zo’n inloopkoor als dit ineens heel aardig te klinken. Je wordt als het ware meegenomen door de anderen.”

Ook de Utrechtse zangpedagoog en mezzosopraan Hermien de Zwart zegt dat eigenlijk iedereen kan zingen. “Het is een misverstand dat je al goed moet kunnen zingen voordat je zangles neemt. Als je aan pianoles begint, hoef je toch ook niet al te kunnen spelen? Veel mensen nemen zangles omdat ze het gewoon leuk vinden om te doen. Je ziet dan mensen die het nooit gedurfd hebben en nu toch de stap zetten en er erg veel plezier aan beleven. Soms blijkt door de zanglessen pas dat iemand een heel mooie stem heeft. Natuurlijk zijn er zangers die er altijd nét naast zitten, maar daar valt aardig wat aan te doen. Dat heeft met ontspanning en ademhaling te maken. Helemaal oplossen kun je het niet altijd, maar in dat geval horen mensen het zelf niet, dus dat verpest hun plezier in het zingen helemaal niet.” En gezond is het volgens haar zeker. “Het gebeurt geregeld dat mensen heel moe of mat vanuit hun werk naar zangles komen en dat ze na een uurtje zingen weer vol energie weggaan.”

Applaus voor jezelf

Voor de zangers in de Spuikerk zit het er na twee uur en een stuk of negen liederen weer op. Ter afsluiting klinkt na enig oefenen het vierstemmige Hijo de la luna en de aanwezigen zijn zelf zo onder de indruk van hoe het klinkt, dat er na het slotakkoord een spontaan applaus klinkt. Applaus voor jezelf! Er is intensief gezongen maar vooral veel gelachen. Als iedereen naar buiten loopt, kijken toeristen verbaasd naar het opgewekte gezelschap dat deze zondag geanimeerd kletsend en lachend de kerk uit komt. Die Nederlanders moeten wel een heel blije religie hebben.

Ook (beter) leren zingen?

• Zangles: check de plaatselijke muziekschool, of zoek een particuliere zangpedagoog.
• Koren: Vereniging Nederlandse ­Korenorganisaties, T 0343-51 48 93 of www.nederlandsekorenorganisaties.nl
• Inloopkoren: onder andere in Amsterdam, Schipluiden, Leeuwarden, Almere, Amersfoort, Utrecht en Nijmegen. 
• Lezen over zingen: Zingen voor dummies, van Pamelia S. Phillips. Uitg. Pearson Benelux, €14,95. En: Tipboek Zang, Hugo Pinksterboer. Uitg. Tipbook Company, €14,90.

De beste filmpjes over zangtechniek zijn verzameld op https://www.plusonline.nl/reizen-vrije-tijd/zangtechniek

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine