Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat een derde van de thuiswonende ouderen beperkingen heeft. Traplopen en zware boodschappen zijn hindernissen.
Uit de gezondheidsenquête die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) deed, blijkt dat twee derde van de zelfstandig thuiswonende ouderen geen beperkingen ervaart. Naarmate de leeftijd vordert neemt het aantal beperkingen wel toe. Van de 64- tot 75-jarigen heeft 79 procent geen beperkingen. Bij 75 jaar en ouder is dat nog maar 51 procent. Vooral oudere vrouwen hebben in het dagelijks leven met beperkingen te maken.
Basishandelingen
De gezondheidsenquête die het CBS uitvoerde, lette vooral op basishandelingen zoals het doen van boodschappen, traplopen, in en uit bed komen, eten, wassen en aankleden. Met boodschappen doen, hebben de 64- tot 75-jarigen voor 9 procent last, de 75-plussers voor 19 procent. Ook blijkt een op de twintig ouderen moeite te hebben met op tijd de medicijnen innemen en een op de honderd met telefoneren.
Beperkingen
Van de thuiswonende 65- tot 74-jarigen in Nederland heeft 12 procent minstens één beperking van de Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) zoals wassen en kleden. Van deze groep heeft 19 procent een of meer IADL-beperkingen (meer complexe handelingen zoals maaltijden bereiden of boodschappen doen). Bij 75-plussers zijn deze aandelen met 33 en 45 procent aanzienlijk hoger.
Langer thuis wonen
De overheid wil dat ouderen langer zelfstandig thuis wonen, een doelstelling die aardig gehaald lijkt. Ondanks het feit dat het aantal ouderen rap toeneemt, daalt het aantal ouderen dat in een instelling woont. Woonde in 1995 nog 17 procent van de 75-plussers in een instelling, in 2014 was dat nog maar 10 procent. Van de 65-plussers woont volgens het CBS 95 procent thuis, dat zijn 2,8 miljoen mensen.
- Proud to be Senior