Interview met Eric Hertogh, beroep: webinspecteur

Via internet gaan er jaarlijks miljarden euro’s van hand tot hand. Maar niet iedereen rekent netjes af met de fiscus. Daarom struint de Belastingdienst het wereldwijde web af, op zoek naar fiscale misstanden.

Hij ziet er helemaal niet uit als een Big Brother. Meer als een braverik, een aardige buurman. Die schijn bedriegt. Eric Hertogh kan, samen met zestien medewerkers van het Internet Service Centre van de Belastingdienst, bijna alles van iedereen te weten komen. Andersom is er over zijn werk maar weinig bekend. Er hangt zelfs een sfeertje van top secret omheen. Ook tijdens het interview, want na vragen over ‘hoe dat nou precies zit’ volgt vaak een lange stilte, waarna hij antwoordt: “Sorry. Het is niet zo handig om daarop in te gaan. We zouden fraudeurs op verkeerde ideeën kunnen brengen.”

Zwarte kinderzitjes

Over zijn behaalde successen is Hertogh gelukkig openhartiger. Zo kwam zijn team onlangs een mevrouw op het spoor die onder verschillende namen en met meerdere telefoonnummers voor tienduizenden euro’s handelde in kinderzitjes. Zwart natuurlijk. Geen haan die daarnaar kraait. Toch?

Verkeerd gedacht, want dat is precies waar de webinspecteurs dag in dag uit mee bezig zijn: het internet afstruinen. “Op internet kunnen we alles zien. Echt alles. Omdat er miljarden websites bestaan, lijkt dat misschien onmogelijk, maar het is werkelijk waar”, zegt Hertogh met klem. Om ons meteen ook weer gerust te stellen: “Het meeste op internet is voor de fiscus niet interessant. Wie af en toe een advertentie op Marktplaats of Speurders zet, heeft ook niets te vrezen.”

Wie er wel kan rekenen op zijn warme belangstelling? “Iedereen met afwijkend of onlogisch gedrag. Dus een ondernemer met een adres op de ene plek, een postbus op een andere, verschillende handeltjes en meerdere 06-nummers. Dat valt op, want waarom doet iemand dat? Wat probeert die persoon te verbergen?”

Superslimme zoekmachineMissing media-item.

Je zou haast denken dat ambtenaren als Hertogh de hele dag een beetje zitten te surfen op internet, maar dat is niet zo. Dat laten ze over aan hoogbegaafde zoek­machines. De belangrijkste daarvan is Xenon, een superslimme digitale speurder. Het in kaart brengen van de resultaten gebeurt op levensgrote schermen. “Met bolletjes en lijntjes tussen personen, bedrijven, rekeningnummers, e-mailadressen en allerlei andere zaken die van belang kunnen zijn.”

Soms is dat een heel gepuzzel, maar meestal levert dat ook veel op. Zo zat de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) van de Belastingdienst laatst met twee verdachten die beweerden elkaar niet te kennen. Na twee weken van aanhoudende verhoren gaven ze nog geen krimp. Toen mochten de webinspecteurs het proberen. “Binnen één middag had een van onze medewerkers het verband aangetoond: de verdachten waren lid van dezelfde sportvereniging. En op de website van die vereniging stonden ook nog eens foto’s van die twee samen. Ja, op zulke momenten staan we hier wel te juichen.”

Vindt Hertogh het niet een beetje dom hoe die twee criminelen zichzelf te kijk hebben gezet? “Nee, iedereen zit op internet en zet daar van alles op. En misschien hebben ze die foto’s niet eens zelf geplaatst. Dat is niet dom, het is heel menselijk.”

Handel is geld

En wat te denken van de eigenaar van een zeiljacht die dat bezit niet opgeeft als vermogen? Hoeft niet, vond hij, omdat hij de boot alleen maar verhuurt. Dat kan natuurlijk best zo zijn. Maar als je jezelf dan tijdens een grote zeilwedstrijd laat fotograferen op die boot en die foto’s ook nog eens op je website zet... Tja, dan kun je het de Belastingdienst echt niet makkelijker maken.

Hertogh: “Veel zaken komen we op het spoor, want de informatie biedt zichzelf aan. Iedereen die handelt met behulp van internet, wil juist graag gevonden worden. En waar handel is, wordt geld verdiend, en dat heeft fiscale gevolgen.”

Totale onzin

De webinspecteurs treden ook op tegen misleiding rondom de diensten van de Belastingdienst. Zo was er even een website in de lucht die beweerde het ‘lidmaatschap van de Belastingdienst’ voor u op te kunnen zeggen. “Totale onzin natuurlijk, maar veel mensen trapten erin”, vertelt Hertogh. “Die hebben allemaal hun naam, adres, woonplaats, burgerservicenummer en andere persoonlijke gegevens vrijgegeven. De eigenaar van die website hebben we meteen opgespoord. Daarna was de site snel uit de lucht.”

Omdat Hertogh internet door en door kent, kan hij het tot slot niet laten om argeloze internetgebruikers te waarschuwen. “Niet alles is wat het lijkt. Klik dus niet op de eerste de beste site of e-mail die van de Belastingdienst of van bijvoorbeeld uw bank lijkt. Vooral niet als naar uw persoonlijke gegevens wordt gevraagd. Want met uw gegevens in de verkeerde handen begint fraude en oplichting.”
Auteur 
Bron 
  • GeldenRecht