De voordelen van werken met AOW

Getty Images

We werken steeds langer door: inmiddels is bijna een kwart van de 68-jarige mannen nog aan de slag en werkt een op de tien 68-jarige vrouwen. Voor doorwerkers gelden speciale regels, die onlangs zijn aangescherpt.

Een kwart van de niet-werkende AOW’ers heeft belangstelling voor betaald werk. Dit blijkt uit een enquête van de universiteiten van Groningen en Tilburg en het Nidi (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut). Het ­belangrijkst vinden­ zij dat het werk leuk is en dat ze zelf hun werktijden kunnen bepalen.­ Mensen die na hun ­pensioen werken, doen dat meestal in deeltijd. De helft werkt minder dan 12 uur per week. 

Minder belasting betalen

Werken als je de AOW-leeftijd hebt bereikt, mag gewoon. Er zijn zelfs speciale uitzendbureaus voor senioren, zoals 65plus, ­Actief 65+ en ErvarenJaren. Een ­bijbaan heeft geen gevolgen voor de hoogte van de AOW en ook niet voor het aanvullende pensioen dat bij de werkgever is opgebouwd. ­Werken na de AOW-leeftijd heeft wel financiële voordelen. Niet ­alleen vanwege het extra inkomen, maar ook fiscaal.

Het hangt van de hoogte van het inkomen af, maar meestal houden mensen met AOW netto per uur meer geld over dan jongere werknemers. Dat komt doordat AOW’ers over de eerste circa €37.000 inkomen ongeveer 19 procent belasting betalen in plaats van 37 procent belasting. Als iemand met AOW meer dan zo’n €37.000 per jaar verdient, geldt voor dat meerdere hetzelfde belastingpercentage als voor jongere werknemers. Het kan zijn dat een AOW’er dan zelfs iets meer belasting betaalt omdat sommige belastingkortingen, zoals de algemene heffingskorting en de arbeidskorting, lager zijn voor mensen met een AOW-uitkering. Waar je ook rekening mee moet houden is dat een bijbaan ­gevolgen kan hebben voor eventuele­ toeslagen, zoals zorg- of huur­toeslag. Op www.belastingdienst.nl kun je een proefberekening maken.

Ziekte en arbeidsongeschikheid

Werken is niet alleen aantrekkelijk voor mensen met AOW, ook voor werkgevers zijn al die werkende senioren interessant. De arbeidsmarkt is krap, dus het is vaak moeilijk om personeel te vinden. Bovendien zijn AOW’ers mensen met veel ervaring.

Wat ook meespeelt, is dat het voor werkgevers financieel voordelig is om mensen met een AOW-uitkering aan te nemen. Als jongere werknemers ziek worden, moet een werkgever het loon twee jaar blijven betalen. In het tweede jaar is dat meestal overigens niet het volledige loon. Maar als een werknemer met AOW ziek wordt, hoeft de werk­gever sinds 1 juli 2023 het loon maar zes weken door te betalen. Vóór 1 juli was dat dertien weken.

Met AOW heb je geen recht meer op een arbeidsongeschiktheids­uitkering of op een werkloosheidsuitkering. Verder bouw je meestal geen pensioen meer op via het werk. Hier hoeft de werkgever dus geen premies meer voor te betalen. Dat maakt de loonkosten ­lager. Wel hebben werknemers met AOW net als alle andere werknemers recht op het minimumloon en op vakantietoeslag.

Het ontslagrecht

Net als andere werknemers kunnen mensen met AOW ook ontslagen worden. Alleen zijn de regels soms anders. Als je na de AOW-leeftijd gewoon bij de oude werkgever blijft werken, kan de werkgever je ontslaan zonder dat het UWV of de kantonrechter ­eraan te pas komen.

Als je pas bij een bedrijf bent gaan werken toen je al een AOW-uitkering kreeg, geldt het gewone ontslagrecht. Dan heeft de werkgever voor het ontslag toestemming nodig van het UWV of de kantonrechter, net als bij andere werknemers.

Dat geldt ook als je bij de oude werkgever bent blijven werken, maar een nieuw contract hebt gekregen. Bijvoorbeeld omdat­ je ander werk doet of minder uren werkt. Daarom zullen de meeste werkgevers in zo’n geval de nieuwe­ afspraken opnemen in het oude contract.

Jongere werknemers die ont­slagen­ worden, krijgen meestal een transitievergoeding mee. Dat is een wettelijk verplichte ontslagvergoeding. Die kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor scholing om makkelijker een andere baan te vinden. Werknemers met AOW die ontslagen worden, krijgen geen transitievergoeding.

Tijdelijke contracten

Het komt vaak voor dat werkgevers een tijdelijk contract aanbieden aan mensen met een AOW-uitkering. Je mag maximaal vier jaar werken met maximaal zes tijdelijke contracten. Als je vaker dan zes keer een contract krijgt of ergens langer dan vier jaar werkt, gaat je contract automatisch over in een vast contract. Als een werkgever je dan wil ontslaan, moet hij daarvoor naar het UWV of de kantonrechter.

De meeste werkgevers laten het niet zo ver komen. In de praktijk bouwen de meeste werkgevers op tijd een pauze in. Dan hoeft de werknemer een half jaar niet te werken. Na die tijd staat de teller weer op nul en krijg je weer een nieuw tijdelijk contract.