De kunst gaat door de maag

'Ik schilder heel eigentijds, open en vrolijk, niet dat sombere Hollandse'

Getty Images

Gebakken eieren, patat, ketchupflessen: Tjalf Sparnaay (60) schildert zo levensecht dat je je ogen er niet van af kunt houden. Voor het eerst is het werk van deze Nederlandse kunstenaar in een Nederlands museum te zien.

Geen foto, maar olieverf, ­penselen en linnen. Net als de Hollandse meesters uit de zeventiende eeuw. Als jongetje tekent en schildert Tjalf Sparnaay al veel. In Rotterdam, waar hij opgroeit, loopt hij de musea af, want “schilderen leer je door te kijken naar het werk van anderen”. Hij ziet Vermeer en Rembrandt, maar ook het licht en de kleuren van de impressionisten spreken hem aan. Hij herkent al snel zijn roeping: schilder zal hij worden. “Een romantisch idee, maar dat heilige vuur had ik in me en heb ik nog steeds.”

Getty Images
Net als zijn grote voorbeelden blijft het ‘precieze’ schilderen zijn streven, al gaat hij een andere kant op: die van het fotorealisme en de popart uit de jaren zeventig. “Heel eigentijds, open en vrolijk, niet dat sombere Hollandse.” Hij noemt zijn werk een combinatie van die zeventiende eeuw en het heden.


Gebakken ei, 2013

Autodidact

Tjalf Sparnaay is autodidact. “Ik heb een half jaar op de Rietveld Academie gezeten, maar je wordt toch een bepaalde richting op geduwd. Die energie kon ik beter in mezelf stoppen en me ontwikkelen tot een oorspronkelijk beeld­maker. Die originaliteit was voor mij heel belangrijk. Ik weet zeker dat het eerste bakje patat dat ik schilderde, nooit eerder op de hele wereld zo geschilderd was. Dat was een fantastische ontdekking! Dat gevoel wilde ik steeds opnieuw hebben.”

Hij werkt een aantal jaren als sportleraar, is ansichtkaarten­ontwerper en pakt alles aan om geld te verdienen en het vak te leren. Een tijdlang heeft hij een galerie. “Dan zien mensen je werk, hoor je dat ze het mooi vinden en kopen ze het ook. Daar is niets verkeerds aan. Het beeld van de arme kunstenaar op een koude zolderkamer spreekt mij niet aan.”

Getty Images
Getty Images

Links: Broodje ham/ei, 2014. Rechts: Kaasboterham, 2010.

Verpletterend

Zo bouwt hij langzaam een netwerk op, maar zijn grote ambitie is ­Amerika met zijn helden van het fotorealisme: Ralph Goings en Charles Bell. Twaalf jaar lang exposeert hij in New York in OK Harris Work of Arts van Andy Warhols ontdekker Ivan Karp. Inspiratie vindt hij gewoon in de supermarkt of in zijn eigen keuken. “Een bord, eieren, draadjesvlees, ketchup. Genoeg om iets moois van te maken. In het schilderen van eten kan ik ontzettend veel kwijt qua artistieke kwaliteit en ambities. Ik zou het nog wel wat smeriger willen maken, wat dieper op de imperfectie willen ingaan. Als je imperfectie perfect schildert, wordt het helemaal verpletterend.”

Getty Images
Drie maanden per doek

Hij noemt zich gedisciplineerd en gestructureerd, werkt een uur of vijf per dag en drie maanden aan een groot doek. “Eerst maak ik een serie foto’s van het onderwerp, de beste delen combineer ik in Photoshop, daar ga ik mee aan de slag. Het is een uitdaging om een alledaags voorwerp zo exact te schilderen dat men gedwongen wordt om ernaar te kijken. Wat ik ermee tracht te be­reiken, is verwondering, verbazing.” De schilderijen van Sparnaay worden verkocht voor bedragen tussen de €18.000 en €80.000. “Ik zit rustig in m’n atelier, maar alleen maar schilderen zou ik niet kunnen. Dat zou verblinden. Het andere moet er ook uit.” En dat is de muziek, de jazz, de piano, de huisconcertjes. Onlangs is een cd verschenen.

Erkenning

Getty Images
Sparnaay wil geen elitair schilder zijn, maar de erkenning is welkom. “Het is ontzettend belangrijk dat mensen mijn werk mooi vinden, dat het als kunst met een grote K gewaardeerd wordt. Ik ben dan ook enorm trots dat ik voor het eerst in een Nederlands museum exposeer. Dat daar een hedendaags fotorealist hangt, is al een wonder.”

Reproducties van het werk van Tjalf Sparnaay zijn exclusief bij de kunstenaar verkrijgbaar (www.tjalfsparnaay.nl). Zo’n vijftig olieverfschilderijen op groot doek zijn tot en met 6 april te zien in Museum de Fundatie in Zwolle. T 0572-38 81 88 of www.museumdefundatie.nl                                             

Colablikje, 2010. Rechts boven: Maggi, 2007.

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine