Kijk 'ns naar het vogeltje!

Toe aan een nieuwe digitale videocamera? Het aanbod in de winkels is enorm. Waar moet u op letten bij de aanschaf?

Camcorders (de alternatieve benaming van digitale videocamera’s) zijn in de loop der tijd steeds kleiner geworden. Moest je ooit nog letterlijk je schouder eronder zetten, tegenwoordig passen veel camera’s makkelijk in de palm van je hand. Een van de voordelen hiervan is dat je de camera daardoor makkelijk overal mee naartoe kunt nemen. Een nadeel van een erg kleine camera is dat hij soms moeilijk stabiel te houden is, zeker bij wind of het maken van een beweging. Kijk daarom bij het kiezen van een camera of hij goed en stevig vast te houden is.

Geheugenkaart

De beelden worden tegenwoordig niet meer opgeslagen op een tape, maar op een intern geheugen of op een verwisselbare geheugenkaart zoals een SD-kaartje. Het voordeel van zo’n kaartje is dat het eenvoudig te vervangen is wanneer ‘t vol is, waarna je meteen verder kunt filmen.

Lichtgevoeligheid

De kwaliteit van het opgenomen beeld wordt grotendeels bepaald door de lens en de CCD-chip (een lichtgevoelige sensor). De CCD-chip zet het via de lens opgevangen licht om in digitale signalen. Hoe meer pixels (beeldpunten) de chip bevat, hoe hoger de beeldkwaliteit. Het is dus belangrijk om het aantal pixels, ook wel de resolutie genoemd, bij verschillende camera’s te vergelijken. Met een CCD-chip met 800.000 pixels zit je tegenwoordig in het goedkopere camerasegment – wat overigens goed genoeg is voor het maken van leuke vakantievideo’s. Wil je de beste kwaliteit, kies dan voor 3 megapixel of meer.

Er komen steeds meer camera’s met drie CCD-chips in plaats van één. Dit zorgt voor een hogere beeldkwaliteit, ook bij weinig licht. Bij weinig licht speelt de lichtgevoeligheid van de sensor (uitgedrukt in Lux) een rol. Wanneer je ook wilt filmen in een donkere omgeving, is een laag Lux-getal belangrijk: hoe dichter bij 0, des te beter.

Mate van comprimeren

De beeldkwaliteit is ook afhankelijk van de mate van comprimeren (samenpersen) van het beeld bij het opslaan. Comprimeren maakt het mogelijk om meer op te nemen. Je kunt voor een deel zelf de verhouding tussen opslagruimte en beeldkwaliteit bepalen met behulp van de functies Long Play (LP) en Short Play (SP). Bij Long Play sla je meer video op met een lagere kwaliteit; bij Short Play sla je minder video op met een hogere kwaliteit.

Full-hd

Hdtv (high definition television) met een hoge beeldresolutie is inmiddels de standaard geworden in de huiskamer. Dat is de reden dat de meeste moderne videocamera’s in full-hd kunnen opnemen. Bij ­full-hd is de resolutie 1920 x 1080 beeldpunten. Wanneer je een full-hd video afspeelt op een full-hdtv, haal je de maximale beeldkwaliteit.
Let er wel op dat de camera opneemt in de progressive modus  (1920 x 1080 p) en niet in de interlaced modus (1920 x 1080 i). ­Alleen bij de progressive modus is er sprake van full-hd.

Missing media-item.

Optische zoom

Iedere camcorder is voorzien van een zoom, waarmee je objecten in beeld ­dichterbij haalt of verderaf zet. Er zijn twee soorten zoom. Bij optische zoom wordt met behulp van de lens gezoomd. Hierbij gaat geen beeldkwaliteit verloren. Bij digitale zoom wordt het opgenomen beeld uitvergroot of verkleind; de beeldkwaliteit is minder goed.
Kies dus liever een camera met een optische zoom. Hoe hoger de zoomfactor, hoe meer je kunt inzoomen. Een optische zoom van rond de 20x is de standaard, maar met sommige camcorders kun je tot wel 60x zoomen. Bij digitale zoom lopen de mogelijkheden van 200x tot wel 1000x.

Handige extra’s

  • Beeldstabilisatie is bij alle moderne camcorders standaard aanwezig. Dit zorgt ervoor dat trillingen in het beeld worden gecorrigeerd. En dat is geen overbodige luxe bij het filmen vanuit de hand.
  • Met bijna alle videocamera’s kun je foto’s maken. De kwaliteit van de foto’s is minder dan bij digitale fotocamera’s. Een videocamera moet minstens een resolutie van 3 megapixel hebben om foto’s van goede afdrukkwaliteit te produceren.
  • Alle camera’s hebben tegenwoordig een lcd-scherm voor het bekijken van de beelden. In veel gevallen is dit een touchscreen, zodat je de camera kunt bedienen door het scherm aan te raken. Je hoeft dan niet meer met knoppen te werken.
  • Vaak zul je de gemaakte videobeelden willen bewerken op een computer of bekijken op een tv. Daarvoor moeten op de camcorder de juiste aansluitingen aanwezig zijn: USB (2.0 of 3.0) of firewire voor de computer. Nog beter: HDMI, voor de beste verbinding met de computer en de televisie.
Bron 
  • Plus Magazine