Lopen en fietsen steeds populairder, OV loopt terug

Getty Images

Reizigers in grote steden verkiezen steeds vaker de fiets of de benenwagen boven het openbaar vervoer. In de jaren tussen 2005 en 2015 werden de bus, tram en metro minder populair. Dat blijkt uit de publicatie ‘Mobiliteit in stedelijk Nederland’ van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM).

In dit onderzoek zijn de verplaatsingen van Nederlanders tussen 2005 en 2015 onder de loep genomen. Het onderzoek heeft niet gekeken naar recente jaren.

Er is gekeken naar het gebruik van deze modaliteiten in hoog-stedelijk, laag-stedelijk en zelfs niet-stedelijk gebied. Over het algemeen is het gebruik van bus, tram en metro per inwoner afgenomen in hoog-stedelijke gebieden en ongeveer gelijk gebleven in laag- en niet-stedelijke. Het KiM heeft er geen duidelijke verklaring voor, maar geeft aan dat het te maken kan hebben met de gestegen populariteit van de fiets.

Druk spoor

Het aandeel van fiets, lopen en trein zijn duidelijk gestegen. Volgens het kennisinstituut heeft die toegenomen populariteit dus ook te maken met de berichtgeving dat het drukker wordt op het spoor. Vooral in en rondom grote steden maken meer mensen gebruik van de trein, op andere plekken in Nederland bleef dit gelijk.

Een vergelijkbare trend was tot aan 2015 niet zichtbaar bij andere OV-modaliteiten. In de grote steden, zoals Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht is het gebruik van bus, tram en metro juist tien jaar lang afgenomen. Het gaat hierbij niet alleen om het aantal verplaatsingen, maar ook om de kilometers die worden afgelegd. Dat betekent dat er minder mensen in het stedelijke OV stappen, maar dat ze ook minder ver reizen.

Streekvervoer Utrecht

De enige uitzondering hierop is het streekvervoer in Utrecht. Het gebruik van bussen en trams is in het laag-stedelijk gebied juist met bijna 10 procent gestegen. Reizigers lijken in die regio vaker te hebben gekozen voor het openbaar vervoer als de afstand groter was dan 7 kilometer. Tegelijkertijd zijn ook lopen en fietsen daar populairder geworden, terwijl het aandeel van de auto in de modal shift juist gedaald is.

Het gaat niet overal om kleine dalingen. In de steden Amsterdam en Den Haag is het aantal verplaatsingen met bus, tram of metro per inwoner in die 10 jaar met 20 procent gedaald en het aantal kilometers nog meer. De daling voor het aantal verplaatsingen in Rotterdam blijft hangen op 10 procent, maar het aantal kilometers per jaar is ook daar met bijna 30 procent verminderd.

Afstanden

Het KiM heeft niet alleen gekeken naar het aantal verplaatsingen en de kilometers, maar ook naar het aandeel van de verschillende modaliteiten op bepaalde afstanden. Daaruit blijkt dat de trein populairder is geworden. De trein had in 2005 al een behoorlijk aandeel in afstanden groter dan 7 kilometer, en dat is nu met 1,5 procent verder gestegen. Het aandeel van bus, tram en metro is gedaald, met name in de afstandsklassen van 1 tot 7 kilometer en meer dan 7 kilometer.

Het KiM is nog niet negatief over de ontwikkelingen over het gebied van verplaatsingen. Want hoewel het aandeel van bus, tram en metro afneemt, geldt dat ook voor de auto.

Bron 
  • OVPro