Werken met thuisnetwerken

Steeds meer mensen hebben twee of meer computers in huis. Daarmee wordt het aantrekkelijk die computers met elkaar te verbinden in een thuisnetwerk. Zo kunt u gegevens en apparatuur delen.

Wat is een netwerk?

Thuisnetwerk is de meer precieze naam voor de algemene term netwerk. Het gaat hier dan over computers die in een thuissituatie met elkaar verbonden zijn. Er zitten verschillende voordelen aan het verbinden van computers in een netwerk:
  • gemakkelijk bestanden uitwisselen, zoals documenten en video’s
  • apparaten delen, zoals printers en scanners, en internet
  • vanaf meerdere computers werken met een bestand
  • multiplayer spellen spelen met andere mensen in huis
  • beveiliging op één punt instellen in plaats van op alle computers afzonderlijk

Netwerken zijn er in verschillende soorten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen bedrade en draadloze netwerken. Bij een bedraad netwerk zijn de computers onderling verbonden met behulp van netwerkkabels. Bij een draadloos netwerk -ook wel bekend als WiFi- zijn de computers verbonden met behulp van zenders en ontvangers, die ervoor zorgen dat informatie via radiosignalen wordt doorgegeven. Er is ook nog een mix van bedraad en draadloos mogelijk: dat wordt een hybride netwerk genoemd.

De voordelen van een bedraad netwerk ten opzichte van een draadloos netwerk zijn:
  • veiliger
  • sneller
  • goedkoper
  • minder last van storing
  • eenvoudiger in Windows aan te sluiten
  • eenvoudiger om apparatuur, zoals een modem of printer, aan te sluiten

De nadelen van een bedraad netwerk ten opzichte van een draadloos netwerk zijn:

  • extra werk omdat kabels naar computers moeten worden gelegd
  • neemt meer ruimte in door de kabels
  • alleen aansluiting van computers mogelijk daar waar een kabel is (dus niet met de laptop in de tuin netwerken)

Apparatuur voor een bedraad netwerk

Voor het maken van een netwerk is speciale netwerkapparatuur nodig, waarmee computers  onderling kunnen communiceren. Voor een bedraad netwerk moet de volgende apparatuur worden gebruikt:

Een netwerkkaart - Een kaart voor het maken van een netwerkverbinding, die op het moederbord in de kast van de computer wordt geplaatst. In veel pc’s en laptops is tegenwoordig al een netwerkkaart ingebouwd. Als alternatief zijn er ook externe netwerkadapters. Deze wordt aangesloten op de USB-poort van de computer en zet de signalen om van USB naar netwerk en omgekeerd.
Er zijn drie snelheden: 10, 100 en 1000 Mbps (megabit per seconde). Netwerkkaarten kunnen tussen de verschillende snelheden schakelen, zoals: 10/100 Mbps of 10/100/1000 Mbps. Maximaal 100 Mbps is voor de meeste toepassingen voldoende, maar als u vaak zeer grote bestanden wilt uitwisselen of via het netwerk de nieuwste games wilt spelen, kan 1000 Mbps goed uitkomen. Houd er rekening mee dat de maximale snelheden in de praktijk meestal niet worden gehaald.

Netwerkkabels - Speciale kabels die de computers onderling verbinden. Deze UTP-kabels (Unshielded Twisted Pair) hebben aan beide zijden een zogenaamde RJ45-stekker. Zo’n stekker wordt in de netwerkapparatuur gestoken.
Netwerkkabels worden onderverdeeld op categorie (Cat). Voor thuisnetwerken zijn Cat 5 of 5e goed geschikt. Cat 6 is sneller en vooral handig voor het verzenden van veel informatie of gamen. Wanneer u een netwerkkaart heeft die 1000 Mbps aankan, heeft u op zijn minst Cat 5e of Cat 6 nodig om die snelheid op de kabels te kunnen handhaven.

Hub, switch, router - Een soort verdeelkastje voor het netwerk, waarin de kabels vanaf alle aangesloten computers samenkomen. Dit kastje zorgt ervoor dat informatie verzonden vanaf een computer, wordt doorgestuurd naar de andere computers die verbonden zijn.
Een belangrijk verschil tussen een hub en switch is dat een hub netwerkinformatie naar alle aangesloten computers stuurt: ook computers waarvoor de informatie niet bedoeld is. Dit maakt het netwerk trager. Een switch stuurt de informatie alleen naar de juiste computer. Ook kan een hub vaak maar op een snelheid werken en een switch op meerdere snelheden.
Een router heeft als extra mogelijkheid direct contact te kunnen maken met internet. Via een ingebouwd modem of een kabel en een los modem. Dat heeft als voordeel dat alle aangesloten computers direct internet op kunnen. Routers ontvangen en versturen informatie het meest intelligent en dus snelst. Ook zijn ze voorzien van een ingebouwde firewall en allerlei extra instellingen voor beveiliging.

Apparatuur voor een draadloos netwerk

Voor een draadloos netwerk moet de volgende apparatuur worden gebruikt:

Draadloze netwerkadapter - zenders/ontvangers die signalen van en naar een computer in het netwerk afhandelen. Er zijn draadloze adapters die als een netwerkkaart in de computer worden ingebouwd. Dit type kaart is herkenbaar aan de korte antenne die aan de achterkant van de computer uitsteekt. Andere draadloze adapters hebben de vorm van een grote USB-stick en kunnen in een USB-poort gestoken worden. Voor laptops zijn er ook nog PCMCIA-adapters die in een daarvoor bestemde poort passen.
Draadloze adapters kunnen op dit moment snelheden van 11/54 Mbps (megabit per seconde), 11/54/108 Mbps of 11/54/300 Mbps aan. In werkelijkheid wordt maximaal een snelheid van de helft of zelfs eenderde van dat getal gehaald. Vanaf 108 Mbps kunt u de meeste netwerkactiviteiten met uw computer goed uitvoeren.

Access point (toegangspunt) - een draadloos apparaat dat de radiosignalen van de computers met een draadloze netwerkadapter ontvangt en doorstuurt naar de juiste computer. Er zijn losse access point-apparaten, die fungeren als een draadloze switch. Meestal worden echter draadloze routers gebruikt, zodat ook meteen contact kan worden gemaakt met internet.

Netwerktips

  • De snelheid van een netwerk wordt bepaald door de traagste schakel. Let er dus op dat uw netwerkapparatuur qua snelheid goed met elkaar kan samenwerken.
  • Netwerkkabels zijn in diverse kleuren te koop. Het kan handig zijn om iedere computer die verbonden is met het netwerk zijn eigen kabelkleur te geven. Bij problemen kunt u zo makkelijker zien om welke computer het gaat.
  • Als u draadloze apparatuur van hetzelfde merk neemt, heeft u de beste kans dat de draadloze netwerkadapters en het access point goed kunnen samenwerken.
  • Als u dikke betonnen muren heeft in uw huis kan dit een draadloos netwerk storen. In dat geval kan het nodig zijn een bedraad netwerk te kiezen.
  • Het is met behulp van speciale adapters die in het stopcontact worden gestoken, mogelijk via het electriciteitsnet een netwerk aan te leggen. De gebruikte techniek wordt Homeplug of Powerline genoemd.