Interview neuroloog Hans Hamburger

‘Slaappillen hebben zelden zin’

Getty Images

“Slaap is van levensbelang”, zegt neuroloog Hans Hamburger. Slecht slapen heeft meer gevolgen dan we denken. Het goede nieuws is: er is meestal wat aan te doen. Je levensstijl aanpassen bijvoorbeeld.

Hans Hamburger (67) was een bekende neuroloog en somnoloog (specialist slaapgeneeskunde). Hij overleed in 2021 op 71-jarige leeftijd. Hij was ­oprichter van het Amsterdam Slaap Centrum, een van de eerste slaapcentra in Nederland, gevestigd in het Boerhaave ­Medisch Centrum. Hij heeft zijn leven gewijd aan slaapgeneeskunde, het belang van een goede slaap en het behandelen van slaapstoornissen. Dit interview stond in 2018 in Plus Magazine.

Hij zegt het liever niet tegen zijn patiënten, maar zelf is neuroloog en slaapdeskundige Hans Hamburger een uitstekende slaper. Hij noemt het zelfs ‘een van zijn favoriete hobby’s’. Maar op dat verhaal zitten de uitgeputte en soms zelfs wanhopige mensen die zich op Hamburgers slaapspreekuur melden natuurlijk niet te wachten. Hoewel? “Als er geen achterliggende ziekte is, zijn een paar relatief simpele tips over gezond slaapgedrag vaak voldoende om voor een betere nachtrust te zorgen.”

Wat is dat, gezond slaapgedrag?

“Na een actieve dag heeft je brein tijd nodig om terug te schakelen voor het in slaap kan vallen. Je doet er daarom goed aan om na acht uur ’s avonds alleen nog dingen te doen waarvan je ontspant. Voor veel mensen betekent dat: tv kijken of op een computer, tablet of telefoon bezig zijn. Maar het blauwe licht dat deze apparaten afgeven, ontregelen je interne klok en verhinderen dat je in slaap valt. Zet alles dus minstens een uur voor je naar bed gaat uit.”

Hoeveel mensen hebben last van slapeloosheid?

“Ongeveer de helft van de Nederlanders slaapt naar eigen zeggen regelmatig slecht. Bij minder dan zes uur kom je echt tekort. Naar schatting één op de vijf mensen heeft een slaapziekte. Slapeloosheid vormt de grootste groep, maar ook slaapapneu, waarbij je tijdens het slapen steeds kort stopt met ademen, rusteloze benen en een verstoorde biologische klok – officiële naam ‘circadiane ­ritmestoornis’ – komen veel voor.”

Wat is het gevaar van te weinig slapen?

“Mensen met een chronisch slaap­tekort hebben onder andere een flink verhoogde kans op obesitas, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Dat komt doordat slaap een belangrijke rol speelt bij onder andere de stofwisseling, de afweer en de aanmaak van veel hormonen. Verder onthoud je dingen minder goed als je te weinig slaapt en ben je minder productief. Ook hebben slechte slapers vaker last van angsten, depressie, burn-out en/of verslaving.”

Is er iets aan te doen?

“Dat hangt van de oorzaak af, maar in de meeste gevallen wel. Belangrijk is om goed in kaart te brengen wat het slaapprobleem veroorzaakt. Dat kun je laten uitzoeken bij een gespecialiseerd slaapcentrum. De meest doeltreffende behandeling tegen ­slapeloosheid is een speciale vorm van cognitieve gedragstherapie.”

Waarom maakt u zich al dertig jaar hard voor behandeling van patiënten met slaapproblemen?

“Omdat slaap voor je gezondheid minstens zo belangrijk is als gezond eten en drinken en voldoende bewegen. Maar als het over levensstijl gaat, hoor je hier nog veel te weinig over. Bovendien beseffen mensen ­onvoldoende hoe groot de impact van een slaaptekort is.”

Is daar in de zorg wel voldoende aandacht voor?

“Absoluut niet! Veel huisartsen en specialisten weten het verschil niet tussen slaperigheid door een slaapziekte en vermoeidheid door een andere lichamelijke ziekte of depressie. Het gevolg is dat patiënten vaak geen goede diagnose krijgen. Ze worden dan naar huis gestuurd met slaappillen, terwijl die de oorzaak van het probleem helemaal niet aanpakken. In de helft van de gevallen is boezemfibrilleren het gevolg van slaapapneu. Daar is bij cardiologen nog veel te weinig aandacht voor. Verder hebben sommige medicijnen als bijwerking dat je er slechter van gaat slapen. Bètablokkers bijvoorbeeld, die veel mensen slikken tegen een hoge bloeddruk. De oplossing is dan niet om een slaapmiddel te geven, zoals vaak gebeurt, maar om te onderzoeken of een ander bloeddrukverlagend middel minder slaapklachten veroorzaakt.”

Klopt het dat ouderen minder slaap nodig hebben?

“Tussen de 30 en 70 jaar heb je gemiddeld tussen de 7 en 8 uur slaap nodig. Boven de 70 vermindert dat iets, omdat mensen dan overdag minder actief zijn. Verder verandert je interne klok als je ouder wordt. Van nature gaan de meeste mensen tussen elf en twaalf uur ’s avonds slapen en worden ze om zeven uur ’s ochtends weer wakker. Bij ouderen schuift dat ritme vaak wat naar voren. Dat komt onder andere doordat de ogen met het ouder worden achteruitgaan. Daglicht dringt dan minder goed binnen. Het gevolg is dat ouderen ’s avonds vaak eerder in slaap vallen. Als ze dan ’s ochtends om vier of vijf uur wakker worden, denken ze – onterecht – dat ze een slaapstoornis hebben. De oplossing is om overdag voldoende buiten te komen en actief te zijn, en ’s avonds niet te vroeg naar bed te gaan.”

Hebben slaapmiddelen zin?

“Zelden. Ze kunnen je weliswaar helpen om makkelijker in te slapen, maar vervolgens verstoren ze de natuurlijke slaapcyclus. Daardoor rust je niet echt uit. Bovendien werken ze gemiddeld 24 uur, waardoor je overdag last houdt van suffigheid, vermoeidheid en geheugenproblemen. Dat kan gevaarlijke situaties opleveren, bijvoorbeeld in het verkeer. Ook kan je evenwicht verstoord raken, waardoor je sneller valt. Voor kalmerende middelen, zoals oxazepam, geldt trouwens precies hetzelfde. Bovendien veroorzaken al dit soort middelen afhankelijkheid, een mooi woord voor verslaving. Dat effect treedt al op na tien dagen gebruik.”

En vrij verkrijgbare middelen, zoals melatonine?

“Het is eigenlijk raar – en niet ongevaarlijk – dat melatonine als hulpmiddel voor het slapen wordt verkocht. Melatonine is geen slaappil maar een hormoon, dat invloed heeft op je biologische klok. De eerste dagen maakt het je weliswaar een beetje slaperig, maar dat effect is na een week wel uitgewerkt. Dan blijf je zitten met enkel een ontregelde interne klok, waardoor je slaapproblemen alleen maar kunnen toenemen. Overleg dus altijd met je dokter voor je melatonine gaat gebruiken.”

Helpt het bekende slaapmutsje?

“Ook al niet. Alcohol kan je weliswaar helpen om sneller in slaap te vallen, maar de stof zorgt er óók voor dat je onrustiger en minder diep slaapt. Het gevolg is dat je vaker ­tussendoor wakker wordt en de volgende dag minder uitgerust bent.”

Wat kun je zelf dan wel doen om je lichaam een handje te helpen?

“Zorg voor een donkere en koele slaapkamer, liefst rond de 18 graden. Om het licht buiten te houden kun je verduisteringsgordijnen aanschaffen. Een goedkopere oplossing is een slaapmasker. Routine is ook belangrijk. Ga elke dag op dezelfde tijd naar bed en sta op dezelfde tijd op. Daarmee instrueer je je lichaam dat het zich klaar moet maken voor het slapen. Zorg voor veel licht overdag en voldoende beweging. Lekker ­buiten wandelen kortom.”

Auteur