De nuttigste aftrekposten: overig

Zelf de belastingaangifte invullen wordt steeds makkelijker. En met deze serie 'nuttigste aftrekposten' wordt het al helemaal een eitje. Tel uw kosten op, bereken of u ze kunt aftrekken en geniet belastingvoordeel.

Overig

Middeling
Hebt u het ene jaar veel meer inkomsten in box 1 (werk en woning) dan het andere, bijvoorbeeld omdat u bent gestopt met werken? Dan kunt u de Belastingdienst vragen de belasting te berekenen over het gemiddelde inkomen van drie aaneengesloten kalenderjaren. Dat kan voordelen hebben wanneer u daardoor in een lagere tariefschijf terechtkomt.

Ook als u over 2011 en 2010 al aangifte hebt gedaan, kunt u nog middeling aanvragen. Stuur met uw verzoek een berekening mee van de door u berekende middeling. Helaas voor 65-plussers blijft de lagere premie die zij voor volksverzekeringen betalen bij middeling buiten beschouwing. Men gaat uit van het tarief voor 65-minners. Pas als het verschil tussen de verschuldigde belasting en de berekende belasting groter is dan €545, komt u in aanmerking voor teruggaaf. Gelukkig loopt u geen risico op ­bijbetalen. Als middeling niet gunstig uitpakt, wordt uw verzoek afgewezen.

U moet uw verzoek om middeling doen binnen 36 maanden nadat alle aanslagen van de jaren die tot uw middelingstijdvak horen, onherroepelijk vaststaan. Dat is als de termijn van zes weken voor bezwaar, beroep, hoger beroep of cassatie is verstreken.

Vrijstellingen box 3
Hiervóór zijn steeds aftrekposten behandeld die gelden in box 1. Als u zoveel aftrekposten hebt dat u in box 1 geen belasting meer hoeft te betalen, kunt u het restant aftrekken in box 3. Maar box 3, waarin spaargeld, beleggingen en andere vermogens­onderdelen vallen, heeft ook zijn eigen ­‘aftrekposten’. Zo hoeft u voor­werpen van kunst en wetenschap nooit op te geven.Denk aan schilderijen (die u niet puur als belegging hebt) of een waardevolle sterrenkijker. Verder hoeft u contant geld niet op te geven tot een bedrag van €512 per persoon. Schulden hoger dan €2900 (per persoon) mag u af­trekken. Maatschappelijke beleggingen in groene of sociaal ethische fondsen zijn vrijgesteld tot €56.420.

Voor de bepaling van de waarde van uw vermogen geldt de situatie op 1 januari 2012. U hoeft pas belasting te betalen over uw vermogen als het saldo van vermogen en schulden uitkomt boven het heffingvrij vermogen van €21.139 per persoon. De kindertoeslag die in 2011 nog bestond, is met ingang van 2012 verdwenen. De belasting in box 3 bedraagt 1,2 procent.

Toeslag in box 3

Wie op 31 december 2012 65 jaar of ouder was en een betrekkelijk laag inkomen had, kan in aan­merking komen voor de ouderentoeslag. Deze toeslag ­verhoogt het heffingvrij vermogen.

Voor het bepalen van de ouderen­toeslag moet u uitgaan van het inkomen vóór aftrek van de ­persoonsgebonden aftrekposten. Bij een inkomen tot €14.302 is de ouderentoeslag €27.984. Bij een inkomen tussen €14.302 en €19.895 is de ouderentoeslag €13.992. Is het inkomen hoger dan €19.895 dan hebt u geen recht op ouderentoeslag. Ook als uw vermogen (verminderd met het heffingvrij vermogen) meer is dan €279.708 per persoon, hebt u geen recht op de ouderentoeslag.
Heffingskorting terugvragen

Iedereen heeft recht op de algemene heffingskorting van €2033 (voor 65-plussers: €934). Maar wie geen of weinig inkomen heeft, kan dit bedrag niet van de te betalen belasting aftrekken. In dat geval kunt u de heffingskorting terugvragen door deze bij de fiscale partner toe te passen. Dit voordeel wordt langzaam afgebouwd. Over 2012 kunt u nog maar €1419 terugkrijgen. Mensen die geboren zijn tussen 1963 en 1972 of die kinderen jonger dan 5 jaar hebben, krijgen maximaal €1762 uitbetaald.

Verdelen

Fiscale partners mogen zelf weten bij wie ze de aftrek voor de eigen woning en persoonsgebonden aftrekposten opvoeren. De belangrijkste persoonsgebonden aftrekposten zijn alimentatie, ziektekosten, studiekosten, giften en uitgaven voor levensonderhoud voor kinderen jonger dan 21 jaar. Aftrekposten leveren het meeste voordeel op wanneer u ze aftrekt bij degene die in het hoogste belastingtarief valt.
Let op: u mag niet de hypotheekrente aftrekken bij de één en het eigenwoningforfait optellen bij het inkomen van de ander. Is het eigenwoningforfait hoger dan de hypotheekrente? Dan hoeft u hierover geen belasting te betalen.

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine