Recht op vindersloon

Hoe zit dat nou?

Getty Images

Een tas vol geld en goudstaven vinden... Dat moet een behoorlijk bedrag aan vindersloon opleveren. Maar heb je daar wel recht op?

Wat je vindt, mag je niet houden

Hé, een tientje op straat, zomaar voor het oprapen. Je stopt het blij in je broekzak. Mag dat? Nee, naar de letter van de wet mag het niet. En grotere vondsten, zoals een waardevolle viool of een historisch object, mag je al helemaal niet zomaar houden. Teruggeven aan de rechtmatige eigenaar dan maar. Dan heb je tenminste recht op vindersloon. Dat dacht je, want ook dat is niet altijd het geval.

Zie het verhaal van een kraanmachinist van het grondverzetbedrijf van Sjoerd Vogelzang. Jaren geleden stuitte hij tijdens graafwerkzaamheden in Groningen op tienduizenden euro’s in keurige coupures. Hij waarschuwde de politie, gaf het geld af en kreeg... niets. Inmiddels heeft hij een advocaat in de arm genomen omdat hij meent recht te hebben op vindersloon. Maar het Openbaar Ministerie (OM) geeft hem weinig kans: “Wij vermoeden dat het hier gaat om crimineel geld en daarom staat het nu op een rekening van het OM”, laat Manon Hoiting van het Arrondissementsparket Noord-Nederland weten.

Vondsten melden doe je bij de gemeente

Vogelzang handelde juist toen hij aangifte deed. Want zodra je een gevonden voorwerp opraapt, geldt een aangifteplicht. Dat staat in boek vijf van het Burgerlijk Wetboek, artikel vijf tot en met dertien. Maar duidelijker misschien is de uitleg op de website van de politie en de gemeente. Daarop staat precies wat je moet doen als je iets vindt.

De belangrijkste boodschap: gevonden voorwerpen moeten vandaag de dag niet langer gemeld worden bij de politie, maar bij de gemeente. Verder: licht ook de exploitant in van de ruimte waarin het gevonden voorwerp zich bevond. Een achtergelaten laptop in de trein ontdekt? Meld het dan ook bij de Nationale Spoorwegen.

Inleveren die vondst

Getty Images
Je hoeft het gevonden voorwerp niet per se in te leveren. Na de aangifte mag je het ook thuis bewaren. Tenzij het gaat om identiteitskaarten, paspoorten en rijbewijzen. Bewaar je die thuis, dan maakt je je schuldig aan verduistering. Heeft de eigenaar zich een jaar na de aangifte niet gemeld, dan mag je de vondst over het algemeen houden, tenzij die deel uitmaakt van een politieonderzoek. Zoals het door de kraanmachinist gevonden geld in Groningen. Waarom dat zo is? Remco Gerretsen van de Nationale Politie legt het uit: “Anders zouden we het witwassers wel heel makkelijk maken.”

Naar de rechter gaan kost veel tijd en geld

Als de eigenaar weigert een beloning te geven, dan kun je die wel via een gerechtelijke procedure afdwingen. Maar het is de vraag of de kosten opwegen tegen de baten. Meestal is het in zo’n geval verstandiger om de schouders op te halen en blij te zijn dat je iemand een dienst hebt verleend. Een Zwijndrechts opsporingsbureau liet het er in 1998 niet bij zitten. Het vond een gestolen auto terug, maar de verzekeraar van de wagen (TVM) weigerde een beloning uit te keren. Het bureau dwong toen via de rechter met succes een vindersloon af van 10 procent van de waarde van de auto.

De verzekeraar laat weten maar heel sporadisch vindersloon uit te keren: “Als we onze premies hierdoor laag kunnen houden, zullen we dat doen. Er gaat een uitgebreide kosten-batenanalyse aan vooraf, waarbij we intensief overleggen met politie en justitie”, vertelt TVM-woordvoerder Jaap Stalenburg. SNS Reaal zegt het ‘convenant tipgelden’ van het Verbond van Verzekeraars na te leven. Hierin staat onder meer dat de hoogte van het tipgeld per geval verschilt en afhangt van vergelijkbare beloningen uit het verleden.

Hoe zit dat met oude munten?

Wie gericht op zoek gaat naar oude munten, heeft ook te maken met strenge regels. Want zoeken mag niet overal. Zeker niet naar archeologische vondsten. Zo is toestemming nodig van de landeigenaar of beheerder van de grond. Je mag niet zoeken op beschermde cultuurhistorische plekken zoals kastelen en ruïnes, en ook niet zonder toestemming op een archeologisch opgravingsterrein.

Iets gevonden dat waarschijnlijk van wetenschappelijke cultuurhistorische waarde is? Dan moeten het voorwerp en de vindplek worden gemeld bij de gemeente of bij een provinciaal archeoloog. Die nemen de vondst op in het Archeologisch Informatiesysteem. Hierin zijn allerlei gegevens opgeslagen over archeologische vindplaatsen en terreinen vanaf de prehistorie tot de nieuwe tijd (periode die volgt op de middeleeuwen).

Eenmaal geregistreerd, mag je de vondst gewoon meenemen naar huis. Dat kan heel lucratief zijn. Oude muntstukken, zoals Duiten, zijn niet zo waardevol. Maar trek je een bronzen kokerbijl van 1000 jaar voor Christus uit de grond, zoals onlangs gebeurde, dan heb je echt beet.

Het is ’t mooiste object dat de provinciaal archeoloog van Overijssel, Suzanne Wentink, in lange tijd voorbij zag komen. “Zoiets brengt al snel honderden euro’s op, maar deze persoon wilde het object heel graag zelf houden.” De archeoloog wijst er wel op dat wie iets waardevols vindt op het terrein van een landeigenaar, de opbrengst moet delen. Niet verrassend dus dat opvallend veel enthousiaste zoekers zeggen de vindplaats niet meer te weten.

‘’Ik houd me strikt aan de regels’’
Getty Images

Willem van den Bosch (66) uit Someren helpt als lid van heemkundekring De Vonder en de archeologische vereniging Kempen en Peelland bij archeologische opgravingen. Hij zegt: “Ik erger me kapot aan types met camouflagejasjes die stiekem met een metaaldetector zoeken op plekken waar dat niet mag. Ik trek altijd een veiligheidsvest aan en houd me strikt aan de regels.

Mijn mooiste opgraving was bij een voormalig kamp van onderduikers uit de Tweede Wereldoorlog in Lierop. We vonden er veel cokes, gezuiverde kolen die destijds als brandstof werden gebruikt, en een ring van 6 karaat oorlogsgoud. Verder troffen we hulzen, kogels, radio-antennes en een rozenkranskruisje aan.”

Van den Bosch was ook bij de opgraving van een boerderij uit de 13de eeuw. “Toen we de voormalige gracht eromheen leegschepten, vond ik met mijn detector het bronzen kopje van een speelgoedeend.”

Twee jaar geleden won hij de Knippenbergprijs, die wordt uitgereikt aan mensen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de regionale geschiedbeoefening in Brabant. “Ik hoop het goede voorbeeld te geven aan enthousiastelingen die in mijn voetsporen willen treden. Wie zich níet aan de regels houdt, heeft geen idee wat hij aanricht. Ik ben vaak bij een archeologische opgraving geweest die al voordat we begonnen, helemaal was platgetrapt.”

Bron 
  • Plus Magazine