Wat kost dat?

Zorg krijgen van je kinderen is een stuk makkelijker als je dicht bij elkaar woont. Als er genoeg ruimte is, kun je meestal zonder vergunning een mantelzorgwoning in de tuin plaatsen. Hoe werkt dat en wat zijn de haken en ogen?
Een mantelzorgwoning is een extra huis op het terrein van een andere woning. Zo kunnen de mantelzorger en degene die zorg nodig heeft ieder op zichzelf wonen en toch vlak bij elkaar in de buurt zijn. Meestal woont degene die zorg nodig heeft in de mantelzorgwoning en de mantelzorger in de hoofdwoning. Maar andersom kan ook: een zoon of dochter woont in de mantelzorgwoning die hoort bij het huis van de ouder(s). Bij mantelzorg gaat het vaak om een kind dat voor de ouder(s) zorgt, maar het kan bijvoorbeeld ook een kleinkind en grootouder of een zus en broer betreffen.
Vergunning of niet?
In de meeste gemeenten is geen vergunning nodig voor het plaatsen van een mantelzorgwoning. De woning moet wel voldoen aan bepaalde voorwaarden en deze kunnen per gemeente verschillen. Je moet dus altijd bij je eigen gemeente nagaan wat de regels zijn.
Vaak gaat het om deze voorwaarden:
De woning staat op hetzelfde perceel als het huis van de mantelzorger of zorgvrager.
Je mag een mantelzorgwoning alleen bouwen op het achtererf (lees: in de achtertuin) en je mag niet de hele ruimte volbouwen.
De mantelzorgwoning heeft maximaal twee bewoners.
De zorg moet intensief zijn – bijvoorbeeld acht uur per week of meer – en voor een periode van minimaal drie maanden.
Sommige gemeenten vragen een mantelzorgverklaring van een huisarts, maar huisartsen geven deze verklaringen niet meer af. Het kan dus even zoeken zijn naar een goede manier om de intensieve mantelzorg aan te tonen, bijvoorbeeld met een verklaring van het lokale Steunpunt Mantelzorg of een brief over de mantelzorgwaardering. Kijk voor meer info op mantelzorg.nl/bewijsmantelzorg
De mantelzorgwoning voldoet aan het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL). Dat is een landelijke regeling met technische eisen waaraan alle gebouwen in Nederland moeten voldoen. In het BBL staan onder andere eisen aan de brandveiligheid, toegankelijkheid en energiezuinigheid.
De mantelzorgwoning is tijdelijk. De woning moet dus makkelijk weg te halen zijn of later te gebruiken als gebouw zonder woonfunctie (bijvoorbeeld als kantoor of bergruimte).
Let op: Wil je met het oog op de toekomst alvast een mantelzorgwoning bouwen, een zogenoemde pre-mantelzorgwoning? Dan heb je wél een vergunning nodig.
Sommige gemeenten hebben hier speciale voorwaarden voor, boven op de regels voor een gewone mantelzorgwoning. Bijvoorbeeld dat degene die zorg nodig heeft minimaal de AOW-leeftijd heeft en dat de bewoners van beide woningen een band met elkaar hebben. Niet alle gemeenten staan pre-mantelzorgwoningen toe.
Prefab mantelzorgwoning
Een vrijstaande mantelzorgwoning kun je kant-en-klaar kopen. Er bestaan allerlei soorten en maten prefabwoningen, van eenvoudig tot luxe en van klein tot groot. Vaak kun je per model kiezen uit enkele varianten en verschillende indelingen. Een prefab mantelzorgwoning wordt gemaakt in de fabriek en op een trailer afgeleverd. Afhankelijk van de leverancier en de snelheid waarmee je als familie kunt beslissen, kan een prefab mantelzorgwoning binnen drie tot vijf maanden worden geplaatst. Hierbij hoort ook de voorbereidingsfase, waarin je showrooms bezoekt en offertes opvraagt.
Als je de keuze hebt gemaakt en de offerte hebt ondertekend, maakt een fabriek de verschillende onderdelen van de woning en zet deze in elkaar. Tegelijkertijd kunnen in de tuin de voorbereidende werkzaamheden beginnen, zoals het leggen van een fundering en het voorbereiden van de aansluitingen op de waterleiding, riolering en elektra.
Heb je haast en kun je snel beslissen voor een model dat op voorraad is, dan kan de woning sneller gebruiksklaar zijn.
Verbouwen of aanbouwen
Het kan aantrekkelijk zijn om een bestaand bijgebouw geschikt te maken voor bewoning, zoals een schuur, garage of tuinhuis. Dat bespaart tijd en kosten voor bouwwerkzaamheden, maar vergis je niet in de aanpassingen die nodig zijn om van een bergruimte een comfortabele woonruimte te maken. Een garage is vaak niet geïsoleerd en heeft geen verwarming, laat staan sanitaire voorzieningen. De vloer, wanden en het plafond moeten worden afgewerkt en er moet daglicht binnen kunnen komen. Bovendien hebben garages vaak een lagere plafondhoogte.
Als een zelfstandige woonruimte geen harde eis is, kun je ook kiezen voor een aanbouw met alleen een slaapkamer en een badkamer. Ook hiervoor zijn prefab units te koop met een oppervlakte van 18 tot 30 vierkante meter, ook wel zorgkamers genoemd. Zo’n kamer kan een uitkomst zijn voor een echtpaar van wie één van beiden beneden wil kunnen slapen. Deze is ook heel geschikt om iemand te verzorgen, zeker als er een badkamer aan gekoppeld is. De kamer mag meestal blijven staan als de mantelzorg stopt.
Wat kost dat?
De kosten voor een losse mantelzorgwoning, zorgkamer of ingrijpende verbouwing lopen sterk uiteen. Veel hangt af van de oppervlakte, de gebruikte materialen, de benodigde voorbereidende werkzaamheden en de afwerking. Een grove prijsindicatie staat in de tabel onder aan deze pagina.
Bij prefabwoningen kunnen er nog kosten bij komen voor fundering, transport, aansluiting nutsvoorzieningen en tuinaanpassing; deze kosten zijn sterk afhankelijk van de gebruikte materialen. Je kunt geld besparen door op zoek te gaan naar een tweedehands mantelzorgwoning. Bedenk wel dat hier nog kosten bij komen voor de plaatsing en de aansluitingen. Als je een mantelzorgwoning koopt van een particulier, moet je zelf een bedrijf vinden dat het vervoer en de plaatsing doet.
Mantelzorgwoning huren
Als je voor korte tijd een mantelzorgwoning nodig hebt, kan het goedkoper zijn om een mantelzorgwoning te huren. Dit kan ook een oplossing zijn als de mantelzorger zelf in een huurwoning woont. Sommige woningcorporaties werken hier op verzoek aan mee. Je betaalt dan extra huur voor de tijdelijke mantelzorgwoning.
Wil je zelf een tijdelijke mantelzorgwoning plaatsen, dan heb je daar toestemming van de verhuurder voor nodig. In veel gevallen is de tuin van een huurwoning echter te klein om een mantelzorgwoning te mogen plaatsen. Een kleine mantelzorgwoning huren kan vanaf zo’n €500 per maand, exclusief plaatsingskosten.

Wie betaalt het?
Een aangebouwde zorgkamer kan in aanmerking komen voor een vergoeding van de gemeente uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het is ook mogelijk om hiervoor geld te lenen met een Blijverslening of Verzilverlening, die sommige gemeenten aanbieden. Dit zijn speciale hypotheekleningen met een lagere rente en gunstige voorwaarden. Kijk voor meer informatie en deelnemende gemeenten op svn.nl.
Ouders die vanuit een eigen huis naar een mantelzorgwoning verhuizen, kunnen deze financieren uit de verkoopopbrengst van het huis dat ze achterlaten. Een hypotheeklening is niet mogelijk voor een losse unit, een Blijverslening via de gemeente soms wel.
Als de ouders een prefab woning kopen en deze laten plaatsen op de grond van een zoon of dochter, wordt de zoon of dochter eigenaar van de woning. Zo is dat geregeld in de wet. Daarmee doen de ouders dus eigenlijk een schenking aan het kind. Het is goed om stil te staan bij de gevolgen hiervan. Het betekent onder andere dat de waarde van de mantelzorgwoning later niet bij de nalatenschap van de ouders hoort en dat eventuele andere kinderen deze dus niet kunnen erven. Maar misschien willen de ouders hun mantelzorger ook juist een beloning geven. Dat is iets om over na te denken en eventueel ook met de andere kinderen te bespreken.
Let op: Wil je als ouders zelf eigenaar worden van de mantelzorgwoning, dan moet de eigenaar van de grond bij de notaris het recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik regelen. Dan valt de waarde van de woning wel in de nalatenschap en kan deze eerlijk worden verdeeld over de kinderen. Een nadeel is dat de hypotheekbank van de hoofdwoning hiertegen bezwaar kan maken. De bank kan dit zien als een ingrijpende wijziging en dat is vaak niet toegestaan.
Als de mantelzorgwoning in een aanbouw of bijgebouw komt, ligt het vaak meer voor de hand dat de eigenaar van de hoofdwoning de verbouwing betaalt. Door de verbouwing kan het huis meer waard worden en als de mantelzorg ophoudt, kan de eigenaar de extra ruimte zelf gebruiken. Hij heeft dus zelf ook profijt van de verbouwing. Voor een verbouwing is een hypotheeklening meestal een goede mogelijkheid. Het is ook gebruikelijk dat de eigenaar huur vraagt aan de bewoners van de mantelzorgwoning.
Belastingen
OnroerendezaakbelastingEen mantelzorgwoning verhoogt in de meeste gevallen de WOZ-waarde en dus ook de aanslag onroerendezaakbelasting. Gemeenten gaan hier verschillend mee om. Sommige berekenen een hogere totaalwaarde en andere berekenen twee losse WOZ-waarden voor de hoofdwoning en de mantelzorgwoning. De WOZ-waarde voor een tijdelijke mantelzorgwoning hoort lager te zijn dan voor een blijvend gebouw met dezelfde afmetingen en eigenschappen.
InkomstenbelastingIs de eigenaar van de hoofdwoning ook eigenaar van de mantelzorgwoning, dan ziet de Belastingdienst de woning waarin de eigenaar niet woont als een tweede huis. Dat betekent dat de eigenaar daar belasting over moet betalen. Deze tweede woning valt in box 3. Heb je recht van opstal vastgelegd en is de bewoner van de mantelzorgwoning er ook (en alleen) eigenaar van? Dan valt deze gewoon in box 1. Als de bewoners van de mantelzorgwoning huur betalen, hoeft de verhuurder daarover geen belasting te betalen.
Huisnummers
Een zelfstandige woonruimte kan meestal ook een eigen huisnummer krijgen. Je kunt dit aanvragen bij de gemeente. Bedenk wel dat bij een eigen huisnummer ook eigen heffingen horen, zoals afvalstoffenheffing, rioolbelasting en vastrecht voor gas en elektra. Heeft een mantelzorgwoning geen eigen huisnummer, dan kan dit gevolgen hebben voor bepaalde uitkeringen, zoals een bijstandsuitkering, Anw- of AIO-uitkering. Bij deze uitkeringen wordt gekeken of de ontvanger een woning deelt. Voor de AOW is dit minder van belang, omdat ouders en kinderen voor de AOW nooit als woningdelers worden gezien. AOW-ontvangers die een woning delen met een ander familielid of vriend worden wél als samenwonend gezien. Samenwonen kan ook gevolgen hebben voor de zorgtoeslag en de huurtoeslag.
Als de mantelzorg ophoudt
Je mag alleen in een mantelzorgwoning wonen zolang er een mantelzorgrelatie bestaat. Deze houdt op als degene die zorg nodig heeft overlijdt of ergens anders gaat wonen. Je mag de mantelzorgwoning dan niet meer gebruiken als woning, maar alleen als werkkamer of bergruimte. Soms moet je de woning in zijn geheel verwijderen.
Denk ook hieraan
Een mantelzorgwoning is een praktische en vaak liefdevolle oplossing om voor een naaste te zorgen. Maar die opgave is niet eenvoudig en heeft grote gevolgen, zowel voor de mantelzorger als voor degene die zorg ontvangt. Dicht bij elkaar wonen kan heel gezellig zijn. Maar het kan ook vervelend zijn als de ander zomaar binnenloopt of als je nooit meer ongestoord in de tuin kunt zitten. Het helpt om hier vooraf afspraken over te maken.
Als er meer kinderen zijn, vinden zij het misschien vanzelfsprekend dat zij minder hoeven te doen als de ouders bij een broer of zus in de tuin gaan wonen. Maar ook die broer of zus wil weleens op vakantie en wil niet bij ieder ziekenhuisbezoek voor taxichauffeur spelen. Ook dat is iets om het over te hebben.
Niemand kan in de toekomst kijken, alvast nadenken over mogelijke scenario’s kan wel. Als de zorg zwaarder wordt, is er misschien (meer) wijkverpleging nodig of zelfs een opname in het verpleeghuis. Als je ook daar vooraf over praat, wordt het wonen in de achtertuin geen onzeker avontuur, maar een doordachte keuze.
Meer informatie
MantelzorgNL heeft een brochure gemaakt over de mantelzorgwoning. Je kunt de brochure gratis downloaden op mantelzorg.nl/mantelzorgwoning
Ook kun je bellen met de Mantelzorglijn: 030 – 760 60 55 (werkdagen 9 – 17 uur). Zie ook mantelzorglijn.nl