Jan (68): ’Praten over later zet me aan het denken over wat ik belangrijk vind, voor onszelf én voor onze naasten.’

Begeleidende foto
Getty Images

Hoewel Jan liever niet al te ver vooruit kijkt, heeft hij het geregeld met zijn vrouw over hun toekomst. Het praten over morgen leverde al verschillende inzichten op, zoals hoe ze het liefst willen wonen en voor elkaar kunnen zorgen. ‘We hebben het er bijvoorbeeld over wat er gebeurt als een van de twee wellicht ooit eerder overlijdt of ziek wordt.’

Mijn vrouw is 64 jaar, ik ben 68. We voelen ons nog hartstikke jong, alles gaat ons voor de wind. Ik zit ook niet zo in de wedstrijd om te piekeren. Toch hebben we het er zeker wel eens over. Zo van: waar staan we nu, hoe ziet het er straks uit? Als je gezond bent, denk je dat jou niks overkomt waardoor je situatie verandert, maar juist dan is het slim om vooruit te kijken.’

Op één lijn

‘Waar we het meeste over hebben? We hebben het vooral over de vraag: kunnen we altijd zo blijven wonen? We wonen heel fijn, maar er is geen slaapkamer beneden. Is het mogelijk om het huis anders in te richten of zullen we toch ergens heen waar je gelijkvloers kunt wonen? En doe je dat dan met zijn tweeën of misschien wel met meer mensen? Zodat je elkaar ook kunt verzorgen en helpen als dat nodig is.’

‘Uit onze gesprekken blijkt gelukkig dat we op één lijn zitten, ook als het gaat om de verschillende scenario’s. We hebben het er bijvoorbeeld over wat er gebeurt als een van de twee wellicht ooit eerder overlijdt. Als we samen oud mogen worden, dan zullen we voor elkaar zorgen. Als de een bijvoorbeeld wat minder te been is of ziek wordt. Het liefst blijf je natuurlijk lang zelfstandig wonen en word je samen op een prettige manier oud.’

Praten over later

‘Met mijn dochter heb ik het er ook over gehad. ‘Als het echt niet meer goed gaat, kom ik je wel verzorgen,’ zei ze. Lief gezegd natuurlijk, maar je wil ze daarmee eigenlijk niet belasten. Ook daarom is het gesprek voeren belangrijk, vind ik. Het geeft richting, zet me aan het denken over wat ik later belangrijk vind, voor onszelf én voor wie ons dierbaar is.’

De impact van ouder worden

Voor Jan speelt ook mee dat hij in zijn omgeving ook de impact ziet van ouder worden. ‘Met ouders in een verzorgingshuis, ga je nadenken over hoe je dat zelf wilt doen en op welke manier. Kennissen, een ouder echtpaar, die op een boerderij op een prachtige plek wonen, overwegen om alsnog naar de stad te gaan. Dan hebben we het er met elkaar over, hoe ga je het doen? Erover praten maakt zorgen bespreekbaar.’

Een voorbereid mens telt voor twee

Naast wonen en de zorg die ouder worden met zich meebrengt, is fit en vitaal blijven vaak onderwerp van gesprek. ‘Daar doen we echt ons best voor. Ik doe aan fitness en fiets vaak. We zijn ons heel bewust van het feit dat gezond leven van belang is. Met een gezond eetpatroon en gewicht. En met genoeg beweging om de afnemende spiermassa die ontstaat door het ouder worden te compenseren. Daar werken we beiden aan en daar hebben we het geregeld over, ook met anderen van onze leeftijd die zich daar soms nog niet zo bewust van zijn. Ouderdom komt nou eenmaal met gebreken, goed om daar meer aandacht aan te besteden. Een voorbereid mens telt voor twee.’

Start het gesprek

Het aantal ouderen in Nederland neemt toe én we worden gemiddeld steeds ouder. Praten over hoe je oud wil worden, is daarom belangrijker dan ooit. Bijvoorbeeld over wat je voor elkaar kunt doen als er later zorg nodig is, of het huis waar je nu woont nog bij je past of hoe je fit blijft. Maar hoe begin je zo’n gesprek? Ontdek aan de hand van deze gesprekskaarten met vragen en stellingen wat je voor elkaar kunt betekenen als je ouder wordt.

#praatvandaagovermorgen #overmorgen

Praat vandaag over morgen is een initiatief van ActiZ, branchevereniging van zorgorganisaties en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Met deze boodschap roepen de organisaties iedereen in Nederland op om het gesprek te voeren over ouder worden. Want wie straks vol van het leven wil blijven genieten, praat vandaag over morgen.

Auteur