Lenny blogt: Levenslessen van honderdplussers

Getty Images

In Nederland zijn er zo'n 2200 honderdplussers. Dat aantal is de afgelopen twintig jaar verdubbeld en - sorry heren - de dames zijn in de meerderheid. Ik weet niet of ik honderd wil worden, maar honderdplussers zijn beslist mensen bij wie ik de kunst van het leven wel wil afkijken.

Honderdplussers van nu zijn geboren rondom de eerste wereldoorlog, in een wereld die allang verloren is gegaan. Grote kans dat ze als kind geen fiets hadden en zelfs nog nooit een auto hadden gezien. Ze woonden in huizen zonder elektriciteit, stromend water of een wc binnenshuis. Geen snelwegen, geen supermarkt, geen plastic, geen telefoon, radio of tv. Een nieuwe broek kostte een vermogen en lezen was alleen voor de rijken weggelegd. Bezoeken legde je te voet af, met de tram of met paard en wagen. Zij komen uit een wereld die ik alleen ken uit de boeken van W.G. van der Hulst of uit Dik Trom van Cornelis Johannes Kievit. En kijk, daar zijn ze nu. Beland in de 21e eeuw.

Genen en geluk

Ouder dan honderd... Zo oud worden is een kwestie van goede genen en geluk. Daar gaat niemand over. Maar zo oud worden en óók nog levenslustig zijn, dat is een kunst die ik graag onder de knie wil krijgen. Sociaal-gerontoloog Yvonne Witter interviewde 26 honderdplussers en verzamelde hun verhalen in het boek 100% leven; levenslessen van honderdplussers.  

Nieuwsgierig

Wat Witter opviel, was dat nagenoeg alle honderdplussers die zij sprak, nieuwsgierig zijn. Ze lezen de krant, kijken naar het journaal of laten zich op andere manieren informeren. Ze stelden haar ook vragen, waren belangstellend. Veel van de ondervraagde honderdplussers vinden het belangrijk om volop in de maatschappij te staan en ook met jongeren in contact te blijven. Elisabeth Fischer (103) zegt daarover: "Ik ontmoet nog altijd nieuwe mensen. Nieuwsgierigheid is de beste drijfveer die je kunt hebben."

Actief blijven

"Ik doe aan alle activiteiten in het verzorgingshuis mee", zegt Mevrouw Kroezen (101). "We eten samen, er zijn filmavonden, er is op maandag een thee-uurtje, ik doe mee aan bingo en gymnastiek. Ik vind het saai als er een dag niets is." En mevrouw Heideman (100) vult aan: "Niet lui zijn, pak alles aan. Doe wat je moet doen en schuif niet alles voor je uit. En vooral: blijf in beweging." Veel honderdjarigen gaan graag hun eigen gang, constateerde Witter. Ze doen mee aan de activiteiten in het zorgcentrum, maar net zo goed laten ze die links liggen en hebben ze hun eigen activiteiten buiten de deur. Mevrouw Pennarts-Elfferich(105) gaat ieder jaar naar haar dochter die in Spanje overwintert. Ze fietste tot haar 99e, daarna is ze gestopt.

Netwerk

De meeste honderdplussers beschikken nog altijd over een netwerk van kinderen, kleinkinderen, contacten in de buurt. Ze zien hun kleinkinderen en achterkleinkinderen opgroeien, sluiten vriendschappen in de buurt of in het verzorgingshuis. Een enkeling geeft aan zich alleen te voelen. Door het wegvallen van familie en vrienden en de achteruitgang van mobiliteit, het gehoor en het zicht. Dat maakt eenzaam en ook wel eens verdrietig. "Je moet veel inleveren als je zo oud bent." Geen van de honderdplussers had nog een partner. Dat is een gemis waar ze mee hebben leren leven. En dat brengt me op het volgende punt:

Veerkracht

Wie zo lang leeft, krijgt de nodige tegenslag te verwerken, dat kan niet anders. Deze generatie liep bovendien de nodige trauma's op in de oorlog. Toch slaagden ze erin om door te gaan. "Je kunt wel de hele dag blijven huilen, maar dat geeft toch niks", zegt mevrouw Dijkman (102). "Ik probeer altijd de goede dingen op te zoeken die er nog zijn in het leven," zegt mevrouw Tersteege (103) die haar zoon Frans verloor op 17-jarige leeftijd door een noodlottig ongeval. Positief denken, optimistisch blijven en het leven van de zonnige kant blijven zien is een kunst die veel honderdplussers lijken te beheersen. Pluk de dag. Ze zijn bovendien meesters in het aanvaarden van het leven zoals het op hen afkomt en professors in de kunst van het relativeren. Want ondertussen weten ze heel zeker: álles gaat voorbij.

Verzorgingshuis

De ondervraagde honderdplussers wonen bijna allemaal in een verzorgingstehuis. Ze krijgen er zorg, drinken koffie in de gezamenlijke ruimte, gaan mee met uitjes en naar de bingoavond. Voor mijn eigen oude dag zal er geen verzorgingshuis klaar staan, zoals het er nu uit ziet. Alleen thuis achter mijn eigen voordeur. Dat betekent, dat voor mij de opdracht nog duidelijker is: een leuk mens blijven, gezelligheid opzoeken, actief blijven en altijd proberen je goede zin te behouden. Ik doe mijn best. Aan inspirerende voorbeelden geen gebrek.

100% leven; levenslessen van honderdplussers door Yvonne Witter,uitgeverij SWP Amsterdam. Klik hier voor meer informatie.

Auteur