Laat goedkoop geen duurkoop zijn

Soms pakt een beoogde besparing duurder uit omdat we eventjes niet opletten. 15 valkuilen!

Beslissen op gevoel levert vaak goede keuzes op, maar niet als het om geld gaat. Want dan winnen begeerte of kortetermijndenken het vaak van gezonde spaarzaamheid en budgetplanning. Zo zwichten we snel voor kreten zoals ‘gratis’ en ‘cadeau’ zonder ons te realiseren dat we de rekening daarvan dikwijls zélf betalen.

En als de bodem van de portemonnee in zicht komt, zeggen we rigoureus ‘nee’ tegen de eerstvolgende kostenpost die zich aandient, ook als die uitgave op termijn juist heel verstandig is. Ons gedrag veranderen is lastig, maar wie het niet probeert, is een dief van zijn eigen portemonnee. Hieronder vijftien valkuilen waar we maar al te gemakkelijk in kunnen trappen.

1. Koopjes jagen

Ervaren koopjesjagers weten het: goedkoop is nogal eens duurkoop. Bij een nachtpon of een paar sokken maakt B-kwaliteit misschien niet zoveel uit; die kun je nog weleens uit een aanbiedingenbak meegraaien. Maar een mens wordt niet blij van een paar schoenen waarvan al na een paar keer dragen de zolen loslaten of een jas waarvan de rits binnen een week stukgaat. Terug naar de winkel gaan levert meestal geen beter product op. Meer geld uit-geven aan betere kwaliteit is de remedie. Of wachten op de uitverkoop natuurlijk.

Missing media-item.

2. Een krappe parkeertijd kiezen

Hoge tarieven zorgen voor calculerende parkeerders. Hebben we een uur nodig voor het winkelen? Of vijf kwartier? De tijd gaat vaak sneller dan we denken. En een (dure) parkeerbon is het risico. Dus: schat de parkeertijd – in het belang van uw portemonnee – niet te kort in!

Een alternatief voor veelparkeerders is precies de parkeertijd betalen met uw mobiele telefoon. Onder meer Parkline en Parkmobile bieden deze mogelijkheid. Het betalen start na een telefoontje of een sms-bericht en daarmee geeft u ook aan dat u weer vertrekt. Dat kost wel eenmalig €5 tot €10 registratiekosten en het bellen kost ook geld. Dat haalt u er dus alleen uit als u vaak parkeert waar deze dienst wordt aangeboden.

3. Langdurige contracten
Mobiele telefoonaanbieders geven een gratis telefoon als u een tweejarig abonnement afsluit, energiebedrijven berekenen een scherpe stroomprijs als u kiest voor een twee- of driejarig contract. Maar door u lang vast te leggen, mist u de kans om op gunstiger aanbiedingen in te gaan. Een los telefoonabonnement, of prepaid-kaarten, kan ook goed werken.

Bij energiecontracten lijkt de keuze voor variabele prijzen of een langdurig contract op gokken, waarbij u wedijvert met uw energieleverancier. Denkt u dat de prijzen zullen gaan dalen, dan kiest u voor variabel. Vreest u prijsstijging, dan kiest u voor (langdurig) vast. Bedenk dat de energieleverancier dezelfde afweging heeft gemaakt, maar dan in zijn eigen belang. Daarmee kan het vermeende voordeel van een lang-durige overeenkomst verdwijnen als sneeuw voor de zon.

4. Autoschade claimen

Eindelijk eens profiteren van uw jarenlang betaalde premie lijkt
gewoon terecht. Maar als u autoschade claimt, verliest u (een deel van) uw no-claimkorting. Een zogenaamde no-claimbeschermer kan dat voorkomen, maar deze geldt alleen voor uw huidige verzekeraar. Overstappen naar een andere, goedkopere, verzekeraar wordt minder aantrekkelijk, want uw schadevrije jaren verminderen na een schadeclaim. Bereken wat voordeliger is: zelf de schade betalen of een terugval in no-claim.

5. Sappelen voor een extraatje

Een bijbaantje voor wat extra zakgeld naast uw vaste inkomen lijkt leuk. Maar pas op als uw inkomen schommelt rond een toeslaggrens. Dan levert u (een deel van) uw bijverdiensten misschien meteen weer in door een verlaging of schrappen van de huur- en/of zorgtoeslag. Bent u huurder en is uw huur niet hoger dan €647,53 per maand? Dan komt u voor toeslag in aanmerking als uw inkomen bruto onder de €21.450 per jaar blijft als u alleen bent, of €29.125 als u samenwoont. Voor 65-plussers gelden lagere grenzen, respectievelijk €20.200 en €27.575. Zorgtoeslag is er voor alleenstaanden die niet meer dan €33.743 aan jaarinkomen hebben en samenwonenden die het met minder dan €50.000 moeten doen.

6. Goedkope batterijen gebruiken

Leuk, die goedkope batterijen, maar in een mum van tijd zijn ze leeg!
Toch besparen op batterijen? Investeer in een goede oplader en oplaadbare batterijen. Die gaan langer mee en sparen het milieu. Gebruik oplaadbare batterijen alleen in apparaten die regelmatig stroom nodig hebben en niet in een rookmelder. Hierin loopt een opgeladen batterij na verloop van tijd leeg, waardoor de rookmelder niet meer betrouwbaar werkt. Wilt u toch gewone batterijen? Volgens het tv-programma Kassa biedt Duracell de beste batterijen, maar hebben die van de HEMA een redelijke prijs-kwaliteitverhouding.

7. Internetkoopjes zoeken
In webwinkels zijn soms leuke aanbiedingen te vinden, maar aan een internetbestelling kleven meestal wel verzendkosten, die het voordeel grotendeels tenietdoen. Het is een valkuil om meer te bestellen dan u eigenlijk van plan was, omdat boven een bepaald bedrag geen verzendkosten meer verschuldigd zijn. Bedenk dat u bij terugsturen, bijvoorbeeld omdat een product tegenvalt,
sowieso verzendkosten betaalt.

8. Achter supermarktreclames aanlopen

De supermarkten proberen klanten van elkaar af te snoepen met aanbiedingen en kortingsacties. Tweede product gratis bijvoorbeeld. Of een gratis doos met boodschappen bij een volle spaarkaart. Beide benen op de grond houden is het devies, want niemand heeft ooit geld bespaard door iets te kopen wat hij niet
nodig had.

Slim gebruikmaken van aanbiedingen is iets anders.
Toch besparen op de boodschappen? Houd u dan aan uw boodschappenlijstje en ga eens door de knieën voor een goedkoop product van het onderste schap. En controleer de kassabon!

Missing media-item.

9. Onderhoudsbeurt overslaan

Het is verleidelijk om wat losjes om te springen met het onderhoud aan grote apparaten. Soms kan dat best, maar bij uw cv-ketel moet u daar voorzichtig mee zijn. cv-ketels hebben onderhoud nodig. Anders is het risico op veel duurdere ellende levensgroot aanwezig. En uiteraard valt uw cv installatie dan uit als het hartje winter is...

Toch bezuinigen op onderhoudsbeurten? Niet voor ieder product zijn de geadviseerde servicebeurten strikt noodzakelijk. En bij de meeste apparaten zijn verlengde garanties weggegooid geld.

10. Klantenkaart gebruiken als creditcard
Een klantenkaart van een winkelketen is leuk als u daarmee voor minder geld spullen kunt kopen die u toch wilde hebben. Maar als u meer gaat kopen, kan de klantenkaart tot uw bankroet leiden. Rood staan met een klantenkaart is ronduit verspillend, want de rente is torenhoog. Niet gebruiken dus! Hebt u dringend een krediet nodig? Denk dan aan goedkopere mogelijkheden, zoals afgesproken rood staan op uw bankrekening of een persoonlijke lening bij de bank.

11. Vroegboekkorting gebruiken

Reisorganisaties trekken graag klanten door ze korting aan te bieden wanneer ze vroeg boeken. Nadeel is dat u dan wel een half jaar van tevoren moet weten waar u naartoe wilt. Bovendien ontkom je in zo’n geval niet aan een annuleringsverzekering.
Toch besparen op vakanties? Met een last minute is meer voordeel te halen dan met een vroegboekkorting.

12. Geloven in laagste- prijsgarantie

Vooral elektronicazaken en bouwmarkten roepen om het hardst dat ze de laagste prijzen hebben. Met reclames onderstrepen ze dat ze er met man en macht aan werken om de concurrentie in de gaten te houden en de prijzen zo snel mogelijk naar beneden bij te stellen als er ergens anders iets voordeliger te vinden is. Uit onderzoek van computervereniging HCC bleek jaren geleden al dat dat niet klopt. En als je de winkeliers aanspreekt op deze ‘garantie’, dan zijn er vaak kleine lettertjes en is het personeel niet altijd op de hoogte. Kortom: geen garantie, eerder een lokkertje. Vergelijk dus zelf altijd de prijs en pingel er desnoods nog iets vanaf.

13. Sparen (in plaats van aflossen)
Het is natuurlijk altijd goed om een financieel buffertje te hebben. Maar er zijn ook mensen die rood staan, een creditcard hebben of bij wie nog een lening loopt én die tegelijkertijd sparen. Dat is niet zo slim. Immers: het geleende geld kost minimaal 5 procent rente, terwijl het spaargeld vaak niet meer dan 2 tot 3 procent oplevert. Kijk dus eens kritisch naar uw totale vermogen en misschien is het wel beter om wat spaargeld op te offeren om zo uw schulden omlaag te krijgen.

14. Sparen (in plaats van de spaarloonregeling)

Met de huidige lage spaarrente is het lastig om wat rendement uit uw geld te halen. Maar de spaarloonregeling vormt daarop een prettige uitzondering. U spaart namelijk via uw werkgever ‘bruto voor netto’. Ook al krijgt u maar een paar procent rente van de bank, door het fiscale voordeel is het echte rendement ongekend hoog.
Er gelden wel strikte regels, want er mag per jaar niet meer €613 opzijgezet worden en het geld staat vier jaar vast. Informeer bij uw werkgever naar de mogelijkheden. Wie niet (meer) werkt of een uitkering geniet, kan geen gebruikmaken van de spaarloonregeling.

15. De fiscus willen vermijden (bij de erfenis)
Bijna dagelijks krijgt de PlusTelefoon vragen van lezers over de fiscale gevolgen van een schenking of een erfenis. En of er tips zijn om zo min mogelijk belasting te betalen. Nu zijn er wel constructies die fiscaal voordelig uit kunnen pakken, maar het voordeel is niet altijd zeker. Ten eerste omdat de adviseur en de notaris die dit vaak regelen ook geld kosten. En het mogelijke voordeel hangt dan onder meer af van hoe oud iemand wordt en hoeveel vermogen er dan nog is.

Laat u dus niet gek maken en kijk liever naar de mogelijkheden om jaarlijks een klein bedrag belastingvrij te schenken. Aan kinderen mag u sowieso ieder jaar €5000 geven zonder tussenkomst van de belastingen. Aan anderen geldt een grens van €2000 per jaar. Met warme hand weggeven is goedkoper dan nalaten.

Auteur