Zorgverzekering 2010: loont overstappen?

Wilt u overstappen naar een goedkopere of betere ziektekostenverzekering? Deze maand worden de nieuwe premies bekend, en dát is het moment om te vergelijken.

De premies voor basisverzekeringen ontliepen elkaar in 2009 maximaal zo’n €23 per maand, oftewel een kleine €280 per jaar. Een groot verschil, als je bedenkt dat de dekking die deze polissen bieden wettelijk is vastgesteld en dus bij iedere verzekeraar gelijk is.
Wat kan verschillen is de keuzevrijheid. Bij een polis met een lagere premie is de keuze soms beperkt, bijvoorbeeld omdat de verzekeraar slechts met een beperkt aantal ziekenhuizen samenwerkt. In dat geval is sprake van een naturapolis: de verzekeraar betaalt de rekening rechtstreeks aan het ziekenhuis. Wie toch een ander ziekenhuis kiest, betaalt bijvoorbeeld 20 procent zelf. Spoedeisende hulp wordt altijd voor 100 procent vergoed.
Restitutiepolissen zijn het duurst: daarbij zijn verzekerden vrij in het kiezen van hun zorgverlener. Soms moet je de doktersnota voorschieten, om hem daarna te declareren.

Aanvullende verzekering

Nog groter zijn de premieverschillen als u ook een aanvullende verzekering wilt. 92 procent van de Nederlanders heeft zo’n extra polis. Hiervoor kiezen verzekerden vooral om fysiotherapie, brillen en lenzen, alternatieve geneeswijzen en dure medicijnen vergoed te krijgen. Zonder aanvullende verzekering betaalt u de eerste negen fysiotherapiebehandelingen zelf. Brillen en lenzen zitten niet in het basispakket, alternatieve geneeswijzen evenmin. Een vergoeding voor geneesmiddelen is er wel in opgenomen, maar u krijgt alleen het goedkoopste middel vergoed. Als uw arts een duurder middel voorschrijft, dan is een aanvullende verzekering nodig om het verschil terug te krijgen.
Een losse aanvullende verzekering afsluiten is ongebruikelijk en vaak onmogelijk. De meeste verzekeraars bieden complete pakketten aan, dus een basisverzekering plus een aanvullende verzekering, eventueel met tandartskosten. De verschillen in premies tussen deze pakketten lopen op tot €100 per maand.
In de keuze voor een verzekeraar
laten de meeste mensen zich leiden door de dekkingen van de aanvullende verzekering. Hierin zitten grote verschillen. Bovendien passen verzekeraars jaarlijks het pakket aan. Het is dus verstandig de nieuwe polis goed na te kijken op bijvoorbeeld maximale vergoedingen en maximale aantallen behandelingen. Kijk meteen even of er overbodige dekkingen in de polis staan. Door ze weg te laten, kunt u wellicht premie besparen.

Collectief verzekeren

Meer premievoordeel is te halen met een collectieve verzekering, die maximaal 10 procent goedkoper is dan een vergelijkbare verzekering zonder collectiviteitskorting. Werkgevers bieden hun personeel vaak een collectieve verzekering aan, waarbij ze vooral selecteren op premie. Ook patiëntenverenigingen bieden hun leden collectieve verzekeringen met korting aan. Zij selecteren vooral op kwaliteit, met name in de behandelingen die hun leden nodig hebben.
Denk niet te snel dat u toch niet voor korting in aanmerking komt. Zo is er korting mogelijk voor ANWB-leden, Rabobankklanten, donorgeregistreerden en leden van een ouderenbond of vakbond. De premiereductie is niet altijd indrukwekkend, maar voor ongeveer de helft van de Nederlanders is dat toch voldoende reden om te kiezen voor een collectief contract. Een uitgebreid overzicht van collectieve mogelijkheden vindt u op www.kiesbeter.nl.

Eigen risico

De basisverzekering kent een verplicht eigen risico van €165 (2010). Tot dit bedrag moet een verzekerde zelf opdraaien voor zijn eigen zorgkosten, afgezien van de kosten voor de huisarts en nog een paar zorgsoorten die buiten het eigen risico vallen. Medicijnen, specialistische hulp en hulpmiddelen betaalt u zelf tot het verplichte eigen risico.
Bovenop het verplichte eigen risico, kunt u kiezen voor een vrijwillig eigen risico van €100 tot maximaal €500. Slechts 5 procent van de verzekerden kiest hiervoor, omdat hiermee relatief weinig te besparen valt. Zo levert een vrijwillig eigen risico van €100 maar een premiekorting op van zo’n €4 per maand. Stel dat u die €100 onverhoopt moet betalen aan zorgkosten, dan schiet u er ruim €50 bij in.
Een eigen risico van €500 per maand zet meer zoden aan de dijk: de premiekorting bedraagt dan €20 per maand. Maar ook hier geldt: komt u voor hoge zorgkosten te staan, dan verandert het voordeel in een nadeel. Als u het bedrag van het eigen risico achter de hand hebt, zou u de gok kunnen wagen. Als de kans groot is dat u flink wat zorgkosten gaat maken, is een vrijwillig eigen risico onverstandig.
Sommige verzekeraars bieden de gelegenheid om het eigen risico te omzeilen door voorkeursaanbieders naar voren te schuiven, waarmee speciale afspraken zijn gemaakt. Als u die consulteert of door de verzekeraar geadviseerde genees- of hulpmiddelen gebruikt, komen de kosten niet ten laste van uw eigen risico.

Bereikbaarheid

Zorgverzekeraars onderscheiden zich ook in service en snelheid. Hoewel verzekerden gemiddeld best tevreden zijn – rapportcijfers variëren van 7,4 tot 8,7 – verschillen de scores voor de telefonische bereikbaarheid en het geven van telefonische hulp flink. Kleine verzekeraars presteren doorgaans beter op deze punten. Grote jongens zoals Agis, OHRA en VGZ staan onderaan de lijst, zo blijkt uit onderzoek door het Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg. De website www.kiesbeter.nl laat de conclusies van dit onderzoek zien bij een polisvergelijking.
Als verzekerden problemen hebben met hun zorgverzekeraar, gaat het bijvoorbeeld om onduidelijkheid over bijbetaling of over een verandering in de vergoeding. Ook moeten patiënten nogal eens wachten op toestemming voordat ze aan een behandeling mogen beginnen. Daarnaast leidt het bezoeken van een zorgverlener waarmee de zorgverzekeraar geen contract heeft soms tot problemen.

 

Auteur