Krijgen we straks een 'casinopensioen'?

Getty Images

Vakbonden, werkgevers en de overheid zijn het bijna eens over het nieuwe pensioenstelsel. Dat nieuwe stelsel zou een eind moeten maken aan het korten op pensioenen, maar wat komt daarvoor in de plaats?

De basis van het huidige pensioenstelsel is een 'gegarandeerd' aanvullend pensioen. Dat pensioen bouwen werknemers op en krijgen ze later naast het basispensioen: de AOW.

Dat aanvullende pensioen is nu gebaseerd op het gemiddelde verdiende loon en daarvan ontvang je dan als je met pensioen gaat samen met de AOW zo'n 70 procent. Het aanvullende pensioen is in principe waardevast: dus het stijgt mee met de inflatie zodat ook ouderen hun koopkracht behouden.

Waarom komt er een nieuw pensioenstelsel?  

Om de verplichting te berekenen, gebruiken pensioenfondsen de zogeheten dekkinggraad: hoeveel vermogen zit er in kas ten opzichte van de verwachte verplichtingen. Is de dekkingsgraad 100 procent, dan zit er precies genoeg in kas om alle verplichtingen te kunnen voldoen.

Maar hoe bereken je pensioenverplichtingen die je over tientallen jaren hebt? Dat is een heel ingewikkelde rekensom en daardoor zijn de fondsen inmiddels verstrikt geraakt in een wirwar van rekenregels en omstandigheden. De beurs, de gemiddelde levensverwachting en de rente: ze spelen daarbij allemaal een rol. Zo moeten fondsen nu verplicht rekenen met een lage rente en niet met verwachte rendementen op de beurs. Dat is dramatisch voor de dekkinggraad en zorgt ervoor dat veel aanvullende pensioenen al meer dan 10 jaar niet meestijgen met inflatie. Enkele fondsen hebben zelfs moeten korten en als er niets verandert, is de kans groot dat  dat in de toekomst vaker gaat gebeuren. Het huidige stelsel schept dus verwachtingen die het al jaren niet kan waarmaken en dat is één van de redenen waarom het op de schop moet. Daarnaast is het gebaseerd op een levenlang werken bij dezelfde werkgever of in dezelfde sector. Dat is nu ook niet meer zo.

Maar we hebben toch het beste pensioenstelsel van de wereld?

Onderzoeksbureau Mercer doet jaarlijks onderzoek naar verschillende pensioenstelsels in de wereld en daarin staat Nederland altijd in de top. Dat resultaat is onder meer te danken aan hoe wij het hier geregeld hebben: een door de overheid gegarandeerd basispensioen: de AOW. En werknemers sparen daarnaast verplicht bij voor een aanvulling en de werkgever betaalt daaraan mee en de overheid zorgt voor fiscaal voordeel bij de pensioenopbouw. Het pensioengeld is ondergebracht bij fondsen die dit volgens regels van de toezichthouder beheren. In sommige buitenlanden is er geen basispensioen, bestaat niet de verplichting om via de werkgever pensioen te sparen, werkgevers betalen veel minder of helemaal niet mee of het geld wordt ondergebracht bij de werkgever zelf of bij vakbonden. Het beheer en het toezicht daarop laat wel eens te wensen over. Kortom: dat we nu één van de beste stelsels hebben, betekent volgens critici niet dat het perfect is en toekomstbestendig. 

De belangrijkste onderdelen van dit stelsel blijven bestaan: de AOW blijft, het verplicht bijsparen voor extra pensioen blijft, het toezicht op pensioenfondsen blijft. Maar het risico verschuift wel meer van de fondsen naar de deelnemers.

Krijgen we nu een 'casinopensioen'?

Het alternatief dat nu op tafel ligt en steeds meer vorm krijgt, gaat niet langer uit van een pensioengarantie of toezegging, maar een verwachting. Dat betekent dat iedere werknemer een eigen pensioenpot krijgt waar iedere maand geld in wordt gestort. Het pensioenfonds gaat dat geld beleggen en het resultaat daarvan bepaalt het uiteindelijke pensioen. Dus weg zijn de zogenaamde garantie en het daarbij horende risico op korten. Daarvoor in de plaats werken beursresultaten directer door in het pensioen. Dat kan meevallen en tegenvallen. Door die onzekerheid is er kritiek op dit voorstel. Er wordt meer risico neergelegd bij de deelnemers, terwijl je het huidige stelsel ook kunt handhaven en de rekenregels daarvoor kunt aanpassen. Zo ontstaat er wat lucht en zou er zelfs weer geindexeerd kunnen worden.  Bovendien: is korten zoveel erger dan een stuiterpensioen waarvan je maar moet afwachten wat het wordt?

Vakbond FNV noemde het plan daarom eerst een casinopensioen dat veel op en neer zou gaan bewegen met de beurs. Daar is inmiddels iets op bedacht. De fondsen gaan beleggingen aanpassen naar leeftijd en risico's worden zo meer vespreid over meerdere jaren en over de deelnemers. Hoe dit er precies uit gaan zien, moet nog worden uitgewerkt en de bond moet er ook nog over stemmen.

Wanneer wordt dit nieuwe stelsel ingevoerd?

Dat gaat nog jaren duren. De vakbond en Tweede Kamer moeten er nog over stemmen. Bovendien is  pensioen in principe uitgesteld loon dat werknemers stallen bij een pensioenfonds.
Aan die rechten kan je niet zomaar morrelen. Een FNV-onderhandelaar voorspelde dat het nieuwe stelsel een verbetering voor iedereen zou moeten betekenen, maar het of zo uitpakt is onzeker. Ingewijden veronderstellen dat de invoering minstens vijf jaar op zich laat wachten.

Wat betekent het nieuwe stelsel voor mijn bestaande pensioen?

Wie nu met pensioen is, ontvangt meestal AOW. Die basis blijft in principe gelijk en stijgt tot nu toe jaarlijks een beetje mee met de inflatie. Voor het aanvullende pensioen zijn de gevolgen nog onduidelijk. Er lijkt de onderhandelaars veel aan gelegen om tot een akkoord te komen om zo pensioenkortingen in de nabije toekomst te voorkomen. Daar kan een verlaging door tegenvallende beursresultaten voor in de plaats komen, maar het kan ook meevallen. Dat is nog niet te voorspellen.

Auteur