Kleine bruine vogeltjes: zo houdt u ze uit elkaar

Getty Images

Ze lijken allemaal op het eerste gezicht hetzelfde, die bruine vogeltjes die op je terras huppen of op een voederbakje zitten. Maar als je goed kijkt, zijn ze eigenlijk heel verschillend. Wat maakt de ringmus anders dan de heggenmus?

Lastig uit elkaar te houden? Niet als je weet waarop je moet letten. Kleuren, verenpatroon en gedrag zeggen veel over de soort. Een heggenmus heeft bijvoorbeeld een kenmerkende grijze keel. Met zijn kleine priegelsnaveltje weet hij goed insecten uit kiertjes te peuteren. En hij is vaak onopvallend en alleen aan het rondscharrelen. Je zal hem niet snel op een voederbakje zien zitten. Een ringmus daarentegen vertoont ander gedrag, die houdt juist van gezelschap. En hij is makkelijk te herkennen aan de witte ring op zijn wang met een zwarte stip in het midden.

Ook de huismus is een gezelliger vogeltje dan de heggenmus. Zij zitten vaak met een hele groep bij elkaar, oorverdovend te kwekken. De mannetjes en vrouwtjes huismussen blijven hun hele leven bij elkaar. Maar hoe hou je die twee uit elkaar? Het mannetje heeft een zwarte vlek onder zijn snavel, het vrouwtje niet. Zij ziet er wat gewoner uit dan hij, wat ‘rommeliger’. Een musje hipt altijd met twee pootjes. En daarmee hou je een mus en een vink uit elkaar, want die laatste loopt met stapjes.

Vogelvriendelijke tuin

Het kan ook voorkomen dat je een grauwe vliegenvanger in je tuin spot. Maar dan heb je van je tuin wel een echt vogelparadijs gemaakt, want de grauwe vliegenvanger staat op de Rode Lijst van bedreigde vogels. Hoe maak je je tuin zo aantrekkelijk voor zulke vogeltjes? Zorg voor planten waar insecten blij van worden. Zoals stijf ijzerhard met zijn donkerpaarse ­bloemen, herfstaster en de inheemse grote kattenstaart. Vlinders zijn er dol op en ook andere insecten komen erop af. En daar worden vogels dan weer heel gelukkig van.

Bijna lente: de boerenzwaluw al gezien?

De boerenzwaluw herken je aan zijn blauwzwarte bovenkant en lang gevorkte staart. Vanaf half maart kunnen we de eerste boerenzwaluwen weer begroeten. 16.000 kilometer ­hebben ze gevlogen, van de broedgebieden in Europa naar de overwinteringsgebieden in Afrika en weer terug.

Bron: Plus Magazine

Auteur