Onkruid: wat moet je ermee?

Getty Images

Er zijn heel wat manieren om onkruid te bestrijden, maar soms kun je het beter laten staan en... ervan genieten.

Er is veel voor te zeggen om je tuin in te richten met planten die van droogte houden. Dan hoef je ze in de zomer in ieder geval geen water te geven. En veel minder te wieden. Want zodra je de grond vochtig maakt, ontkiemen de onkruidzaden – ­misschien wel de beste reden om de tuinsproeier zo min mogelijk te gebruiken. En dan is er nog het duurzaamheidsaspect: duur drinkwater gebruiken om je tuin nat te maken wordt steeds vaker als verspilling gezien. Maar hoe je het ook wendt of keert, een belangrijk deel van het tuinwerk zal altijd onkruid wieden zijn.

Schoffelen en trekken maar

Je hebt twee soorten onkruiden: vaste onkruiden – ook wel wortelonkruiden genoemd – en eenjarige. Om maar met de minst onschuldige categorie te beginnen: eenjarige onkruiden zoals veldkers, melde, herderstasje, vogelmuur, ereprijs en straatgras zijn gemakkelijk te bestrijden. Veldkers is dat kleine, vroegbloeiende plantje dat je vaak gratis meekrijgt als je planten bij een kweker koopt. En als je het eenmaal hebt, dan heb je het voor eeuwig. Zodra je het aanraakt, springen de zaden in het rond. Jumping Jesus wordt het door de Engelsen genoemd. Er is één troost: het is eetbaar, net als melde, herderstasje en vogelmuur.

Eenjarige onkruiden raak je kwijt door te schoffelen of, als dit niet mogelijk is, met de hand te wieden. De meeste trek je er gemakkelijk uit. Als je na het wieden een mulch aanbrengt in de vorm van een tien centimeter dikke laag gecomposteerde boomschors, turfmolm of cacaodoppen, onderdruk je de onkruidgroei. Natuurlijk is het ook mogelijk om een soort plantaardige mulch te gebruiken, in de vorm van bodembedekkers als maagdenpalm of bonte dovenetel.

De strijd opgeven kan ook

Wortelonkruiden zijn lastiger te bestrijden. De beruchtste uit deze groep zijn zevenblad, paardenbloem, kweekgras, ­gehoornde klaverzuring, akkerpest en haagwinde. Gehoornde klaverzuring is ­relatief nieuw, maar de plant is hard op weg om zich in de top vijf van meest ge­hate onkruiden te vestigen. Het is dat schattige klavertje met rood blad en gele bloempjes. Trek je eraan, dan breekt het af, en dat geldt voor meer wortelonkruiden. Het grootste probleem is dat planten als akkerpest, haagwinde en zevenblad in de wortelkluit van een andere plant infiltreren. In kale grond kun je die onkruiden nog wel wegkrijgen door ze met een tuinvork op te rooien, maar als andere planten zijn geïnfiltreerd, zit er weinig anders op dan die op te rooien, de wortels te wassen en het onkruid te verwijderen. Dat is een heidens karwei. Vandaar dat sommige mensen ervoor kiezen om maar mét het onkruid te tuinieren, in plaats van zonder. Een schrale troost is misschien dat zevenblad eetbaar is, waarbij ik nog één waarschuwing moet laten horen: zevenblad laxeert.

Subtiel verstikken

Geloof het of niet, er zijn landen – zoals de Verenigde Staten – waar zevenblad als bodembedekker wordt gebruikt. Gelijk hebben ze, want er komt bijna geen (ander) onkruid doorheen. In dit land wordt veel met struiken en minder met vaste planten getuinierd en dan vormt zevenblad natuurlijk geen probleem. Wie moegestreden is, zou het Amerikaanse voorbeeld kunnen volgen, want er zijn planten genoeg die met zevenblad kunnen samenleven.

Wie toch liever de strijd met wortelonkruiden aanbindt, zou ook kunnen proberen het onkruid te verstikken. Bijvoorbeeld door het een jaar lang met landbouwfolie te bedekken. Dat is natuurlijk geen gezicht, maar die folie zou je op zijn beurt weer met een dun laagje aarde kunnen bedekken waarin je een eenjarig bloemenmengsel zaait. Bij gebrek aan folie kun je ook een oud tapijt gebruiken.

Vlammende hulp

Er zijn waarschijnlijk veel tuiniers die het onkruidbestrijdingsmiddel Roundup hebben gehamsterd, maar aan het gebruik ervan in de tuin komt een einde, dus we zullen iets anders moeten bedenken. Tot nu toe gebruikten we onkruidbestrijdingsmiddelen vooral op bestrating. Daar kon het geen kwaad. Dachten we. Nu moeten we terug naar de voegenkrabber of naar huismiddeltjes als zout of schoonmaakazijn. Bedenk dat vooral zout makkelijk wegspoelt en vervolgens ook andere planten doodt dan die waarvoor het bedoeld was. Het veiligste bestrijdingsmiddel voor terrassen en straatjes blijft kokend water. En er zijn ook handige branders te krijgen die op gas werken en waarmee je het onkruid tussen de voegen wegbrandt. Vooral mannen werken hier graag mee, onder wie ikzelf, maar mijn ervaring is dat je de vlammenwerper wel heel lang op dezelfde plaats moet richten om het onkruid effectief om zeep te helpen.

Selectief wieden

Naast ongewenste onkruiden zijn er ook aanwaaiers die voor een leuke verrassing kunnen zorgen. Zo’n plant is de fijnstraal (Erigeron), een soort madeliefje op een lange stengel dat vaak met vogelzaad in de tuin arriveert. En het zegekruid (Nicandra physalodes), een forse plant met lila bloemen die verwant is aan de lampionplant en die vaak zomaar in de tuin opduikt. Een plant die door vogels wordt verspreid, is de karmozijnbes (Phytolacca): manshoog met witte kaarsen die na de bloei veranderen in donkerpaarse bessen. Vroeger werden die gebruikt om goedkope, slechte wijn wat aantrekkelijker van kleur te maken. Vogels zijn dol op de bessen en poepen de zaden kilometers verder weer uit.
Minder ver belanden de zaden die door mieren worden versleept, zoals die van veel bolgewassen, kerstrozen en viooltjes – toch sta je verbaasd over de afstand die mieren overbruggen. Wied dus bij voorkeur selectief, want hoewel de meeste onkruiden niet gewenst zullen zijn, zitten er soms toch welkome verrassingen tussen.