Wat is artrose?

Meest voorkomende vorm van reuma

Dokter kijkt naar ipad met artrose foto
Getty Images

Bij artrose gaat de kwaliteit van het kraakbeen in de gewrichten achteruit. Hierdoor ontstaan klachten als pijn en stijfheid, en wordt bewegen steeds moeilijk. Bekende vormen van artrose zijn knie- en heupartrose, maar ook artrose in de hand of de enkel komt veel voor. Uit cijfers van het RIVM blijkt dat het aantal Nederlanders met artrose in 2050 bijna verdubbeld zal zijn. In 2022 telden we al 1,6 miljoen Nederlanders met artrose, maar naar verwachting zal dit aantal stijgen naar maar liefst 3 miljoen in 2050.

Artrose is de meest voorkomende vorm van reuma in Nederland. Ruim 1,6 miljoen mensen hebben artrose. Veel mensen denken nog steeds dat artrose simpelweg het gevolg is van slijtage van het kraakbeen. Het wordt echter steeds duidelijker dat dit niet klopt. Bij een groot deel van de mensen met artrose speelt waarschijnlijk een ontsteking van het gewrichtsslijmvlies een belangrijke rol bij de klachten. Dat geldt niet alleen voor mensen met bestaande artrose, maar ook voor mensen die een gewrichtsblessure hebben gehad – bijvoorbeeld een gescheurde kruisband – en daardoor een sterk verhoogd risico lopen om artrose te ontwikkelen. De ziekte begint met pijn die geleidelijk ontstaat, vooral als iemand een gewricht beweegt of belast. Ook stijfheid is een klacht die veel voorkomt bij artrose. 

Lees ook: Dit is het beste dieet bij artrose

Bij artrose zijn een bepaald type kraakbeencellen op het verkeerde moment en de verkeerde plaats actief. Tijdens de groei van botten vormen deze cellen nieuwe bloedvaatjes, breken kraakbeen af en vervangen dat door bot. Nuttig als je opgroeit, maar verdwijnend kraakbeen en bloedvaatjes en bot die op de verkeerde plek groeien vormt op latere leeftijd een probleem. Door veranderingen in het bot en verlies van kraakbeen én omdat gewrichten gaan ontsteken, krijgen mensen dan pijn.

Startstijfheid

Mensen met artrose hebben ook vaak last van startstijfheid. Dat betekent dat ze last hebben van stijfheid, vooral na een periode van rust. Bijvoorbeeld als ze lang in dezelfde houding hebben gezeten. Dan zijn ze stijf als ze weer in beweging komen.

Artrose zorgt dus voor pijn en stijfheid en uiteindelijk leidt het tot vergroeiingen en verminderd functioneren. Artrose komt voornamelijk voor in de gewrichten van de handen, knieën en heupen.

Diagnose

Artrose is niet vast te stellen door bloedonderzoek. Toch zal een behandeld arts vaak wel een bloedonderzoek laten doen. Dit om andere aandoeningen, zoals reumatoïde artritis, jicht of een ijzerstapelingsziekte uit te sluiten.

Verder zal een arts lichamelijk onderzoek doen om een diagnose te kunnen stellen. Hij zal bijvoorbeeld letten op artroseknobbels (noduli van Heberden) aan de vingers.

In sommige gevallen zal een arts röntgenfoto’s laten maken. Daarop kunnen afwijkingen te zien zijn. De ruimte tussen twee boteinden zegt iets over de dikte van het kraakbeen, maar de foto zegt niets over de kwaliteit daarvan. Het is mogelijk dat iemand weinig klachten heeft, terwijl het kraakbeen volledig afgesleten is.

Behandeling van artrose

Leefstijl heeft een grote invloed op artrose. Hoewel men vroeger dacht dat gewrichten slijten met de leeftijd en zo artrose veroorzaken, blijkt nu dat bewegen juist het belangrijkste is. Als je al artrose hebt, maar ook als je de aandoening (nog) niet hebt. Beweging - belasting van het kraakbeen - zorgt voor activatie van een signaalstof die de kraakbeencellen die artrose veroorzaken in toom houdt en ontstekingen remt.

Een medicijn tegen artrose is er nog niet. Wel denken deskundigen dat colchicine en een IL-1-remmer mogelijk kan helpen artrose terug te dringen. Daar wordt nu onderzoek naar gedaan. Verder zijn pijnstillers, naast leefstijlaanpassingen en in beweging blijven, de belangrijkste pijler in de behandeling. Soms helpt fysiotherapie. In ernstige gevallen kan worden besloten een gewricht te vervangen, bijvoorbeeld bij knie-artrose of artrose in het heupgewricht.

Erfelijke aanleg

Als je artrose hebt in één gewricht, wil dat niet meteen zeggen dat andere gewrichten in de toekomst ook aangetast zullen worden. Bij een duidelijke oorzaak van artrose, bijvoorbeeld bij een eerdere kniebeschadiging, is de kans groot dat het bij één gewricht blijft. Zonder zo’n duidelijke oorzaak is de kans groter dat de artrose meer gewrichten aantast. Dat is vaak het geval bij iemand met een erfelijke aanleg voor de ziekte.

Auteur 
Bron 
  • Reumafonds
  • Erasmus MC
  • Máxima Medisch Centrum