Terugvordering huurtoeslag na overlijden

Fiscus benadeelt rouwenden

Getty Images

Wie huurtoeslag ontvang loopt na het overlijden van de partner het risico dat er veel geld wordt nagevorderd. Wat de SP betreft moet dat zo snel mogelijk veranderen.

Na het overlijden van de partner hebben de achterblijvende weduwen en weduwnaars veel aan hun hoofd. Het laatste waar ze op zitten te wachten, is gedoe met de fiscus. Toch blijkt dat de Belastingdienst na het jaar van overlijden opeens een groot bedrag aan huurtoeslag terugvordert.

Hoe zit dat? Het heeft allemaal te maken met de Algemene Wet Inkomensafhankelijke Regelingen (AWIR). Daarin staat, dat bij overlijden het inkomen herleid moet worden naar een jaarinkomen. Dus stel, een man komt op 1 mei te overlijden. Hij heeft in die eerste vier maanden van het jaar € 6.000 verdiend, dus € 1.500 per maand. Dan wordt er gedaan alsof hij in dat jaar in totaal 12 x € 1.500 = € 18.000 verdiend heeft.

Voor het berekenen van de huurtoeslag is het gezamenlijk inkomen van belang. Het inkomen van de weduwe stijgt na het overlijden: ze krijgt een nabestaandenpensioen en misschien een ANW-uitkering of meer AOW. Dit wordt allemaal opgeteld bij het omgerekende jaarbedrag van de overleden man. Het zogenaamde totaalinkomen wordt dan veel hoger dan het bedrag dat gedurende het jaar daadwerkelijk uitbetaald wordt.

Dat hogere inkomen wordt gebruikt om na te gaan of de uitbetaalde huurtoeslag klopte. Bij een hoger inkomen hoort een lagere – of misschien zelfs geen – huurtoeslag. Gevolg: de weduwe moet een groot bedrag terugbetalen aan de Belastingdienst. Volkomen onterecht, want zoveel geld heeft ze niet te besteden!

Nu is er een regeling waardoor deze onrechtvaardigheid vermeden kan worden: de 10-procent regeling. Als het inkomen van de achterblijvende partner meer dan 10% stijgt door het wegvallen van de partner, kan de fiscus het gestegen inkomen buiten beschouwing laten. De weduwe moet alleen zelf om het toepassen van die regeling vragen, en weet zij veel?!

Auteur