Bank failliet: spaargeld en hypotheek verrekend?

Getty Images

Ik heb zowel een (hypotheek)schuld als een spaarrekening bij een bank. Wat als die bank failliet gaat?

Als de bank failliet gaat, dan wordt uw hypotheek natuurlijk niet kwijtgescholden. Doorgaans zal die worden doorverkocht aan een andere bank.

Maar u heeft wel recht op verrekening van uw schulden en uw tegoeden bij een failliete bank op grond van artikel 53 van de Faillissementswet:

  • Hij die zowel schuldenaar als schuldeiser van de gefailleerde is, kan zijn schuld met zijn vordering op de gefailleerde verrekenen, indien beide zijn ontstaan vóór de faillietverklaring of voortvloeien uit handelingen, vóór de faillietverklaring met de gefailleerde verricht. (art. 53 FW).

Als u een beroep wilt doen op verrekening, kunt u dit laten weten aan de curator die het faillissement van de bank afwerkt. Verschillen in looptijd van de lening (soms mag u niet vervroegd aflossen) of het spaargeld (dat kan in deposito staan) spelen bij de verrekening geen rol: bij een faillissement worden schulden direct opeisbaar.

Extra dekking!

De verrekening is in principe een goede zaak voor u. Uw spaargeld is bij een faillissement tot € 40.000 gegarandeerd door De Nederlandsche Bank. Maar als u een hypotheek of lening hebt lopen bij de bank, vormt die een extra reddingsboei! Het spaargeld wordt gebruikt om de lening af te lossen, en daarmee hebt in feite een voorsprong op andere schuldeisers die geld uit de failliete bank proberen te wringen.

Voorbeeld. Kees heeft een spaarrekening van € 80.000 en een hypotheekschuld van € 300.000 bij Bank Z. Bank Z gaat failliet. Er wordt verrekening toegepast:Kees houdt dus alleen schuld van € 220.000 over aan bank Z. Die hypotheekschuld zal waarschijnlijk worden overgedragen aan een andere bank door de curator van de failliete bank.

Stel dat Kees geen hypotheek had gehad bij deze bank, maar elders. Dan was zijn hypotheek van € 300.000 blijven staan. Van zijn spaargeld had hij maar € 38.000 euro teruggekregen, via de garantie van De Nederlandsche Bank. De overige € 42.000 spaargeld had hij uit de failliete boedel van bank Z moeten vissen, met de kans dat hij het geld helemaal kwijt raakt.

Voorbeeld 2. Kees had een spaarrekening van € 50.000 en een kleine hypotheekschuld van € 20.000 bij Bank Z. Bank Z gaat failliet. Kees krijgt dus nog € 30.000 van Bank Z. Hiervan keert de De Nederlandsche bank € 29.000 uit. De resterende € 1.000 kan Kees zelf proberen te verhalen op de failliete Bank Z.

Nadeeltje van verrekenen…

Als u spaartegoed klein genoeg is om binnen het garantiebedrag van De Nederlandsche Bank te vallen, levert de verrekening een nadeeltje op.

Stel, u hebt een spaargeld van € 20.000 en een hypotheek van € 100.000 lopen bij een bank die failliet is gegaan. Als er verrekend wordt, houdt u alleen een schuld van € 80.000 over. U bent er geen geld op ingeschoten, maar uw vrij te besteden spaargeld is weg. In plaats daarvan is de hypotheekschuld afgelost, waar u waarschijnlijk ook nog rente over mocht aftrekken.

Dus liever niet verrekenen, zou u zeggen! Uw schuld blijft dan weliswaar volledig staan, maar u krijgt u spaargeld handje contantje terug van De Nederlandsche Bank.

Maar daar trapt De Nederlandsche Bank niet in: zij keert alleen maar uit op basis van het saldo van uw tegoed en uw schulden bij de failliete bank (art. 26, 3de lid Depositogarantiestelsel). Ook al is verrekenen volgens de faillissementswet uw recht, en niet uw plicht: De Nederlandse Bank verrekent altijd. Als u netto schuld had aan de failliete bank, ziet u geen geld van de depositogarantieregeling.

In het verleden heeft het Ministerie van Financiën in dit geval wel bepaald, dat de slachtoffers opnieuw een aftrekbare hypotheek ter grootte van oude hypotheek mochten afsluiten.

Als u deze situatie helemaal wilt voorkomen, kunt u spaargeld het beste bij een andere bank stallen dan de bank waar u uw hypotheek hebt. Hebt u meer dan € 40.000 (het gagarandeerde bedrag) dan kunt u overwegen het spaargeld over meerdere banken te spreiden.

Hypotheek doorverkocht

Het kan zijn dat uw hypotheek is doorverkocht. Banken hebben tegenwoordig de gewoonte leningen en hypotheken door te verkopen (‘securitiseren’).

In dat geval wordt de vordering overgedragen aan een ander bedrijf, de nieuwe eigenaar van de vordering. Dit mag sinds oktober 2004 stilzwijgend gebeuren: u merkt er niets van. Betalingen van rente blijft u gewoon doen bij uw oude bank, tot het moment dat de nieuwe eigenaar van de vordering u op de hoogte stelt van de overgang. Dan moet u aan de nieuwe eigenaar gaan betalen.

Heeft dit nu gevolgen voor uw recht op verrekening? Die vraag is vrij lastig, want theoretisch. Een faillissement van een bank met spaartegoeden en doorverkochte hypotheken heeft zich onder deze wetgeving nog nooit voorgedaan. De bedoeling van de wet is in ieder geval, dat er in principe géén gevolgen zijn. Dat schrijft de Minister van Jusitie in een nota van antwoord bij de bespreking in de Tweede Kamer van het wetsvoorstel 'stille cessie' uit 2003/2004, waarin destijds het overgaan van de vorderingen werd mogelijk gemaakt. We halen even de letterlijke tekst aan.

9. (...) Aandacht verdient hierbij nog dat ook na de mededeling van de cessie dan wel verpanding aan de schuldenaar deze nog wel met een tegenvordering op de cedent dan wel pandgever kan verrekenen, doch dan alleen binnen de grenzen van artikel 6:130. Verrekening is dan alleen mogelijk, (...) of wanneer die tegenvordering reeds vóór de mededeling aan de schuldenaar is opgekomen en opeisbaar is geworden

12 (...) Wat betreft de door de schrijver aan de orde gestelde bevoegdheid van de schuldenaar tot verrekening met een tegenvordering op de cedent moge in de eerste plaats worden verwezen naar wat onder 9 is aangetekend. Daaraan kan worden toegevoegd dat, anders dan de schrijver suggereert, deze verrekening leidt tot een verhaalsvordering van de cessionaris op grond van artikel 6:36. De verrekening leidt immers tot een voldoening van de cedent, die deze voldoening in de zin van dat artikel «zonder recht heeft ontvangen». In geval van faillissement van de cedent kan de verrekening mede op artikel 53 Faillissementswet worden gegrond. Ook dan komt aan de cessionaris een verhaalsvordering uit artikel 6:36 toe

Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 28878, nr. 5.

De cedent is in deze tekst uw oude bank, de cessionaris de nieuwe eigenaar van de hypotheek. En de schuldenaar, dat bent u.

Simpel gezegd: u had dus al recht op verrekening van uw spaargeld en uw schuld op grond van artikel 53 Failissementswet (zie boven). Artikel130 van het Burgerlijk Wetboek, boek 6 bepaalt ook nog eens, specifiek voor het geval waarin uw hypotheekschuld is overgedragen, dat u als oorspronkelijke schuldenaar wel mag uw spaargeld mag blijven verrekenen:

  • Is een vordering onder bijzondere titel overgegaan, dan is de schuldenaar bevoegd ondanks de overgang ook een tegenvordering op de oorspronkelijke schuldeiser in verrekening te brengen, mits deze tegenvordering uit dezelfde rechtsverhouding als de overgegane vordering voortvloeit of reeds vóór de overgang aan hem is opgekomen en opeisbaar geworden. (art. 130 BW6).

Die verrekening van uw spaargeld wordt dan gezien als een soort onterechte betaling aan uw oorspronkelijke bank, die u echter wel bevrijdt van de schuld. De nieuwe eigenaar van uw hypotheek mag dat bedrag daarop zelf proberen te innen in de failliete boedel.

De uitleg van de minister van de bedoeling van de wet is zwaarwegend, maar er is over de wet wel enige discussie geweest onder juristen. Uiteindelijk beslist de rechter over dit soort zaken.

Naschrift 22-9. Dit artikel is aangepast. Eerder schreven we hier, na contact met diverse juristen, dat de nieuwe schuldeiser zich niets aan uw verrekeningsrecht gelegen hoeft te laten liggen. Dit lijkt niet correct, blijkens de hierboven aangehaalde bronnen. Onze excuses voor eventuele verwarring hierdoor ontstaan.

Auteur