De zomer van 1945: evacuatie vanuit Roermond

Getty Images

Ik was 10 jaar geworden die winter. We zaten in Friesland. Geëvacueerd vanuit Roermond.

Lees ook:

We, mijn moeder, opa, moeders vader, die bij ons woonde, mijn beide zusjes en ik. Mijn vader zat in Duitsland. Opgepakt door de Duitsers. Maar opeens was hij ook in Friesland. Opeens zomaar. Ik ging daar naar school. Op een dag toen ik uit school kwam, stond mijn vader vlakbij school. Een vrouw, die net iets uitspoelde, op haar knieën bij de sloot, zei tegen mijn vader: “Daar is ze!” En ze wees naar mij. Ik zag het en riep: “Pappie!”en holde naar hem toe. Hij was zó mager. Ze hadden hem laten gaan in Duitsland en hij was lopend naar Nederland gekomen vanuit Essen. Soms een stukje liftend en zo kwam hij in Nederland aan, bij zijn moeder in Almelo. En die wist te vertellen, dat wij in Friesland zaten.

Op dezelfde manier ging hij van Almelo naar Lollum in Friesland, lopend en liftend. Er viel niet zo heel veel te liften, want wat reed er in die tijd nou op de weg? Sporadisch een auto en verder eens een boerenkar. Maar goed, hij was er en de oorlog was toen nog niet afgelopen.

Maar dat duurde niet lang meer. De Canadezen kwam het dorp binnenrollen met pantserwagens op rupsbanden. Spannend hoor, die soldaten. We kregen chocola! Oh, wat lekker! Al gauw was er feest in het dorp. Dansen in de kring: “Rosa, Rosa, bloemen op je hoed”, zongen de meisjes en dan mochten ze een jongen uitkiezen om mee te dansen. Na een paar weken hadden een paar evacués (Hoe? Dat weet ik als 10-jarige niet) een vrachtwagen gecharterd die ons via het gebombardeerde Arnhem en Nijmegen naar Roermond terugbracht.

Het zwaar beschadigde Roermond, waar geen raam in de huizen meer heel was. De hulpactie van het Rode Kruis, de HARK genoemd, zorgde voor kleding en serviesgoed waar nodig was. Ook in Roermond kwamen de bevrijdingsfeesten op gang. Er werd talkpoeder op straat gestrooid en op veel plaatsen werd er gedanst. Zo heb ik dansen geleerd. Wat leuk! In de openbare school waren soldaten gelegerd en daar liepen we weleend naar toe en dan vroegen we “Have you chewinggum? Have you cigarettes for my father?”

Meestal kregen we niks, want er werd heel wat afgebedeld. Maar alleen al kijken naar die soldaten die bij het hek van de school op wacht stonden was al mooi! Mooie uniformen en wat interessant allemaal. Wat een ander leven.

De school was ook kapotgeschoten en zodoende kwamen we aan het eind van de zomer in het gebouwtje van de kleuterschool, dat nog gebruikt kon worden. Zo was het begin van het gewone leven weer gestart.

Auteur