Moe door de ziekte van Pfeiffer

Virus in het speeksel

Getty Images

Als u langere tijd vermoeid bent willen mensen nog wel eens aan u vragen of u niet de ziekte van Pfeiffer heeft. Deze infectieziekte wordt veroorzaakt door een virus in het speeksel. Pfeiffer wordt dan ook nog wel eens de 'kissing disease' genoemd. Toch is het onduidelijk of u van zoenen ook echt de ziekte van Pfeiffer kunt krijgen.

Klierkoorts, ofwel mononucleosis infectiosa, is in Nederland bekender onder de naam ziekte van Pfeiffer. Het is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door het Epstein-Barr virus. Dit virus bevindt zich in het speeksel en veroorzaakt een keelontsteking. Het is niet helemaal duidelijk hoe het virus wordt overdragen.

Over het algemeen wordt aangenomen dat besmetting ontstaat als we in contact komen met besmet speeksel, bijvoorbeeld via kussen, hoesten of door drinken uit hetzelfde glas of eten met hetzelfde bestek als een besmet persoon. Toch is het virus niet zo heel erg besmettelijk. Het is maar zelden dat huisgenoten de ziekte krijgen.

Klachten

Na besmetting duurt het vier tot zeven weken voor de eerste ziekteverschijnselen optreden. Het begint vaak met keelpijn, koorts en pijnlijke opgezette klieren voor en achter in de hals. Ook op andere plekken van uw lichaam kunnen de klieren vergroot zijn.

Bij een normale keelontsteking is de pijn vaak binnen een week over. Bij de ziekte van Pfeiffer duurt het vaak langer. Toch krijgt niet iedereen met Pfeiffer keelpijn. Daarnaast kan het zijn dat u bloeduitstortinkjes op het gehemelte heeft. Bij sommige is de lever ook tijdelijk gevoelig of vergroot. Het kan ook zijn dat u een beetje geel ziet.

Vermoeidheid is vaak het meest opvallende verschijnsel. Niet iedereen heeft er last van, maar soms zijn mensen met de ziekte van Pfeiffer zo vermoeid dat ze extra rust moeten nemen. Ook hoofdpijn, misselijkheid, transpireren en hoesten zijn veelvoorkomende klachten.

Diagnose

Als u met bovenstaande klachten bij de huisarts komt zal hij al snel Pfeiffer vermoeden. Zeker wanneer de klachten zich voordoen tijdens de puberteit. De meeste Nederlanders komen namelijk al voor hun twintigste levensjaar in aanraking met het virus.

Meestal zal de huisarts in uw keel kijken en voelen of de lymfeklieren in de hals zijn opgezet. Bloedonderzoek moet de diagnose bevestigen. In het bloed worden dan antistoffen aangetroffen tegen het Epstein-Barrvirus. De test geeft alleen geen duidelijkheid over de duur en ernst van de ziekte.

Behandeling

Er bestaan geen medicijnen tegen de ziekte van Pfeiffer. De klachten worden veroorzaakt door een virus en antibiotica hebben dan ook geen zin. In principe gaat de ziekte vanzelf over. Het afweersysteem moet het virus opruimen.

Het is dan ook belangrijk om goed naar uw lichaam te luisteren. Als u zich ziek voelt door de Pfeiffer en koorts en pijn heeft, mag u lekker in bed blijven liggen. Maar het hoeft niet. Als het lukt, is het ook prima om uw dagelijkse bezigheden voort te zetten. Wel is het belangrijk om rust te nemen, als het lichaam daarom vraagt. Ook geestelijk.

In principe kunt u alles eten. Zoals altijd is het belangrijk om voldoende te drinken en gevarieerd te eten. Met alcohol kunt u beter voorzichtig zijn. Pijnstillers kunnen helpen tegen de keelpijn.

Besmetting

Maatregelen om besmetting te voorkomen hebben niet veel zin. Apart bestek, kopjes, handdoeken of wc-gebruik zijn dus niet noodzakelijk. Wel is het verstandig om uw hand voor de mond te houden bij hoesten en niezen. Aangezien het virus misschien door zoenen wordt overgebracht, kunt u beter niet zoenen met mensen die Pfeiffer nog niet gehad hebben. Hoe lang u besmettelijk blijft voor anderen is niet helemaal duidelijk.

En dan?

Zoals gezegd kan de ziekte van Pfeiffer niet veel kwaad en gaat deze meestal vanzelf over. Hoe lang de ziekte duurt is niet te voorstellen. Vaak blijft het bij een keelontsteking, maar soms kan de vermoeidheid ook maanden voortslepen. Als u weet dat u Pfeiffer hebt, is verdere controle niet nodig. Daarbij kan u zich nog steeds beroerd voelen als het virus al uit het bloed is.

Na een besmetting maakt ons lichaam antistoffen aan tegen het virus. Dit betekent dat u maar een keer in uw leven de ziekte van Pfeiffer kunt krijgen. Als u voor de tweede keer in aanraking komt met het virus bent u immuun. De antistoffen in het bloed ruimen het virus direct op. Hierdoor wordt u niet ziek.

Bron 
  • Nederlands Huisartsen Genootschap