Blaaskanker

 
Het urinestelsel bestaat uit twee nieren, twee urineleiders, de blaas, en de urinebuis. De nieren voeren afvalproducten uit het bloed af in de vorm van urine. De urine loopt via de urineleiders naar de blaas en wordt van daar uit afgescheiden via de urinebuis.
 
De blaas is een zakvormig orgaan dat kan uitrekken en inkrimpen om urine op te vangen en te lozen. Net als de andere organen van het urinestelsel is de blaas vatbaar voor kanker, de onbeheerste groei van abnormale cellen. De wand van de blaas bestaat uit meerdere lagen weefsel. Het type blaaskanker is afhankelijk van de soorten cellen en weefsellagen die zijn aangetast. 
 
Er bestaan drie soorten blaaskanker:
•Urotheelcelcarcinoom: Dit type kanker begint in de urotheelcellen. Deze cellen vormen de binnenste laag van de blaas. Ze stellen de blaas in staat om uit te rekken en in te krimpen. Dit is de meest voorkomende vorm van blaaskanker.
•Plaveiselcelkanker: Dit type kanker is een traag groeiende kanker van de dunne, platte cellen waarmee het oppervlak van de blaas bekleed is. 
•Adenocarcinoom: Kanker die ontstaat in de klierepitheelcellen van de blaas. 
 
Blaaskanker kan gepaard gaan met de volgende symptomen:
•Bloed in de urine
•Veelvuldig urineren of regelmatig aandrang voelen zonder dat er geürineerd kan worden. 
•Pijn tijdens het urineren
 
Mannen zijn vatbaarder voor blaaskanker dan vrouwen. Blaaskanker komt vaker voor bij mensen met een blanke huidskleur dan bij gekleurde mensen. Tot de risicofactoren voor blaaskanker behoren:
•Roken
•Langdurige blootstelling aan industriële kankerverwekkende chemicaliën, zoals die welke gebruikt worden bij de productie van rubber, textiel, verf en geverfde stoffen
•Een eetpatroon met veel vet en gebakken eten 
•Een geschiedenis van chronische blaasinfecties 
•Langdurig gebruik van urinekatheters
•Ouder zijn dan 60
 
Als kanker vermoed wordt, kan de diagnose onder meer worden gesteld door middel van cystoscopie, een kijkoperatie waarbij een buis met een lens via de urinebuis in de blaas wordt geschoven. Andere diagnostische technieken zijn urinekweek en cytologie, waarbij urine in het laboratorium wordt onderzocht op bacteriën en kankercellen
 
Ook wordt biopsie toegepast, de verwijdering van blaascellen voor onderzoek onder een microscoop, en beeldonderzoek zoals MRI, CT-scan en IVU (intraveneuze urografie) waarmee een gedetailleerd beeld van het urinestelsel kan worden gevormd. 
 
De behandeling en de prognose hangen af van het stadium en de ernst van de kanker en de locatie van de tumor. Tot de behandelingsmogelijkheden voor blaaskanker behoren chirurgie, chemotherapie, bestraling en biologische therapie.
 
Auteur