Belgische mirakelpriester

Getty Images

In de Amerikaanse stad Pittsburgh staat een kapel gewijd aan Sint-Antonius. Ze bevat de grootste collectie relikwieën ter wereld, nà het Vaticaan. De verzamelaar van deze religieuze curiosa was een Belg: pastoor Mollinger die bekend stond als ‘the healing priest’. Lees het wonderlijke verhaal over de Belgische mirakelpriester van Pittsburgh.

16 Juni 1892: The New York Times bloklettert ‘Father Mollinger is dead. The famous priest-physician dies after a surgical operation.’ Ook andere Amerikaanse kranten berichten over de dood van vader Mollinger. Wie is deze man? En wat is zijn betekenis dat zijn overlijden de krantenkoppen haalt?

Een officierszoon uit Kampenhout

Suitbert Godfried Mollinger wordt geboren op 19 april 1828 in Kampenhout, tussen Mechelen en Leuven, in het huidige België, toen een deel van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Zijn vader François Frederik Mollinger is een Hollandse officier, gekazerneerd bij de cavalerie in Mechelen. Moeder Dorothea van Hellenberg is afkomstig uit een gefortuneerde adellijke familie uit Gelderland. Zij vestigt zich in Kampenhout, waar Suitbert het levenslicht ziet. Hier en daar lezen we dat hij in Mechelen zou geboren zijn, maar het geboorteregister van Kampenhout geeft uitsluitsel en vermeldt Suitbert Godefridus Mollinger.

[ITEMADVERTORIAL]

Moeder Dorothea is heel vroom en geeft haar kinderen een katholieke opvoeding, hoewel vader Mollinger protestant is. Blijkbaar heeft hij geen bezwaar tegen de godsdienstige keuze van zijn echtgenote. Vader Mollinger sterft jong en laat moeder met acht kinderen achter. De jonge Suitbert kan, zoals het een jongen uit een adellijke familie betaamt, een rondreis maken door Europa onder toezicht van zijn oom. Hij besluit om arts te worden en gaat studeren aan een gerenommeerd instituut in Napels. Later vervolmaakt hij zich in Rome en Genua, maar in plaats van een dokterspraktijk op te starten, besluit hij om priester te worden.

Hij treedt binnen in het seminarie te Gent. Daar krijgt hij de vraag om naar de Verenigde Staten te komen als missionaris. In 1854 arriveert hij in New York. In het seminarie van Saint-Vincent Latrobe nabij Pittsburgh (Pennsylvania) zet hij zijn priesteropleiding verder.

The healing priest

In 1868 wordt hij benoemd tot eerste pastoor van de nieuw opgerichte parochie Most Holy Name of Jesus op Troy Hill, een residentiële buitenwijk van Pittsburgh. De stad kent in die jaren een grote bloei door de opkomst van de staalindustrie. Ook door het voedselconcern van de Heinz Company). De nieuwe bewoners van Troy Hill zijn veelal katholieke migranten (Duitsers, Kroaten) en the reverend father Mollinger wordt al gauw hun geestelijke leider. Voor de talrijke kinderen van de wijk laat hij een school bouwen.

Door het feit dat Suitbert Mollinger ook een gediplomeerd dokter is, wordt hij heel populair als ‘healing priest’. Als genezer maakt hij graag gebruik van relikwieën in zijn bezit. In de traditie van de kerk heeft men altijd een genezende kracht toegeschreven aan relieken: fysieke overblijfselen van heiligen of voorwerpen die verband houden met religieuze figuren.
Mollinger beschouwt relieken op zich niet als geneeskrachtig en ziet zichzelf ook niet als een ‘healer’ met een speciale gave. In een artikel uit 1890 in The Chicago Tribune lezen we: ‘Father Mollinger is a physician as well as priest and does not claim any miraculous powers, but is a firm believer in faith coupled with works.’ Mollinger beseft wel dat devote zieken beter te genezen zijn wanneer ze écht geloven dat een zegening door een relikwie hen helpt. Als arts met een wetenschappelijke opleiding maakt hij gebruik van dit psychologische effect. Hij is nuchter genoeg om het te combineren met de gewone geneeskundige behandelingen en het gebruik van medicijnen. Er worden zelfs geneesmiddelen op de markt gebracht met zijn naam en beeltenis: Father Mollinger’s Kidney.

Verzamelaar van relieken

Zijn faam als genezer en reliekenverzamelaar breidt zich uit. Tegen zijn wil worden zijn genezingen beschouwd als ‘miraculous’ en ‘wonderful’ en zijn collectie relieken trekt duizenden gelovigen aan. Tijdens zijn reizen door Europa had Suitbert al verscheidene relikwieën verzameld, maar die verzamelhobby wordt vanaf de jaren zestig-zeventig geïntensifieerd. Het politieke klimaat op het oude continent is in die periode niet bepaald stabiel te noemen. In Italië vechten de troepen van de antiklerikale Garibaldi tegen de pauselijke staat. In Duitsland is de protestant Otto von Bismarck, de IJzeren Kanselier, aan de macht en hij strijdt tegen aartsvijand Frankrijk in de Frans-Duitse oorlog van 1870.

In die woelige tijden zijn oude relieken niet veilig en father Mollinger beschouwt het als een heilige taak om ze in veiligheid te brengen. Dankzij zijn adellijke afkomst heeft Mollinger veel contacten in de hoge katholieke kringen in Europa en via een netwerk van agenten en handelaars laat hij honderden relieken overbrengen naar Pittsburgh. Telkens vraagt hij ook een certificaat van echtheid, gesigneerd door een bisschop of andere kerkelijke vertegenwoordigers. Kosten zijn geen probleem: zijn familie heeft hem een enorme erfenis nagelaten, waardoor hij probleemloos alle rekeningen kan betalen. Af en toe reist father Mollinger zelf naar Europa en collectioneert dan gretig nieuwe relikwieën.

Stilaan groeit de collectie uit tot vier à vijfduizend exemplaren, naar verluidt nà het Vaticaan ’s werelds grootste reliekenverzameling. Sommige zijn vervat in waardevolle reliekhouders, heuse kunstwerken, juwelen van verguld zilver, omkranst met parels en edelstenen, versierd met email en bergkristal, op rood fluweel en goudbrokaat.

En ook de relieken zelf spreken tot de verbeelding: splinters van het Ware Kruis, waarop Christus werd gekruisigd, flarden van de sluier van Maria en van de mantel van Sint-Jozef, een fragment van de tafel van het Laatste Avondmaal, stukjes beenderen van de Twaalf Apostelen, een doorn van de Doornenkroon van Christus, ontelbare restanten van heiligen, pausen, kerkvaders… een tand van Sint-Antonius van Padua, een stukje bot van Sint-Ursula, van de Heilige Theresia van Lisieux, van de monniken Cyrillus en Methodius. De lijst in eindeloos. Tot zelfs het complete geraamte van Sint-Demetrius, door Mollinger verworven tijdens een bezoek aan Rome.

Vandaag komt de belangstelling voor deze relikwieën naïef over en in de ogen van een 21ste-eeuwse beschouwer neigt het naar bijgeloof, om niet te zeggen volksverlakkerij. Maar voor de gelovigen van die dagen was het betekenisvol en – of ze nu geloofden dat het een échte splinter van Christus’ kruis was of niet – ze hadden er steun aan.

Sint-Antoniuskapel

Aanvankelijk bewaart pastoor Mollinger zijn relieken in een kamer op de pastorij, maar omdat de toestroom van gelovigen té groot wordt, besluit hij een aparte kapel te bouwen naast de pastorij. Omdat de parochie dit project niet mee wil financieren, laat Mollinger op eigen initiatief én op zijn kosten een kapel optrekken, toegewijd aan Sint-Antonius van Padua. De kapel, begonnen in 1880, ingehuldigd in 1883 en nog uitgebreid in 1892, is langs buiten sober en eerder onopvallend. Het interieur daarentegen is een mooi voorbeeld van de Roomse pracht en praal en doet denken aan Italiaanse barokkerken met een overvloed aan decoratie en ornamentiek, houtsnijwerk, glasramen, wand- en gewelfschilderingen, hoge altaren en tabernakels vol reliekhouders.
Naast de walnoten reliekaltaren vallen de levensgrote standbeelden op die in de zijkapellen staan opgesteld. Zij beelden de veertien taferelen uit van de kruisgang van Christus. Deze houten gepolychromeerde beelden zijn besteld door father Mollinger bij een atelier in München. Het is precies om deze grote kunstwerken te herbergen dat de kapel in 1892 moet vergroot worden.

Mecca of Invalids

De kapel én father Mollinger – als ‘healing priest’ – lokken meer en meer bezoekers. Op speciale feestdagen, zoals de naamdag van Sint-Antonius op 13 juni, stromen duizenden gelovigen toe. The Pittsburgh Catholic van 14 juni 1888 rapporteert dat ‘a crowd estimated at 6.000 gathered around the chapel in the morning for the Solemn High Mass.’
The Chicago Tribune van 14 juni 1890 titelt ‘Father Mollinger’s Wonderful Cures’ en vermeldt dat minstens 10.000 personen van over het hele land samengekomen zijn in Pittsburgh ‘to be healed and take part in the celebration of St. Anthony’s Day. It was a curious assemblage of the lame, deaf and blind drawn together by the reports of Father Mollinger’s miraculous cures.’ De krant schrijft dat circa 5.000 pelgrims al de dag voordien waren aangekomen en de nacht hadden doorgebracht in de kerk, in portieken of gewoon op de grond.

Niet iedereen is opgezet met het succes van de charismatische gebaarde priester-genezer. Zijn parochie op Troy Hill wordt door de inwoners van Pittsburgh soms spottend ‘Mecca of Invalids’ genoemd. De trolley, die vanuit de stad naar de wijk rijdt, krijgt de bijnaam ‘Mollinger’s Ambulance’. The New York Times schrijft: ‘Father Mollinger’s fame as a healer grew… During the past fifteen years it has been international and each St. Anthony’s day thousands crowded about his shrine.’

The Pittsburgh Dispatch van 1891 telt dat jaar ‘more than 15.000 people crowded on the grounds of the modest church in Pittsburgh.’ Diezelfde krant meldt ook dat niet alleen katholieken zich wenden tot pastoor Mollinger: ‘Protestants based their confidence in the Father upon his acknowledged medical learning and skill.’
The Pittsburgh Press van 12 juni 1892 publiceert onder de titel ‘Thousands of Anxious Visitors Expected Tomorrow’ een uitgebreid artikel over father Mollinger en de vernieuwde kapel van Saint Anthony: ‘It is expected that fully 12.000 people will take part in the ceremonies of the day.’ De krant laat getuigen aan het woord die van over het hele land zijn afgezakt naar Troy Hill, Pittsburgh, onder wie een echtpaar uit Deer Lodge in Montana. Anderen uit Little Rock in Arkansas; Helena in Wyoming; Canton in Ohio; Brazil in Indiana.

Overlijden

En dan slaat het noodlot toe: tijdens die memorabele dagen in juni 1892 wanneer duizenden samenkomen aan de kapel wordt father Mollinger, op dat moment 65 jaar, geveld door de hitte, oververmoeidheid en een slepende kwaal aan de maag. Na overleg met de zieke – tenslotte zelf een dokter – besluiten de artsen hem te opereren, maar tevergeefs: father Suitbert Mollinger sterft op 15 juni om 2.15 uur in de namiddag. De aankondiging van zijn dood veroorzaakt diepe treurnis bij de massa gelovigen die buiten aan de kapel hebben gewaakt en gebeden. Hun ‘father and healer’ is niet meer.

Na zijn dood verdwijnt de aandacht voor de kapel en de relieken. De erfgenamen van Mollinger verkopen zelfs enkele stukken en het marmeren hoofdaltaar. Gelukkig kan de parochie de kapel terug in bezit nemen en de collectie veilig stellen. In de jaren zeventig is de kapel zo vervallen en verwaarloosd dat het bisdom van Pittsburgh eraan denkt de boel te slopen, maar enkele lokale getrouwen weten fondsen te verzamelen en laten de kapel opknappen. Nu is ze weer zoals vroeger en toegankelijk voor het publiek. En raar maar waar, af en toe komt er nog een schenking binnen van – uiteraard – een reliek. De collectie van de Belgische ‘healing priest’ blijft dus groeien.

Auteur