Plusonderzoek: we geven onszelf 40 euro zakgeld per week

Getty Images

Hij wil een nieuwe auto, zij een nieuwe vloerbedekking. Probeer daar als stel maar eens uit te komen. Wij vroegen onze lezers hoe zij dat doen.

Cadeaus voor de kleinkinderen, dure auto’s, investeren in je huis: onenigheid over een aankoop komt in bijna elke relatie weleens voor, blijkt uit ons Plus-onderzoek over welke rol geld speelt in relaties. Niet dat het een grote splijtzwam is: 71 procent van de 734 Pluslezers die deelnamen aan het onderzoek, zegt wat betreft de financiën bijna altijd op één lijn te zitten met de partner.

Bij het overbruggen van verschillen blijkt ‘geven en nemen’ een succesformule. “Ik geef toe met auto’s, hij met meubels”, schrijft een lezer. “Alles gaat in goed overleg en we gooien het geld niet over de balk. Twee zielen, één gedachte – gelukkig zijn we ook zo op het gebied van financiën. We weten wat we hebben en doen het er samen mee”, is een andere reactie.

Geldzaken als lastig ervaren

Gea Schonewille van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) weet alles over het financiële gedrag van consumenten. Ook uit een recent onderzoek van het Nibud over geld en relaties blijkt dat geld geen grote bron van meningsverschillen is: 27 procent van de stellen heeft weleens ruzie over geldzaken. “Vooral als er sprake is van stress over geld”, zegt Schonewille. “Als mensen moeite hebben om rond te komen, er betalingsproblemen zijn en partners geldzaken lastig vinden, heeft dat een negatieve invloed op de relatie.”

Dat tegenpolen elkaar aantrekken, gaat volgens haar niet op als het om geld gaat. “Als de één zuinig is en de ander juist niet, vinden zij het vaak lastig om de gezamenlijke financiën te organiseren en hebben ze vaker meningsverschillen over geld.” Dit komt ook uit het onderzoek van Plus Magazine, waarin 15 procent zegt ­weleens ruzie te hebben over geld. Een greep uit de reacties: “Mijn man smijt graag met geld.” “Mijn man wil alles aan de auto of vakanties uitgeven, terwijl ik liever in ons huis wil investeren.” En: “Bij het woord ‘geld’ schiet mijn man al in de stress. Hij wil nooit iets. Daarom hebben we bijvoorbeeld ruzie over het onderhoud van het huis.”

Naar elkaar toe gegroeid

Verschillen horen erbij in geldzaken, dat is niet erg. Zuiniger leven (22,3 procent), kleding kopen (16,5 procent) en geld aan de (klein)kinderen geven (16,1 procent) blijken de grootste onderwerpen voor discussie in ons onderzoek. Gea Schonewille ziet in het Nibud-onderzoek dat oudere stellen minder vaak meningsverschillen hebben dan jongere. “Zij zijn vaak langer bij elkaar, waardoor de financiële afspraken heel duidelijk zijn. Hoe duidelijker, hoe minder ruzie.” Of zoals een lezers zegt: “Na vijftig jaar huwelijk is het financiële getouwtrek weg. Veertig jaar geleden had ik deze enquête anders ingevuld. We zijn meer naar elkaar toe gegroeid.”

Paul Rispens is schuldhulpverlener bij de particuliere schuldhulporganisatie SVF Nederland. Hij begeleidt stellen bij het overwinnen van financiële problemen. “Het is belangrijk dat partners praten over geld. Voor sommigen is dat moeilijk. Het komt voor dat iemand pas merkt dat er geldzorgen zijn als de deurwaarder op de stoep staat, omdat de partner dat niet durfde te delen.

Daarnaast zie ik dat er relatieproblemen komen als er bezuinigd moet worden en er vervelende besluiten moeten worden genomen. Het stoppen met een dure hobby bijvoorbeeld. Als een man zijn dure motor weg moet doen, wil hij dat zijn vrouw ook iets inlevert. Misschien is dat helemaal niet nodig, maar het voelt voor hem anders oneerlijk. Mijn advies is dat beiden iets inleveren. Dan is het in balans, wat belangrijk is in een relatie.”

Geen eigen rekening

Uit het Nibud-onderzoek blijkt dat het taboe op praten over geld kleiner lijkt te worden. Partners spreken vaker dan vroeger met elkaar over geld­zaken; ook doen zij de financiën vaker samen. Daarnaast hebben meer partners een gezamenlijke rekening: 79 procent van de stellen, tegen 74 procent in 2007.

De helft van de stellen met een gezamenlijke rekening heeft daarnaast geen eigen rekening. Dit komt vaker voor bij ouderen (61 procent van de 65-plussers heeft geen eigen rekening) dan bij jongvolwassenen tot 35 jaar (13 procent). Gea Schonewille pleit ervoor dat partners hun geld op dezelfde bankrekening stallen. “Partners die het samen doen en/of een gezamenlijke rekening hebben, zijn vaker beiden goed op de hoogte wat er financieel speelt.”

Paul Rispens vindt dat mensen een gezamenlijke én een eigen bankrekening nodig hebben. “Op de gezamenlijke bankrekening stort je allebei geld, naar rato. Bijvoorbeeld tweederde van je inkomen. Daar kun je van sparen, of een aparte spaarrekening openen waar je beiden geld op stort. Voor de vakantie bijvoorbeeld. Dan heb je ook geen discussie wie wat betaalt tijdens de vakantie.

Die eigen rekening is belangrijk, omdat het fijn is om zelf ook geld te kunnen besteden. Zonder dat je daarover met je partner van gedachten moet wisselen. Als je een kantjesmaaier voor het gras wilt, koop je die daar van. Ook als je vrouw het onzin vindt, omdat er al twee grasscharen in de schuur hangen.”

Vrouwen bewuster met geld

Het Nibud constateerde in eerder onderzoek dat vrouwen bewuster met geld omgaan dan mannen. Zij checken vaker of afschrijvingen kloppen, vergelijken vaker prijzen en kijken vaker of ze een aankoop kunnen betalen voordat ze hem doen. Uit ons onderzoek blijkt ook dat vrouwen voorzichtiger zijn. Ze zijn sneller bang dat er niet genoeg geld is en houden vaker de hand op de knip.

“Mijn man wil vaak duur gereedschap kopen zonder te weten waar hij het voor nodig heeft. Dat laat ik hem dan kopen van zijn zakgeld”, schrijft een lezeres. “Als het voor een speciaal doel is en hij heeft goede argumenten, dan gaat het uit de pot. Zelf wil ik nooit dure dingen kopen voor mezelf. Mijn man moet me dan weleens overhalen als het toch iets nuttigs is.”

Allebei geld in de pot doen, kan op verschillende manieren: naar verhouding van inkomen, beiden hetzelfde bedrag overhouden of ieder de helft bijvoorbeeld. Daarnaast is het belangrijk om een spaarpot te hebben voor onvoorziene omstandigheden. Praten over geld is essentieel in een relatie. Gea Schonewille: “En als je er samen niet uitkomt, vraag dan hulp. Als je niet weet hoe je je kapotte auto moet repareren, ga je naar de garage. Als je niet weet hoe je je kapotte bankrekening moet repareren, ga je naar de hulpverlening. Zo gewoon zou het moeten zijn.”

Meer lezen of hulp nodig?

www.nibud.nl
www.zelfjeschuldenregelen.nl
www.schuldhulpmaatje.nl
www.mindkorrelatie.nl

‘Geldgebrek geeft gewoon stress’

Getty Images

Christel Nolle (49) en Martijn van der Horst (48) uit Sappemeer bleven in 2006 na een bijna-faillissement zitten met een ton schuld. Die losten zij in zes jaar af. Nog steeds zetten ze elke maand geld opzij. Nu om hun ­hypotheek versneld af te lossen. Ze werken allebei fulltime en ­hebben een dochter van 17.

Zij: “In onze arme periode gingen al onze gesprekken over geld.”
Hij: “We deden geen leuke dingen samen. Ergens een koffietje doen zat er niet in. We gaven gewoon niks uit.”
Zij: “Nul komma nul.”
Hij: “In die periode werd duidelijk hoe verschillend wij met geld omgaan. Ik vermeed het onderwerp liever. Ik wilde niet zien hoeveel – of beter: hoe weinig – er op de ­rekening stond.”
Zij: “In die tijd zorgde geld in onze relatie voor spanningen. Geldgebrek geeft gewoon stress. Maar als je van elkaar weet hoe je ermee omgaat, kun je er begrip voor opbrengen.”
Hij: “We vulden elkaar mooi aan. Christel maakte spaarpotjes. Voor als er iets stuk ging, bijvoorbeeld. Die potjes hebben we nog steeds. Voor de vakantie, voor de auto, om leuke dingen te doen, noem maar op. En we lossen onze ­hypotheek versneld af.”
Zij: “Na het zuinige leven hadden we moeite om meer geld uit te ­geven. Er blijft nu per maand een salaris over. Een deel gebruiken we om versneld af te lossen.”
Hij: “Ik ben inmiddels geen ­vermijder meer. Alhoewel, als het om een extra aflossing op de ­hypotheek gaat soms wel.”
Zij: ”Als ik zeg dat er geld klaarstaat en dat ik een extra storting wil doen, dan bespreken we dat samen. Als hij instemt, maak ik het meteen over. Dan verheugen we ons op het nieuwe verlaagde ­bedrag. Niet dat we superzuinig leven hoor. Ik ben bijvoorbeeld best een spender.”
Hij: “We geven onszelf elke week veertig euro zakgeld. Ik spaar dat grotendeels en beleg het. Christel maakt alles op.”
Zij: “Ik zie je heus wel fronsen als ik met een nieuwe agenda of ­bolletjes wol thuiskom.”
Hij: “Ik vind vooral dat je het zelf moet weten. Het is jouw geld. Ik koop weleens een boek. Al kan ik dat ook bij de bibliotheek lenen. Dat vind jij dan stom.”
Zij: “Ik heb net een nieuwe iPhone gekocht. Dat geld leen ik van onze gezamenlijke spaarrekening. Ik ­betaal het terug van mijn zakgeld.”
Hij: “Door wat wij hebben meegemaakt, hebben wij elkaar door en door leren kennen op geldgebied. We vertrouwen elkaar volledig. Dat kán ook, want we hebben ­tegenwoordig geld. Dat de stress om geld er niet meer is, scheelt een stuk.”
Zij: “Oók leuker voor onze ­relatie.”

Christel houdt een blog bij over geld: hetrijkewijf.blogspot.com

‘Ik vraag steeds: Heb je dat echt nodig?’

Getty Images

Hermijn (60) en Wim (64) Schutte uit Heino zijn twaalf jaar bij elkaar. Ze hebben samen zes kinderen en vijf ­kleinkinderen. Ze genieten van hun pensioen.

Zij: “Toen wij elkaar leerden kennen, kwamen we beiden uit een totaal andere financiële ­situatie. Ik was al acht jaar ­weduwe met vier kinderen en een huurwoning en moest­ voor­zichtig zijn met geld. Wim woonde in een ruim koophuis.”
Hij: “Als ik iets leuks zag, kocht ik het gewoon. Mijn kast hing vol mooie kleren. Ik hoefde niet op de kleintjes te letten. Ik vond het leuk om Hermijn daarvan mee te laten genieten.”
Zij: “Als we uit eten gingen voor veel geld, vond ik dat zonde.”
Hij: “We wilden samen verder en op een gegeven moment een huis kopen. Ik had er ­moeite mee om daar geld aan uit te geven.”
Zij: “Wim had met zijn vrouw in dat huis gewoond. Zij hadden er lief en leed gedeeld. Maar het voelde niet als mijn huis.”
Hij: “De hypotheek was laag. Een ander huis kopen, betekende dat de hypotheek omhoog ging. Dat vond ik wel even ­slikken, maar ik wilde er niet te moeilijk over doen. Ik wilde vooral bij Hermijn zijn.”
Zij: “We sloten een compromis: we zouden het samen proberen in het huis. Als het voor mij niet werkte, konden we altijd nog verhuizen. Inmiddels is het ook mijn plek geworden.”
Hij: “Onze verschillen hebben we inmiddels overbrugd. Niet dat ik een big spender was, maar ik geef nu minder uit. Ik denk er meer over na.”
Zij: “Bij alles wat hij wil aanschaffen vraag ik: ‘Heb je het echt nodig?’ Best wel irritant van mij.” 
Hij: “Daardoor had onze vorige auto geen open dak. Had ik dat graag gewild? Ja. Was het nodig? Nee.” 
Zij: “Hadden we daar spijt van? Ja, omdat ik zag hoe graag Wim zo’n dak had gewild. We hadden het geld, we hadden het toch moeten doen. Onze nieuwe auto heeft wel zo’n open dak. En het is heerlijk.” 
Hij: “We krijgen allebei ­maandelijks honderd euro kleedgeld. De rest van onze ­inkomsten doen we op de ­grote hoop.”
Zij: “We hebben een budgetplan voor de maandelijkse uitgaven en daarnaast een meerjarenplan. Daar vallen dingen onder als nieuwe meubels, huis schilderen, nieuwe fietsen, noem maar op. Wim houdt dat allemaal bij in Excel. Eens per jaar bekijken we dat en schaven we het bij.”
Hij: “Ik heb daar veel lol in.”
Zij: “Een avondje cijfers kijken. Ik vind er niets aan, maar het is wel goed. Ik ben er trots op dat wat ons veel energie en nare gevoelens kostte, nu loopt als een trein.”

Resultaten van het onderzoek ‘Geld in relaties’ van Plus Magazine:

  • 71 %    zit bijna altijd op één lijn wat betreft de financiën
  • 67 %    gooit alle inkomsten en uitgaven op één hoop
  • 63 %    van de stellen geeft aan dat de man de financiële administratie doet
  • 67 %    van de stellen heeft afgesproken dat de man de belastingaangifte doet
  • 78 %    weet hoeveel geld ze maandelijks te besteden hebben
  • 34 %    verschilt nooit van mening over geld
  • 85 %     maakt nooit of bijna nooit ruzie over geld

Als er verschillen van mening zijn over geld zegt...

  • 39 %:    doen we beiden water bij de wijn; we sluiten compromissen
  • 30 %:    krijg ík soms mijn zin, soms mijn partner
  • 28 %:    maken we een plan, kijken we wat er nu mogelijk is en wat nog moet wachten
  • 16 %:    krijgt ieder een eigen potje; met dat geld zijn we vrij om te doen wat we willen
Bron 
  • PlusOnline